heel het boek is beschreven, de belangrijkste punten helemaal uitgelegd.
als je deze samenvatting hebt gekocht, zal het boeken volkomen onnodig zijn om te kopen.
Ondernemingsfinanciering – ruim, houdt zich niet alleen bezig met de vraag hoe de
productiemiddelen van de onderneming gefinancierd dienen te worden, maar ook de vraag in welke
productiemiddelen het best geïnvesteerd kan worden.
Financiering- keuze gemaakt ten aan zien van de investeringen? Dient de bijpassende financiering
gezocht te worden. Niet alleen kopen, maar leasen of huren kan ook.
Accounting- houdt zich bezig met het verschaffen van informatie betreffende de onderneming. Je
hebt:
- Management accounting = betreft de informatieverschaffing aan de ondernemingsleiding,
dus de interne verslaggeving. Als doel om het management te ondersteunen bij de vele
, beslissingen die in een onderneming genomen dienen te worden. Bijvoorbeeld kostenprijs
berekeningen.
- Financial accounting = de externe verslaggeving. Voor
aandeelhouders/kredietverstrekkers/overheid. Verschillen tussen management accounting
en financial te zien op tabel op blz. 58.
Boekhouding – voor informatieverschaffing heeft de accounting basisgegevens nodig, die zij verkrijgt
uit de boekhouding van het bedrijf. De ruggengraat van het boekhoudsysteem wordt gevormd door
het stelsel van grootboek berekeningen (ledger accounts) bijvoorbeeld welke wijzigingen zich
voordoen, bezittingen/schulden enz.
Ondernemingsrecht- verplichtingen/rechtsvormen enz. vooral op het gebied van financiering.
Belastingrecht – bij eenmanszaak bijvoorbeeld inkomsten belasting en bij vennootschappen
vennootschap belasting.
Organisatie kunde- beheersbaar houden van de onderneming. Effectieve en efficiënte
organisatorisch structuur in het bedrijf.
Commerciële economie- denk aan marketing.
Bedrijfseconomische functies
- Administrateur
- Interne accountant
- Controller (jaarrekeningen enz.)
- Treausurer optimaal verloop van de geldstromen.
Hoofdstuk 3
Welke productiemiddelen ingezet worden, hangt af van de activiteiten die de onderneming
uitoefent.
We kunnen een onderscheid maken tussen vlottende en vaste activa.
Vaste activa – bewijzen gedurende langere tijd, meer dan 1 jaar hun diensten aan de onderneming.
Bedrijfsgebouwen hebben een levensduur van tientallen jaren, transportmiddelen gaan meestal een
aantal jaar mee. Sommige activa hebben een in principe onbeperkte levensduur, denk aan bedrijven
terrein.
Vlottende activa – gaat teniet en ontstaat binnen 1 jaar. Onder vlottende activa vallen ook de
vorderingen op afnemers aan wie al wel geleverd is, maar die nog niet betaald hebben.
Financiering kan geschieden met eigen vermogen of met vreemd vermogen. Eigen vermogen is ter
beschikking gesteld door de eigenaren van de onderneming. Het gaat dan bijvoorbeeld om spaargeld
of stortingen door aandeelhouders ter verkrijging van nieuwe aandelen in een nv of bv. Kenmerkend
voor eigen vermogen is dat het voor onbepaalde tijd ter beschikking van de onderneming is gesteld.
,De beloning hiervoor, is de winst die is ten behoeve van de eigenaren. Kunnen reserveren of
uitgekeerd, als ze reserveren gaat het EV weer omhoog.
Vreemd vermogen is ter beschikking gesteld door de schuldeisers. Er zijn geen formele
zeggenschapsrechten aan verbonden. Het is een tijdelijk vermogen, omdat er al van te voren
afspraken over zijn gemaakt. Dit is onafhankelijk van de winst van de onderneming, dit wordt ook wel
risicomijdend vermogen genoemd, dus niet risicoloos.
Balans en resultatenrekening
Een momentopname heet een balans met links de activa en rechts de passiva.
Vaste activa zijn de duurzame productiemiddelen. We zullen hierna ook activa tegenkomen die
gedurende minder dan een jaar in de onderneming blijft, ook wel vlottende activa. Aangezien elke
euro aan investering op de een of andere wijze gefinancierd moet zijn, is een balans per definitie in
evenwicht. Het eigen vermogen is gelijk aan het verschil tussen de waarde van de activa en de
waarde van de schulden.
De winst kan bepaald worden door na te gaan wat de toename van het eigen vermogen over een
periode geweest is. Daartoe dienen dus twee balansen te worden gemaakt: begin van de periode en
een aan van de periode.
We kunnen de winst nader analyseren door te bekijken welke opbrengsten en kosten gemaakt zijn in
de betreffende periode. Een dergelijke opbrengsten kosten confrontatie wordt een resultaten
rekening genoemd. De opbrengsten hoeven niet samen te vallen met de ontvangsten. Opbrengst
wordt genomen in de periode waarin de onderneming prestaties ten behoeve van de klanten heeft
verricht, ongeacht of deze prestaties ook al tot betaling in de betreffende periode hebben geleid.
