Naam: Imke De Ridder Teamnummer: BIO45
Alternatieve opdracht BIO/BIC
Practicum Myografie
Duiding
· Alles wat duiding betreft zal in italic staan.
· Er hoeft in de proef geen methode geschreven worden. We focussen op begrip
van de fysica formules en de statistische technieken.
· Je gebruikt je practicumnota’s en de video’s als leidraad om de onderstaande
oefeningen tot een goed einde te brengen.
· Je werkt dit per team uit.
· Zet dit om naar PDF !!!
· Geef als titel van je bestand : “2Ba–Teamnummer-Voornamen.pdf”. Bv. “2Ba–
BIO11– Jan_en_Nele.pdf ”
· !!!!! en laadt deze op BB op in de rubriek Opdrachten/Verslagen/BIO Zorg er voor
dat je dit ZEKER voor de afgesproken tijd inlevert.
· Voor de ochtendsessies is dat 14:00. Voor de namiddagsessie 19:15
Doel:
Wat is de looptijd van een zenuwimpuls die loop van de achillespees naar de kuitspier?
Wat is de geleidingssnelheid van de zenuwvezels?
Wat is het verschil tussen een hartspier in rust en in beweging?
Metingen en berekeningen:
Proef 1: Signalen van je zenuwvezels
Opdracht p.73: Controleer/Bewijs dat v de dimentie van een snelheid heeft!
−1 2 2
s m mm m
v=
√ Ωm F /m 2
=
√ΩmFs
=
ΩFs √
A2 s 4 kg m2
F= Ω= 2 3
kg m2 A s
, m2 A 2 s3 kg m 2 m2 m
v=
√ ⋅ ⋅
s kg m 2 A2 s 4
=
s√2
=
s
In de tabel vind je de metingen terug van 5 slagen van de hamer (t 1) en de registratie van
het samentrekken van de kuitspier (t2). Deze metingen werden uitgevoerd door een persoon
met een lengte van (181 ± 1) cm . Doorloop de tussenstappen, bereken de gemiddelde
geleidingstijd van de zenuwpuls en de geleidingssnelheid van de zenuwvezel. Alles met MF!
Schrijf alle tussenstappen volledig uit. Rond pas af wanneer je de snelheid hebt berekend en
zet dan alle waarden in de tabel in wetenschappelijke notatie. In de tabel vul je de
hoofdingen aan.
t1 ± MFt1 (s) t2 ± MFt2 (s) τi ± MFT τi ± <T> ± l ± MFl (m) v ± MFv
(s) MF’T (s) MF<T> (s) (m/s)
0.113 ± 0.154 ± 0.001 0,041 ± 0,041 ±
0.001 0,001 0,003
0.120 ± 0.164 ± 0.001 0,044 ± 0,044 ±
0.001 0,001 0,003
0.127 ± 0.172 ± 0.001 0,045 ± 0,045 ± 0,042 ± 1,81 ± 0,01 44 ± 1
0.001 0,001 0,003 0,001
0.117 ± 0.156 ± 0.001 0,039 ± 0,039 ±
0.001 0,001 0,003
0.111 ± 0.149 ± 0.001 0,039 ± 0,039 ±
0.001 0,001 0,003
τ1 = t 2−t 1=0,154 s−0,113 s=0,041 s
2 2
MF τ1 = √M F t2 + M F t = √¿ ¿
1
❑
Σ ❑i t ❑i 0,041 s+ 0,044 s +0,045 s +0,039 s +0,039 s
<τ> = = = 0,0416 s
N 5
Alternatieve opdracht BIO/BIC
Practicum Myografie
Duiding
· Alles wat duiding betreft zal in italic staan.
· Er hoeft in de proef geen methode geschreven worden. We focussen op begrip
van de fysica formules en de statistische technieken.
· Je gebruikt je practicumnota’s en de video’s als leidraad om de onderstaande
oefeningen tot een goed einde te brengen.
· Je werkt dit per team uit.
· Zet dit om naar PDF !!!
· Geef als titel van je bestand : “2Ba–Teamnummer-Voornamen.pdf”. Bv. “2Ba–
BIO11– Jan_en_Nele.pdf ”
· !!!!! en laadt deze op BB op in de rubriek Opdrachten/Verslagen/BIO Zorg er voor
dat je dit ZEKER voor de afgesproken tijd inlevert.
· Voor de ochtendsessies is dat 14:00. Voor de namiddagsessie 19:15
Doel:
Wat is de looptijd van een zenuwimpuls die loop van de achillespees naar de kuitspier?
Wat is de geleidingssnelheid van de zenuwvezels?
Wat is het verschil tussen een hartspier in rust en in beweging?
Metingen en berekeningen:
Proef 1: Signalen van je zenuwvezels
Opdracht p.73: Controleer/Bewijs dat v de dimentie van een snelheid heeft!
−1 2 2
s m mm m
v=
√ Ωm F /m 2
=
√ΩmFs
=
ΩFs √
A2 s 4 kg m2
F= Ω= 2 3
kg m2 A s
, m2 A 2 s3 kg m 2 m2 m
v=
√ ⋅ ⋅
s kg m 2 A2 s 4
=
s√2
=
s
In de tabel vind je de metingen terug van 5 slagen van de hamer (t 1) en de registratie van
het samentrekken van de kuitspier (t2). Deze metingen werden uitgevoerd door een persoon
met een lengte van (181 ± 1) cm . Doorloop de tussenstappen, bereken de gemiddelde
geleidingstijd van de zenuwpuls en de geleidingssnelheid van de zenuwvezel. Alles met MF!
Schrijf alle tussenstappen volledig uit. Rond pas af wanneer je de snelheid hebt berekend en
zet dan alle waarden in de tabel in wetenschappelijke notatie. In de tabel vul je de
hoofdingen aan.
t1 ± MFt1 (s) t2 ± MFt2 (s) τi ± MFT τi ± <T> ± l ± MFl (m) v ± MFv
(s) MF’T (s) MF<T> (s) (m/s)
0.113 ± 0.154 ± 0.001 0,041 ± 0,041 ±
0.001 0,001 0,003
0.120 ± 0.164 ± 0.001 0,044 ± 0,044 ±
0.001 0,001 0,003
0.127 ± 0.172 ± 0.001 0,045 ± 0,045 ± 0,042 ± 1,81 ± 0,01 44 ± 1
0.001 0,001 0,003 0,001
0.117 ± 0.156 ± 0.001 0,039 ± 0,039 ±
0.001 0,001 0,003
0.111 ± 0.149 ± 0.001 0,039 ± 0,039 ±
0.001 0,001 0,003
τ1 = t 2−t 1=0,154 s−0,113 s=0,041 s
2 2
MF τ1 = √M F t2 + M F t = √¿ ¿
1
❑
Σ ❑i t ❑i 0,041 s+ 0,044 s +0,045 s +0,039 s +0,039 s
<τ> = = = 0,0416 s
N 5