Samenvatting H1, 3, 5, 6
Hoofdstuk 3 Balans, winst en liquiditeit
3.1 Beginbalans
Balansposten (debet)
Debet = welke kapitaalgoederen zijn gekocht
1. Vaste activa -> spullen die 1+ jaar meegaan
-grond, terrein
-gebouwen
-machines
-auto’s
-inventaris
2. Vlottende activa -> kapitaalgoederen die >1 jaar meegaan
-voorraden
-debiteuren
3. Liquide middelen -> middelen waarmee je kan betalen
-kasgeld
-Bankgeld -> vordering
Balansposten (credit)
Credit = hoe zijn de kapitaalgoederen gekocht
4. Eigen vermogen -> permanent vermogen
5. Lang vreemd vermogen -> looptijd van 1+ jaar
-hypothecaire lening
6. Kort vreemd vermogen -> looptijd van 1> jaar
-crediteuren
-rood staan/rekeningcourantkrediet (tot een maximaal bedrag -> kredietplafond)
-banklening OG
-NTB belastingen
Balansposten een overzicht van de bezittingen en het vermogen op een bepaald moment. Het totale
bedrag van de debetzijde is altijd gelijk aan die van de creditzijde.
3.2 Veranderingen balansposten
Aankopen, verkopen, betalingen, veranderingen balansposten -> financiële feiten. Financiële feiten
geven we weer op balansmutaties.
Omzet = afzet x prijs
Brutowinst = omzet - inkoopwaarde
Nettowinst = brutowinst - kosten
3.3 Samenstellen winst-en-verliesrekeningen
Winst-en-verliesrekening is een overzicht van de kosten en opbrengsten van een onderneming over
, een bepaalde periode.
Voorbeeld kosten (debet):
-inkoopprijs omzet
-loonkosten
-huurkosten
-afschrijvingskosten
Voorbeeld opbrengsten (credit):
-omzet
-interestopbrengsten
Winst-en-verliesrekening moet in evenwicht zijn -> totale gelijk maken door verschil tussen
opbrengst en kosten debet bij nettowinst te plaatsen en winst/verlies aan de creditrente te plaatsen.
2 vormen winst-en-verliesrekeningen:
3.4 Balans, winst-en-verliesrekening en liquiditeit
Beginbalans -> balansmutaties -> eindbalans
Balansmutaties -> financiële feiten
Eindbalans -> winst-en-verliesrekening
Liquiditeit in de gaten houden -> liquiditeitsbegroting (overzicht verwachte ontvangsten/uitgaven)
Voordelen:
-bij liquiditeitstekort (te weinig geld) -> kan een onderneming tijdig maatregelen nemen
-grotere aankopen plannen
Hoofdstuk 5 Verzekeren, studeren, sparen en lenen
5.1 Soorten en verzekeringen
Bij een verzekering verplicht de verzekeraar zich om tegen ontvangst van premie de verzekerde
schadeloos te stellen wegens een verlies, schade of gemis van verwacht voordeel door een onzeker
voordeel.
2 soorten verzekeringen:
-schadeverzekering -> verzekering keert bedrag uitschakeling van de schade
-sommenverzekering -> uitkering is afhankelijk van tijdstip waarop zich een onzeker voorval voordoet
Verzekeringsovereenkomst leggen we vast in een polis:
-afgesproken risico’s
-onzekere elementen
-maximale vergoeding
-hoogte premie
-poliskosten/administratiekosten
5.2 Schadeverzekeringen
1. Brandverzekering:
-schade door brand
-meestal deel van grotere verzekering met o.a inbraak, water-/stormschade en diefstal
-maximale uitgekeerde bedrag gelijk aan verzekerde som
Hoofdstuk 3 Balans, winst en liquiditeit
3.1 Beginbalans
Balansposten (debet)
Debet = welke kapitaalgoederen zijn gekocht
1. Vaste activa -> spullen die 1+ jaar meegaan
-grond, terrein
-gebouwen
-machines
-auto’s
-inventaris
2. Vlottende activa -> kapitaalgoederen die >1 jaar meegaan
-voorraden
-debiteuren
3. Liquide middelen -> middelen waarmee je kan betalen
-kasgeld
-Bankgeld -> vordering
Balansposten (credit)
Credit = hoe zijn de kapitaalgoederen gekocht
4. Eigen vermogen -> permanent vermogen
5. Lang vreemd vermogen -> looptijd van 1+ jaar
-hypothecaire lening
6. Kort vreemd vermogen -> looptijd van 1> jaar
-crediteuren
-rood staan/rekeningcourantkrediet (tot een maximaal bedrag -> kredietplafond)
-banklening OG
-NTB belastingen
Balansposten een overzicht van de bezittingen en het vermogen op een bepaald moment. Het totale
bedrag van de debetzijde is altijd gelijk aan die van de creditzijde.
3.2 Veranderingen balansposten
Aankopen, verkopen, betalingen, veranderingen balansposten -> financiële feiten. Financiële feiten
geven we weer op balansmutaties.
Omzet = afzet x prijs
Brutowinst = omzet - inkoopwaarde
Nettowinst = brutowinst - kosten
3.3 Samenstellen winst-en-verliesrekeningen
Winst-en-verliesrekening is een overzicht van de kosten en opbrengsten van een onderneming over
, een bepaalde periode.
Voorbeeld kosten (debet):
-inkoopprijs omzet
-loonkosten
-huurkosten
-afschrijvingskosten
Voorbeeld opbrengsten (credit):
-omzet
-interestopbrengsten
Winst-en-verliesrekening moet in evenwicht zijn -> totale gelijk maken door verschil tussen
opbrengst en kosten debet bij nettowinst te plaatsen en winst/verlies aan de creditrente te plaatsen.
2 vormen winst-en-verliesrekeningen:
3.4 Balans, winst-en-verliesrekening en liquiditeit
Beginbalans -> balansmutaties -> eindbalans
Balansmutaties -> financiële feiten
Eindbalans -> winst-en-verliesrekening
Liquiditeit in de gaten houden -> liquiditeitsbegroting (overzicht verwachte ontvangsten/uitgaven)
Voordelen:
-bij liquiditeitstekort (te weinig geld) -> kan een onderneming tijdig maatregelen nemen
-grotere aankopen plannen
Hoofdstuk 5 Verzekeren, studeren, sparen en lenen
5.1 Soorten en verzekeringen
Bij een verzekering verplicht de verzekeraar zich om tegen ontvangst van premie de verzekerde
schadeloos te stellen wegens een verlies, schade of gemis van verwacht voordeel door een onzeker
voordeel.
2 soorten verzekeringen:
-schadeverzekering -> verzekering keert bedrag uitschakeling van de schade
-sommenverzekering -> uitkering is afhankelijk van tijdstip waarop zich een onzeker voorval voordoet
Verzekeringsovereenkomst leggen we vast in een polis:
-afgesproken risico’s
-onzekere elementen
-maximale vergoeding
-hoogte premie
-poliskosten/administratiekosten
5.2 Schadeverzekeringen
1. Brandverzekering:
-schade door brand
-meestal deel van grotere verzekering met o.a inbraak, water-/stormschade en diefstal
-maximale uitgekeerde bedrag gelijk aan verzekerde som