Samenvatting scheikunde
Hoofdstuk 8: Zuren
Paragraaf 1 – De pH van een oplossing
Een oplossing kan zuur, basisch of neutraal zijn. Het verschil in zuurgraad wordt
weergegeven met de pH.
Hoe lager de pH, hoe zuurder de oplossing.
Als de pH gelijk is aan 7 dan is de oplossing neutraal.
Hoe hoger de pH, hoe basischer de oplossing.
Om te weten of een oplossing een zuur bevat kun je de oplossing onderzoeken doormiddel
van indicatoren. Indicatoren zijn stoffen die in een zure oplossing een andere kleur hebben
dan in een oplossing die niet zuur is.
Andere indicatoren:
Lakmoes
Zuur-base-indicator. Lakmoes bestaat uit rood en blauw. De kleur is afhankelijk van de
zuurgraad, zure oplossing blauwe lakmoespapier wordt rood. Basisch oplossing rood
lakmoespapier wordt blauw. Neutrale oplossing behouden van oorspronkelijke kleur.
Universeel indicator(papier)
Papier waarop een mengsel van verschillende indicatoren is aangebracht, samen kunnen ze
afhankelijk van de pH-waarde een continu verlopende kleurenreeks vertonen.
Oplossingen
Door oplossingen van kleurstoffen te gebruiken, krijg je een pH-gebied waarin de indicator
van kleur verandert, het omslagtraject.
BiNaS tabel 52A Indicatoren.
Paragraaf 2 – Zuren in water
Doormiddel van stroomgeleiding onderzoek je op microniveau of er geladen deeltjes in een
zure oplossing aanwezig zijn. Het geleiden van stroom wordt veroorzaakt door het ontstaan
van ionen bij het oplossen van een stof, de zuren reageren op water. Er ontstaan H3O+-ionen
(oxoniumion), in een reactievergelijking komt daarom ook altijd bij de oplossing H3O+ te
staan.
Als je de stof 2x verdunt, dan zal de geleidbaarheid ook halveren.
Bij oplossingen met een grotere molariteit zijn er minder ionen in de oplossing, er is
geen verhouding. (Zie afbeelding 8.11 blz. 14).
Hoofdstuk 8: Zuren
Paragraaf 1 – De pH van een oplossing
Een oplossing kan zuur, basisch of neutraal zijn. Het verschil in zuurgraad wordt
weergegeven met de pH.
Hoe lager de pH, hoe zuurder de oplossing.
Als de pH gelijk is aan 7 dan is de oplossing neutraal.
Hoe hoger de pH, hoe basischer de oplossing.
Om te weten of een oplossing een zuur bevat kun je de oplossing onderzoeken doormiddel
van indicatoren. Indicatoren zijn stoffen die in een zure oplossing een andere kleur hebben
dan in een oplossing die niet zuur is.
Andere indicatoren:
Lakmoes
Zuur-base-indicator. Lakmoes bestaat uit rood en blauw. De kleur is afhankelijk van de
zuurgraad, zure oplossing blauwe lakmoespapier wordt rood. Basisch oplossing rood
lakmoespapier wordt blauw. Neutrale oplossing behouden van oorspronkelijke kleur.
Universeel indicator(papier)
Papier waarop een mengsel van verschillende indicatoren is aangebracht, samen kunnen ze
afhankelijk van de pH-waarde een continu verlopende kleurenreeks vertonen.
Oplossingen
Door oplossingen van kleurstoffen te gebruiken, krijg je een pH-gebied waarin de indicator
van kleur verandert, het omslagtraject.
BiNaS tabel 52A Indicatoren.
Paragraaf 2 – Zuren in water
Doormiddel van stroomgeleiding onderzoek je op microniveau of er geladen deeltjes in een
zure oplossing aanwezig zijn. Het geleiden van stroom wordt veroorzaakt door het ontstaan
van ionen bij het oplossen van een stof, de zuren reageren op water. Er ontstaan H3O+-ionen
(oxoniumion), in een reactievergelijking komt daarom ook altijd bij de oplossing H3O+ te
staan.
Als je de stof 2x verdunt, dan zal de geleidbaarheid ook halveren.
Bij oplossingen met een grotere molariteit zijn er minder ionen in de oplossing, er is
geen verhouding. (Zie afbeelding 8.11 blz. 14).