1-4-2021 Eindopdracht
Ontwikkeling
PSY1025
Denise Linders
MAASTRICHT UNIVERSITY
PSYCHOLOGY
COURSE: DEVELOPMENT (PSY1025)
TUTOR:
, Meerkeuzevragen
Vraag 1 – Inzichtvraag (correct antwoord = a)
Charlie en zijn vader zitten op de grond. Zijn vader heeft een speeltje vast en legt deze onder een
dekentje. Daarna legt hij het speeltje, terwijl Charlie kijkt, onder een boek. Charlie kijkt vervolgens
onder het dekentje om te kijken waar het speeltje zich bevindt. In welk stadium bevindt Charlie zich
volgens Piaget?
a) Sensomotorisch stadium
b) Pre operationeel stadium
c) Concreet operationeel stadium
Uitleg:
Dit gedrag wordt de A-not-B error genoemd en vindt plaats in het sensomotorisch stadium. Het
sensorische stadium vindt volgens Piaget plaats vanaf de geboorte tot de leeftijd van 2 jaar. De baby
is in dit stadium vooral bezig met de wereld om zich heen te ontdekken. De eerste voorstellingen van
objecten zijn kwetsbaar en met de A-not-B error wordt dit aangetoond. Deze fout wordt gemaakt
door baby’s tussen de 8 en 12 maanden oud. De baby reikt naar een verborgen object op plaats A en
heeft de neiging om hier nog naar te reiken, zelfs als de baby heeft gezien dat het object wordt
verplaats naar een andere verborgen plek, plaats B. Deze fout wordt gemaakt totdat ze ongeveer 1
jaar zijn. Het pre operationele stadium vindt plaats vanaf het tweede tot zevende levensjaar. De A-
not-B error wordt dan waarschijnlijk niet meer gemaakt. Het concreet operationeel stadium vindt
plaats van 7 tot 12 jaar. Ook bij deze fase wordt de fout niet meer gemaakt want volgens Piaget zou
dit tot ongeveer het eerste levensjaar zijn. Daarom dat het sensomotorisch stadium het best bij deze
omschrijving van gedrag past.
Deze vraag is een inzicht vraag omdat uit het gedrag wat omschreven is in de vraag een concept
moet worden gehaald. Als dit concept is achterhaald dan kan er een stadium aan gekoppeld worden.
De vraag is gebaseerd op een dieper begrip van Piagets stadia.
Referenties:
• Siegler, R., & Saffran, J. (2020). Theories of Cognitive Development. In How Children Develop
(6de editie, pp. 324 – 325). Worth. E-Book
• Course Opening: Prof. Franc Donkers, dia 35 en 37.
1
Ontwikkeling
PSY1025
Denise Linders
MAASTRICHT UNIVERSITY
PSYCHOLOGY
COURSE: DEVELOPMENT (PSY1025)
TUTOR:
, Meerkeuzevragen
Vraag 1 – Inzichtvraag (correct antwoord = a)
Charlie en zijn vader zitten op de grond. Zijn vader heeft een speeltje vast en legt deze onder een
dekentje. Daarna legt hij het speeltje, terwijl Charlie kijkt, onder een boek. Charlie kijkt vervolgens
onder het dekentje om te kijken waar het speeltje zich bevindt. In welk stadium bevindt Charlie zich
volgens Piaget?
a) Sensomotorisch stadium
b) Pre operationeel stadium
c) Concreet operationeel stadium
Uitleg:
Dit gedrag wordt de A-not-B error genoemd en vindt plaats in het sensomotorisch stadium. Het
sensorische stadium vindt volgens Piaget plaats vanaf de geboorte tot de leeftijd van 2 jaar. De baby
is in dit stadium vooral bezig met de wereld om zich heen te ontdekken. De eerste voorstellingen van
objecten zijn kwetsbaar en met de A-not-B error wordt dit aangetoond. Deze fout wordt gemaakt
door baby’s tussen de 8 en 12 maanden oud. De baby reikt naar een verborgen object op plaats A en
heeft de neiging om hier nog naar te reiken, zelfs als de baby heeft gezien dat het object wordt
verplaats naar een andere verborgen plek, plaats B. Deze fout wordt gemaakt totdat ze ongeveer 1
jaar zijn. Het pre operationele stadium vindt plaats vanaf het tweede tot zevende levensjaar. De A-
not-B error wordt dan waarschijnlijk niet meer gemaakt. Het concreet operationeel stadium vindt
plaats van 7 tot 12 jaar. Ook bij deze fase wordt de fout niet meer gemaakt want volgens Piaget zou
dit tot ongeveer het eerste levensjaar zijn. Daarom dat het sensomotorisch stadium het best bij deze
omschrijving van gedrag past.
Deze vraag is een inzicht vraag omdat uit het gedrag wat omschreven is in de vraag een concept
moet worden gehaald. Als dit concept is achterhaald dan kan er een stadium aan gekoppeld worden.
De vraag is gebaseerd op een dieper begrip van Piagets stadia.
Referenties:
• Siegler, R., & Saffran, J. (2020). Theories of Cognitive Development. In How Children Develop
(6de editie, pp. 324 – 325). Worth. E-Book
• Course Opening: Prof. Franc Donkers, dia 35 en 37.
1
