Samenvatting Dieren in woonzorgcentra

DIEREN IN HET WOON – EN ZORGCENTRUM
Geschiedenis:
 Reeds in het verleden werden dieren als therapeutisch middel in
gezet !
 Voorbeelden:
o Gezinsverpleging Geel
o Boris Livinson : communicatie tussen hond en kinderen bevorderde
het therapeutisch proces tussen hemzelf als psycholoog en de
kinderen.
Keuze van huisdier – hond en kat:
 Ze hoeven niet gekooid te worden
 Ze zijn relatief zindelijk
 De grootte van deze dieren is goed
 Ze hebben grote aaibaarheidsfactor
 Ze zoeken contact op met de mens
 Honden kunnen iets aanleren
 Ze OORDELEN niet!
AAA
 = Geheel van activiteiten waarbij dieren worden binnengebracht in de
instelling
 = Geen therapeutische bedoeling
 Voorbeeld van activiteiten:
o Zie filmpje  paarden in het WZC (met behulp van vrijwilligers)
AAT
 = therapeutisch bedoeld
 Doel = verbeteren op fysiologisch, cognitief, fysiek en psychosociaal
vlak.
 Voorbeeld van therapie:
o Zie filmpje  therapiehond in de fysische revalidatie
Wetgeving
 Volgens de wet zijn dieren toegelaten mits volgende voorwaarden:
o Die dieren hebben geen toegang tot verscheidene lokalen (bv. de
keuken)
o De dieren mogen niet hinderlijk zijn voor de cliënten
o De dieren mogen geen gevaar opleveren voor de hygiëne in en rond de
instelling