Samenvatting geschiedenis
Hoofdstuk 5: veranderend mens- en wereldbeeld
Kenmerkende aspecten:
KA 18: Het begin van de Europese overzeese expansie.
KA 19: Het veranderend mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een
nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
KA 20: De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.
KA 21: De protestantse Reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot
gevolg had.
Wat is de Renaissance? (§ 1)
Renaissance
Periode tussen 1300 en 1600, waarin niet langer het hiernamaals (het leven na de dood)
centraal stond, maar de mens in het hier en nu.
Tijdens de Renaissance vond er een mentaliteitsverandering plaats, ofwel een verandering
van het mens- en wereldbeeld.
Mensbeeld: de ideeën die mensen hebben over zichzelf en de mensen om hen heen.
Wereldbeeld: de ideeën die mensen hebben over de hun bekende wereld.
Het verschil tussen de Middeleeuwen en de Renaissance: tijdens de middeleeuwen was de
relatie met God het belangrijkst en tijdens de Renaissance stond de mens centraal.
In de periode van de Renaissance zochten mensen meer inspiratie in de cultuur van de
Grieken en Romeinen uit de oudheid, het humanisme ontstond.
Humanisme
De cultuur van geleerden uit de tijd van de Renaissance. Humanisten oriënteerden zich op
de literatuur en geschiedenis uit de oudheid.
De mentaliteitsverandering vond plaats op de volgende gebieden:
Literatuur: in vergelijking met de middeleeuwen waar de geestelijkheid
‘verantwoordelijk’ was voor de literatuur, werd in deze periode de leken (niet-
geestelijken) meer betrokken bij de literatuur.
Kunst: in vergelijking met de middeleeuwen waar de kunstenaars (ambachtslieden)
godsdienstige onderwerpen uitbeelden werden in deze periode onderwerpen
gebruikt die het echte leven weerspiegelden.
Politiek: in vergelijking met de middeleeuwen waar de vorst het recht had om over
alle mensen te regeren, kwamen er nu machthebbers die handelen in het belang van
de gemeenschap.
Ontstaan, verspreiding en gevolgen van de Renaissance (§ 1)
1
Hoofdstuk 5: veranderend mens- en wereldbeeld
Kenmerkende aspecten:
KA 18: Het begin van de Europese overzeese expansie.
KA 19: Het veranderend mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een
nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
KA 20: De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.
KA 21: De protestantse Reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot
gevolg had.
Wat is de Renaissance? (§ 1)
Renaissance
Periode tussen 1300 en 1600, waarin niet langer het hiernamaals (het leven na de dood)
centraal stond, maar de mens in het hier en nu.
Tijdens de Renaissance vond er een mentaliteitsverandering plaats, ofwel een verandering
van het mens- en wereldbeeld.
Mensbeeld: de ideeën die mensen hebben over zichzelf en de mensen om hen heen.
Wereldbeeld: de ideeën die mensen hebben over de hun bekende wereld.
Het verschil tussen de Middeleeuwen en de Renaissance: tijdens de middeleeuwen was de
relatie met God het belangrijkst en tijdens de Renaissance stond de mens centraal.
In de periode van de Renaissance zochten mensen meer inspiratie in de cultuur van de
Grieken en Romeinen uit de oudheid, het humanisme ontstond.
Humanisme
De cultuur van geleerden uit de tijd van de Renaissance. Humanisten oriënteerden zich op
de literatuur en geschiedenis uit de oudheid.
De mentaliteitsverandering vond plaats op de volgende gebieden:
Literatuur: in vergelijking met de middeleeuwen waar de geestelijkheid
‘verantwoordelijk’ was voor de literatuur, werd in deze periode de leken (niet-
geestelijken) meer betrokken bij de literatuur.
Kunst: in vergelijking met de middeleeuwen waar de kunstenaars (ambachtslieden)
godsdienstige onderwerpen uitbeelden werden in deze periode onderwerpen
gebruikt die het echte leven weerspiegelden.
Politiek: in vergelijking met de middeleeuwen waar de vorst het recht had om over
alle mensen te regeren, kwamen er nu machthebbers die handelen in het belang van
de gemeenschap.
Ontstaan, verspreiding en gevolgen van de Renaissance (§ 1)
1