Afvloeilijst stappenplan –
gebaseerd op de proeftoets blok
4
TIP: WEET DAT ALLE CIJFERS GEBASEERD ZIJN OP DE PROEFTOETS VAN BLOK 4! HOUDT HET
(ANTWOORDEN) EXCEL BESTAND ERBIJ, DAN SNAP JE HET MEER!
Stap 1: Het eerste wat je moet weten is hoeveel mensen er eigenlijk afvloeien.
Stap 2: Meestal zie je in het mapje ‘Cat uitwisselbare functies’ al staan (of in de casus) welke
categorie eruit moet vloeien en welke medewerkers (functie).
Stap 3: Kijk goed van welke afdeling in de desbetreffende functie er daadwerkelijk
wegmoeten (in de proeftoets mogen alle afdelingen van Stikken weg).
Stap 4: Kijk goed hoeveel medewerkers eruit moeten. In de proeftoets zijn het er 15!
Stap 5: Dan ga je naar de personeelsgegevens. Filter deze personeelsgegevens.
Stap 6: Dan moet je bij functie alleen ‘medewerkers Stikken’ hebben. Van die lijst die je
overhoudt moet er sowieso 15 medewerkers uit vanaf de peildatum. Een peildatum geeft
aan wanneer de reorganisatie plaats gaat vinden.
Stap 7: Bij einde dienstverband sorteer je het van ‘oude naar nieuw (oplopend)’.
Stap 8: De eerste drie mensen gaan er al uit, voordat er een reorganisatie gaat plaatsvinden
(is namelijk voor de peildatum). Deze drie mensen hoef je dan ook niet mee te tellen met de
reorganisatie en hoef je dus ook niet mee te nemen als je gaat afspiegelen.
Stap 9: Maak deze namen (personen) alvast even rood. Kopieer deze gegevens en die
gegevens zet je op een nieuw tabblad genaamd: Afvloeiing Cat 1 (of af te vloeien
werknemers). Plak deze gegevens een beetje onderin (rond de 80) (of waar staat
aangegeven).
Stap 10: Maak een titel boven het tabelletje. Geef dit de naam: Uit dienst voor peildatum
(tenzij het er al staat).
Stap 11: Zorg ervoor dat als je weer teruggaat naar het personeelsbestand, dat die eerste
drie medewerkers verwijderd worden uit het personeelsbestand.
Stap 12: Nu ga je kijken of die andere drie binnen 6 maanden (na de peildatum) afvloeien, als
dat wel het geval is dan moeten zij er als eerste uit.
, Stap 13: In de proeftoets gaan alle drie de medewerkers binnen 6 maanden eruit. Maak ook
deze drie weer rood. Dan weet je dat die drie er sowieso uitgaan.
Stap 14: Dan kopieer je alle personeelsgegevens en plak je in het bestand: Afvloeiing Cat 1
(of Cat 1 med. Stikken).
Stap 15: Nu moet je in het nieuwe tabblad weer de filter over het personeelsbestand gooien.
Stap 16: Nou moeten we weten: hoeveel mensen moeten er nou afvloeien in totaal, per
categorie? We moeten weten hoeveel moeten er nou af per categorie en moeten we weten
hoeveel mensen er nou per levenscategorie er al in die categorie zitten.
Stap 17: Om dit te bekijken gaan we een draaitabel maken van dit (geplakte)
personeelsbestand. De draaitabel moet op het bestaande werkblad, dit klik je aan en je klikt
ook meteen de plek aan waar je die draaitabel wilt hebben (doe dit 2 cellen onder het
personeelsbestand).
Stap 18: Leeftijden moet naar rijen en personeelsnummer in waarden. Personeelsnummer
zet je op aantal en de leeftijden ga je groeperen. Je begint bij 15 en je eindigt bij 54 (10
ertussen houden).
Stap 19: In totaal zijn er 53 mensen in deze leeftijdscategorie waarvan er 15 weg moeten. De
draaitabel moet je tevens even kopiëren en eronder plakken (speciaal). Je gaat namelijk een
tabel ervan maken (niet echt een tabel maken, maar de opmaak is een tabel).
Stap 20: Hoeveel % van het aantal medewerkers is nou die 8 (8 is het aantal van de eerste
leeftijdscategorie) van die 53 (af te vloeien medewerkers)? Wat je doet is: = (dus de
eerste leeftijdscategorie delen door het aantal mw). Maak van het antwoord een percentage
en rond af. Zorg ervoor dat je naast het aantal van personeelsnummer een kolom maakt
met: Leeftijdsopbouw naar %.
Stap 21: Zorg dat je (wat je hierboven hebt gedaan) ook doet bij de rest van de
leeftijdscategorieën.
Stap 22: Nou moet je weten: af te vloeien medewerkers. Hoeveel medewerkers moeten er
nou uit? Wat je doet is boven dit tabel een cel toevoegen met de titel: Aantal af te vloeien
medewerkers en erachter in een aparte cel zet je 15 neer (of een ander getal, dit is enkel van
de proeftoets).
Stap 23: Bij af te vloeien medewerkers per leeftijdscategorie reken je uit: =het eerste
percentage van de eerste leeftijdscategorie * die 15 (medewerkers).
Stap 24: Dit doe je ook bij de rest van de leeftijdscategorieën. Rond alles af op 1 decimaal.
Stap 25: Dan ga je kijken: hoeveel mensen moeten er zometeen al uit voor 26 weken?
