100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Hoofdstuk 1 BuiteNLand 5 vwo

Rating
-
Sold
-
Pages
6
Uploaded on
29-04-2021
Written in
2019/2020

Samenvatting van hoofdstuk 1 Globalisering BuiteNLand 5 vwo

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
5

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 1
Uploaded on
April 29, 2021
Number of pages
6
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Aardrijkskunde hoofdstuk 1 5v
§1 krimpende wereld

Globalisering: het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden en samenlevingen toeneemt.

 Zie je bijv. aan de toename van de gemiddelde afstand waarover goederen, mensen en
kapitaal zich verplaatsen, of hoe het leven van mensen wordt beïnvloed door de
gebeurtenissen ver weg.
 Heeft invloed op de inrichting en functie van gebieden en het ruimtelijk gedrag van mensen.

Tijd-ruimtecompressie: tijd en ruimt worden als het ware in elkaar gedrukt. De relatieve afstand
tussen gebieden neemt af als gevolg van de snelle daling van de reis- en vervoerstijden en de kosten
daarvan.

3 processen spelen daarbij een rol:

1. Ligging verandert. De absolute ligging verandert niet, maar e relatieve ligging kan wel
veranderen. (=de ligging van een plaats of gebied ten opzichte van andere gebieden. Let
daarbij vooral op verandering in bereikbaarheid). Relatieve ligging veranderd snel door
globalisering. In korte tijd kan een gebied of stad in verval raken of juist opbloeien.
Beslissend hiervoor zijn:
 Positie van een gebied ten opzichte van belangrijke economische centra.
 Ligging ten opzichte van een belangrijke vervoersas. Moeten snel producten
kunnen vervoeren.
2. Afstand krimpt. De relatieve afstand daalt (=afstand uitgedrukt in tijd, geld en moeite die
het kost om er te komen).
3. Grenzen vervagen. Staatsgrenzen met een strenge grenscontrole gaan slecht samen met
globalisering. Multinationals trekken zich steeds minder van deze grenzen aan. Geldt ook
voor de uitwisseling van informatie, ideeën, cultuur, normen en waarden.

§2 transport

 De ontwikkeling van transporttechnologie is een van de belangrijkste motoren achter het
proces van globalisering.

Ontwikkelingen goederentransport:

1. Reis- en vervoerstijden zijn in de 20e eeuw spectaculair gedaald; alles verloopt sneller.
2. Transport is goedkoper geworden door de groei van de capaciteit van schepen en vliegtuigen
en de economische crisis na 2008. Hierdoor is een overcapaciteit ontstaan en dalen de
tarieven.
3. Infrastructuur rond transport (wegen, havens, vliegvelden en telecommunicatie) is enorm
verbeterd.

3 basis voorwaarden voordat er uitwisseling van goederen tussen gebieden tot stand komen:

1. Complementariteit. Het ene gebied moet iets kunnen leveren waar in het andere gebied
vraag naar is.
2. Transporteerbaarheid. De goederen moeten tegen een redelijke prijs en tegen een redelijke
tijd kunnen worden vervoert.
3. Geen tussenliggende mogelijkheden. Wanneer er tussen 2 gebieden een nieuwe
mogelijkheid ontstaat verlegd de vervoersstroom zich.

, Vervoersstromen veranderen door:

- Het verbeteren van infrastructuur van een gebied waardoor de bereikbaarheid toeneemt.
- Het verdwijnen van politieke barrières tussen gebieden
- Innovaties op transportgebied


§3 de eeuw van de informatie

Communicatie- en informatietechnologie: alle technieken die het mogelijk maken informatie van het
ene punt naar het andere punt te verspreiden

Factoren die de richting en intensiteit van de internationale communicatie beïnvloeden:

1. Economische factoren > bedrijven kunnen beter gaan communiceren.
2. Geografische factoren > naarmate de afstand tussen landen toeneemt, daalt de
intensiteit van het contact.
3. Culturele factoren > tussen landen die sterk verschillen in taal en cultuur is de
informatie-uitwisseling veel minder dan tussen landen die tot hetzelfde taal en
cultuurgebied behoren.

Geldstromen kunnen gaan om:

- Investerings- en handelskapitaal
- Kapitaal van particulieren en bedrijven op zoek naar plaatsen waar het rendement het
hoogst en de belastingdruk het laagst is
- Flitskapitaal; enorme geldstromen die samenhangen met de speculatie in valutakoersen



§4 globalisering: economisch bekeken

Mno’s worden ondersteund door:

- Enorme verbetering van de transport- en communicatietechnologie
- Overheden die veel handelsbelemmeringen zoals importheffingen, grotendeels hebben
opgeruimd. De vrijhandel is er het gevolg van.
- Deregulering van de financiële markten waardoor banken en beurzen internationaal kunnen
opereren. De overheid laat dus steeds meer over aan de vrije markt.

 De productieketen (=de route die een product aflegt van grondstof tot consument) wordt
steeds meer opgedeeld en verspreid over tal van gebieden.
 Door globalisering veranderd de rolverdeling. Wordt steeds meer gevestigd in
lagelonenlanden.
$4.82
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
marrehuijsmans

Get to know the seller

Seller avatar
marrehuijsmans
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
13
Member since
4 year
Number of followers
13
Documents
28
Last sold
2 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions