Inleiding belastingrecht
Hoofdstuk 1 Fiscale geschiedenis
Tijd Soorten belastingen
Romeinse Tijd - Urinebelasting
- Grondbelasting
- In natura
Middeleeuwen - Accijns op 1e levensbehoefte (stad)
Standenstelsel Betaald door derde stand
Altijd verzekerd van inkomsten
Spaanse overheersing - Honderdste Penning (= eenmalig op
(Gold voor heel Nederland, dit doorkruiste (on)roerende goederen
de zelfstandigheid van de gewesten) - Twintigste Penning (=
omzetbelasting verkoop onroerende)
- Tiende Penning (= omzetbelasting
verkoop roerende goederen)
Gouden Eeuw - Convooien (= vergoeding aan
marine voor bescherming)
- Licentgelden (=vijand aanvallen)
- Accijnzen op 1e levensbehoefte
- Aanvullende belasting (rijke burgers)
Joseph Kerby: belasting op trouwen
en begraven
Franse bezetting - Directe belasting
Belastingstelsel van Gogel Grondbelasting
Eerlijke verdeling arm-rijk Patentenrechten
Afschaffing accijns op 1e - Indirecte belasting
levensbehoefte Accijns
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden - Vermogensbezit in combinatie met
Willem I inkomsten uit arbeid (Pierson)
Accijns op consumptiegoederen Grondlegger van de
af te schaffen inkomstenbelasting
De belastingheffing van Alva leidde tot de Tachtigjarige Oorlog
, Hoofdstuk 2 Algemene aspecten
Soort belasting Subject en object van heffing
Inkomstenbelasting Mensen over hun inkomen
Loonbelasting Mensen over hun loon
Vennootschapsbelasting Lichamen over hun winst
Omzetbelasting Ondernemers over de toegevoegde waarde in hun omzet
Onroerendezaakbelasting Mensen en lichamen over een eigen pand
Erfbelasting Mensen en lichamen over een ontvangen erfenis
Schenkbelasting Mensen en lichamen over een ontvangen schenking
Kansspelbelasting Mensen en lichamen over een gewonnen prijs uit een kansspel
Motorrijtuigenbelasting Mensen en lichamen over auto- of motorbezit
Overdrachtsbelasting Mensen en lichamen over de verkrijging van een onroerende zaak
Belasting heffen heeft drie functies:
1. Instrumentele functie = belastingen die worden ingezet als middel om een bepaald
sociaal of economisch doel te bereiken. Voor de ordening van de samenleving
De Wet IB 2001 kent in box 1 een progressief tarief (hoe hoger het inkomen, hoe
hoger de te betalen belasting). Zo worden de verschillen tussen arm en rijk kleiner
en worden de inkomens herverdeeld.
- Principiële grens: Indien de wetgever met een instrumentele maatregel inbreuk
maakt op het gelijkheidsbeginsel en draagkrachtbeginsel, aan de getroffen
instrumentele maatregel een zorgvuldige en overtuigende motivering ten grondslag
moet liggen.
Overige belastingbetalers moeten ook profijt hebben van de getroffen maatregel
(indirect).
- Praktische grens: effectiviteit en doelmatigheid.
2. Budgettaire functie = geld verdienen om collectieve uitgaven te kunnen doen, zoals
bijvoorbeeld dijken bouwen of defensie.
3. Herverdelende functie = het verschil tussen arm en rijk verkleinen
Draagkrachtsbeginsel = Het draagkrachtbeginsel houdt in dat de sterkste schouders de
zwaarste lasten dienen te dragen. Het draagkrachtbeginsel neemt een progressief element
met zich mee, omdat het ervoor zorgt dat de personen die financieel het meeste te besteden
hebben het meeste afdragen. Indicatoren: inkomen, vermogen, consumptie, winst en
omstandigheden van het geval (gezinssituatie, bijvoorbeeld beperkingen).
Hoofdstuk 1 Fiscale geschiedenis
Tijd Soorten belastingen
Romeinse Tijd - Urinebelasting
- Grondbelasting
- In natura
Middeleeuwen - Accijns op 1e levensbehoefte (stad)
Standenstelsel Betaald door derde stand
Altijd verzekerd van inkomsten
Spaanse overheersing - Honderdste Penning (= eenmalig op
(Gold voor heel Nederland, dit doorkruiste (on)roerende goederen
de zelfstandigheid van de gewesten) - Twintigste Penning (=
omzetbelasting verkoop onroerende)
- Tiende Penning (= omzetbelasting
verkoop roerende goederen)
Gouden Eeuw - Convooien (= vergoeding aan
marine voor bescherming)
- Licentgelden (=vijand aanvallen)
- Accijnzen op 1e levensbehoefte
- Aanvullende belasting (rijke burgers)
Joseph Kerby: belasting op trouwen
en begraven
Franse bezetting - Directe belasting
Belastingstelsel van Gogel Grondbelasting
Eerlijke verdeling arm-rijk Patentenrechten
Afschaffing accijns op 1e - Indirecte belasting
levensbehoefte Accijns
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden - Vermogensbezit in combinatie met
Willem I inkomsten uit arbeid (Pierson)
Accijns op consumptiegoederen Grondlegger van de
af te schaffen inkomstenbelasting
De belastingheffing van Alva leidde tot de Tachtigjarige Oorlog
, Hoofdstuk 2 Algemene aspecten
Soort belasting Subject en object van heffing
Inkomstenbelasting Mensen over hun inkomen
Loonbelasting Mensen over hun loon
Vennootschapsbelasting Lichamen over hun winst
Omzetbelasting Ondernemers over de toegevoegde waarde in hun omzet
Onroerendezaakbelasting Mensen en lichamen over een eigen pand
Erfbelasting Mensen en lichamen over een ontvangen erfenis
Schenkbelasting Mensen en lichamen over een ontvangen schenking
Kansspelbelasting Mensen en lichamen over een gewonnen prijs uit een kansspel
Motorrijtuigenbelasting Mensen en lichamen over auto- of motorbezit
Overdrachtsbelasting Mensen en lichamen over de verkrijging van een onroerende zaak
Belasting heffen heeft drie functies:
1. Instrumentele functie = belastingen die worden ingezet als middel om een bepaald
sociaal of economisch doel te bereiken. Voor de ordening van de samenleving
De Wet IB 2001 kent in box 1 een progressief tarief (hoe hoger het inkomen, hoe
hoger de te betalen belasting). Zo worden de verschillen tussen arm en rijk kleiner
en worden de inkomens herverdeeld.
- Principiële grens: Indien de wetgever met een instrumentele maatregel inbreuk
maakt op het gelijkheidsbeginsel en draagkrachtbeginsel, aan de getroffen
instrumentele maatregel een zorgvuldige en overtuigende motivering ten grondslag
moet liggen.
Overige belastingbetalers moeten ook profijt hebben van de getroffen maatregel
(indirect).
- Praktische grens: effectiviteit en doelmatigheid.
2. Budgettaire functie = geld verdienen om collectieve uitgaven te kunnen doen, zoals
bijvoorbeeld dijken bouwen of defensie.
3. Herverdelende functie = het verschil tussen arm en rijk verkleinen
Draagkrachtsbeginsel = Het draagkrachtbeginsel houdt in dat de sterkste schouders de
zwaarste lasten dienen te dragen. Het draagkrachtbeginsel neemt een progressief element
met zich mee, omdat het ervoor zorgt dat de personen die financieel het meeste te besteden
hebben het meeste afdragen. Indicatoren: inkomen, vermogen, consumptie, winst en
omstandigheden van het geval (gezinssituatie, bijvoorbeeld beperkingen).