Gebruik de titel: aantal tijdelijke contracten korter dan 26 weken. Dit doe je door te kijken
naar het personeelsbestand en te kijken hoe oud de medewerkers zijn die er al uit moeten
gebaseerd op de proeftoets blok
4
TIP: WEET DAT ALLE CIJFERS GEBASEERD ZIJN OP DE PROEFTOETS VAN BLOK 4! HOUDT HET
(ANTWOORDEN) EXCEL BESTAND ERBIJ, DAN SNAP JE HET MEER!
Stap 1: Het eerste wat je moet weten is hoeveel mensen er eigenlijk afvloeien.
Stap 2: Meestal zie je in het mapje ‘Cat uitwisselbare functies’ al staan (of in de casus) welke
categorie eruit moet vloeien en welke medewerkers (functie).
Stap 3: Kijk goed van welke afdeling in de desbetreffende functie er daadwerkelijk
wegmoeten (in de proeftoets mogen alle afdelingen van Stikken weg).
Stap 4: Kijk goed hoeveel medewerkers eruit moeten. In de proeftoets zijn het er 15!
Stap 5: Dan ga je naar de personeelsgegevens. Filter deze personeelsgegevens.
Stap 6: Dan moet je bij functie alleen ‘medewerkers Stikken’ hebben. Van die lijst die je
overhoudt moet er sowieso 15 medewerkers uit vanaf de peildatum. Een peildatum geeft
aan wanneer de reorganisatie plaats gaat vinden.
Stap 7: Bij einde dienstverband sorteer je het van ‘oude naar nieuw (oplopend)’.
Stap 8: De eerste drie mensen gaan er al uit, voordat er een reorganisatie gaat plaatsvinden
(is namelijk voor de peildatum). Deze drie mensen hoef je dan ook niet mee te tellen met de
reorganisatie en hoef je dus ook niet mee te nemen als je gaat afspiegelen.
Stap 9: Maak deze namen (personen) alvast even rood. Kopieer deze gegevens en die
gegevens zet je op een nieuw tabblad genaamd: Afvloeiing Cat 1 (of af te vloeien
werknemers). Plak deze gegevens een beetje onderin (rond de 80) (of waar staat
aangegeven).
Stap 10: Maak een titel boven het tabelletje. Geef dit de naam: Uit dienst voor peildatum
(tenzij het er al staat).
Stap 11: Zorg ervoor dat als je weer teruggaat naar het personeelsbestand, dat die eerste
drie medewerkers verwijderd worden uit het personeelsbestand.
Stap 12: Nu ga je kijken of die andere drie binnen 6 maanden (na de peildatum) afvloeien, als
dat wel het geval is dan moeten zij er als eerste uit.
, Stap 13: In de proeftoets gaan alle drie de medewerkers binnen 6 maanden eruit. Maak ook
deze drie weer rood. Dan weet je dat die drie er sowieso uitgaan.
Stap 14: Dan kopieer je alle personeelsgegevens en plak je in het bestand: Afvloeiing Cat 1
(of Cat 1 med. Stikken).
Stap 15: Nu moet je in het nieuwe tabblad weer de filter over het personeelsbestand gooien.
Stap 16: Nou moeten we weten: hoeveel mensen moeten er nou afvloeien in totaal, per
categorie? We moeten weten hoeveel moeten er nou af per categorie en moeten we weten
hoeveel mensen er nou per levenscategorie er al in die categorie zitten.
Stap 17: Om dit te bekijken gaan we een draaitabel maken van dit (geplakte)
personeelsbestand. De draaitabel moet op het bestaande werkblad, dit klik je aan en je klikt
ook meteen de plek aan waar je die draaitabel wilt hebben (doe dit 2 cellen onder het
personeelsbestand).
Stap 18: Leeftijden moet naar rijen en personeelsnummer in waarden. Personeelsnummer
zet je op aantal en de leeftijden ga je groeperen. Je begint bij 15 en je eindigt bij 54 (10
ertussen houden).
Stap 19: In totaal zijn er 53 mensen in deze leeftijdscategorie waarvan er 15 weg moeten. De
draaitabel moet je tevens even kopiëren en eronder plakken (speciaal). Je gaat namelijk een
tabel ervan maken (niet echt een tabel maken, maar de opmaak is een tabel).
Stap 20: Hoeveel % van het aantal medewerkers is nou die 8 (8 is het aantal van de eerste
leeftijdscategorie) van die 53 (af te vloeien medewerkers)? Wat je doet is: = (dus de
eerste leeftijdscategorie delen door het aantal mw). Maak van het antwoord een percentage
en rond af. Zorg ervoor dat je naast het aantal van personeelsnummer een kolom maakt
met: Leeftijdsopbouw naar %.
Stap 21: Zorg dat je (wat je hierboven hebt gedaan) ook doet bij de rest van de
leeftijdscategorieën.
Stap 22: Nou moet je weten: af te vloeien medewerkers. Hoeveel medewerkers moeten er
nou uit? Wat je doet is boven dit tabel een cel toevoegen met de titel: Aantal af te vloeien
medewerkers en erachter in een aparte cel zet je 15 neer (of een ander getal, dit is enkel van
de proeftoets).
Stap 23: Bij af te vloeien medewerkers per leeftijdscategorie reken je uit: =het eerste
percentage van de eerste leeftijdscategorie * die 15 (medewerkers).
Stap 24: Dit doe je ook bij de rest van de leeftijdscategorieën. Rond alles af op 1 decimaal.
Stap 25: Dan ga je kijken: hoeveel mensen moeten er zometeen al uit voor 26 weken?
Gebruik de titel: aantal tijdelijke contracten korter dan 26 weken. Dit doe je door te kijken
naar het personeelsbestand en te kijken hoe oud de medewerkers zijn die er al uit moeten