Zelfde geldt voor de kosten. Het meest aansprekende voorbeeld vormen de afschrijvingen: de
uitgave voor een productiemiddel vindt plaats op het moment van aanschaf, de kosten worden
geboekt in de jaren dat het productiemiddel wordt gebruikt, en daardoor aan de waarde verliest.
Aflossingen op vreemd vermogen worden niet in de resultaten rekening opgenomen, omdat ze niet
leiden tot een verandering in het eigen vermogen; tegenover de afname van de activa wegens
uitgave voor de aflossing staat immers een even grote afname van het vreemde vermogen.
Winst versus kasmutatie
Drie factoren die leiden tot verschillen tussen de kasmutaties en de winst:
- Afschrijvingen
Vaste activa bewijzen gedurende meerdere jaren hun diensten aan de onderneming. Om een
juist beeld te geven van de financiele positie dient de investeringsuitgave die gedaan wordt
bij de aanschaf, niet in een keer ten late van het resultaat gebracht te worden, maar te
worden uitgesmeerd over de levensduur van het actief.
De eventuele restwaarde is hier van belang en er moet een afschrijvingsmethode worden
gekozen. De meest eenvoudige is de lineaire afschrijvingsmethode: bij deze wordt elk jaar
hetzelfde bedrag afgeschreven.
De degressieve afschrijving: kan gebruikt worden als het productiemiddel in de eerste jaren
meer prestaties levert dan in latere jaren. Degressieve afschrijving zorgt ervoor dat de
afschrijvingen in de begin jaren hoger zijn dan de latere jaren:
, - Sum of the years digitsmethode, waarbij de jaarlijkse afschrijvingen bepaald wordt door een
afnemende wegingsfactor, namelijk de resterende levensduur in jaren.
- Boekwaardemethode waarbij een vast percentage van de boekwaarde wordt afgeschreven.
De boekwaarde is de waarde na aftrek van de afschrijvingen die in eerdere jaren gepleegd
zijn.
- Ook kan de jaarlijkse afschrijving afhankelijk worden gesteld van het verwachte gebruik dat
van het productiemiddel zal worden gemaakt.
- Check voorbeelden blz. 75
- Voorzieningen
Dienen gevormd te worden in geval van mogelijke toekomstige verplichtingen die zich als
gevolg van bedrijfsuitoefening in het afgelopen jaar kunnen voordoen. Door het vormen van
een voor voorziening worden kosten in de resultatenrekening opgenomen, voordat een
eventuele betaling plaatsvindt.
Aangezien voorzieningen gebaseerd zijn op schattingen, zorgen ze voor een subjectief
element in de winstbepaling. De uitspraak cash is a fact, profit is an opinion. De kasstroom is
niet voor manipulatie vatbaar, maar de winst kan naar beneden of boven bijgesteld worden
door overdreven optimistische of pessimistische schattingen bij het vaststellen van
voorzieningen.
Bij de externe verslaggeving kan de neiging bestaan om de positie van de onderneming
rooskleuriger voor te stellen à creative accounting. Voorzieningen zijn bij uitstek geschikt om
daarvoor misbruikt te worden.
- Rechtstreekse vermogensmutaties
Als er door de eigenaar van de onderneming geld ingebracht wordt in de onderneming of
geld wordt onttrokken aan de onderneming, dan mogen deze geen invloed uitoefenen op de
winst, omdat ze hun oorzaak niet vinden in de bedrijfsactiviteiten.
De privestortingen en privé onttrekkingen komen niet op de resultatenrekening voor, omdat
ze niet voortvloeien uit bedrijfsactiviteiten, maar het gevolg zijn van
vermogensverschuivingen tussen het bedrijfsvermogen en het privévermogen van de
eigenaar. Bij een nv/bv vormen op de analoge wijzen de stortingen van aandeelhouders bij
de uitgifte van nieuwe aandelen geen winst, en leidt het uitkeren van dividend niet tot
kosten.
Hoofdstuk 15
Belanghebbenden en publicatieplicht
Wie zijn de belanghebbenden bij de externe verslaggeving? In de eerste plaats moet gedacht worden
aan de eigenaren van de onderneming, voor zover dit anderen zijn dan de bestuurders van het
bedrijf. De directie van een nv/bv bijvoorbeeld heeft de wettelijke plicht rekening en verantwoording
af te leggen aan de aandeelhouders. Ook de werknemers hebben er groot belang bij om te weten
hoe de onderneming ervoor staat. De WOR verplicht informatie te verstrekken. De fiscus ten
behoeve van de belastingwet; heffing. Kredietverschaffers, relevante informatie over de solvabiliteit
en rentabiliteit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller youssrakhannich. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.56. You're not tied to anything after your purchase.