Hoorcollege 7
Transport betekent de beweging van het product vanaf een locatie naar een andere locatie in de
supply chain. Transport is een significant onderdeel van de logistieke kosten. Graag wil het bedrijf
deze transportkosten tot een minimum beperken. Transport moet worden beschouwd als een
winstpotentieel concurrentievoordeel.
Factoren die de modale keuze bepalen over transport:
Partijen betrokken bij transport
Dit zijn de eigenaars en beheerders van de transportinfrastructuur. Er zijn twee belangrijke partijen:
- Vervoerder (Carrier). De partij die het product verplaats of vervoert.
Daarnaast komen er kosten bij kijken. Denk aan voertuig gerelateerde kosten, vaste
operationele kosten en reis gerelateerde kosten.
- Verzender (Shipper). De partij die de beweging van het product tussen twee punten vereist.
De verzender is eigenaar van de producten. Denk hierbij aan transportkosten, deze zijn in
rekening gebracht door de vervoerders. Daarnaast komen er voorraadkosten en faciliteit
kosten bij kijken.
Verzendvoorwaarden (Terms of shipment)
De verzendvoorwaarden bepalen wie verantwoordelijk is voor de verschillende leveringsfasen, wie
de risico’s draagt en wie betaalt voor de verschillende transportelementen.
De twee meest voorkomende verzendvoorwaarden:
- FOB (Free-on-board). De productprijs van de verkoper is exclusief de uiteindelijke levering.
De verkoper is verlost van de verantwoordelijkheid wanneer de producten verzonden zijn.
- CIF (Cost insurance freight). De productprijs van de verkoper omvat de kosten om de
goederen naar de plaats van bestemming te brengen. De verkoper heeft de
verantwoordelijkheid totdat de producten zijn geleverd op bestemming.
Als koper kan men goedkopere prijzen onderhandelen bij FOB dan bij CIF.
Kenmerken van vervoerswijzen
Een transportdienst is een set van prestatiekenmerken die tegen een bepaalde prijs zijn gekocht.
Verschillende vervoerswijzen:
- Air. Een groot voordeel is de korte levertijd over de lange afstanden. Dit is waardevol voor de
responsiviteit van de keten en de voorraadkosten te beperken. Het nadeel is de hoge kosten.
Daarnaast is het een uitdaging om dit transport en het personeel te plannen. Ook moet de
capaciteit optimaal benut worden, dit wordt yield management genoemd.
- Rail. Een goedkope verzending over lange afstand van grote en zware ladingen wanneer
korte en betrouwbare levertijden niet belangrijk zijn. Er zijn hoge vaste kosten, zoals
apparatuur, terminals en spooronderhoud. Daarnaast is het een uitdaging om voertuigen en
personeel te plannen. Ook zijn er vaak spoor en terminalvertragingen.
- Water. Transport over binnenwater, kustwateren en oceaan. Zeer grote ladingen voor lage
kosten. Transport over water domineert in de wereldhandel. Dit wordt vaak gebruikt voor
producten van lage waarde wanneer de levertijd geen prioriteit is. Problemen kunnen zijn op
gebied van vertraging, veiligheid en congestie in de haven.
- Truck. Dominante transportwijze voor het vervoeren van een grote verscheidenheid aan
vracht. Het is een middenweg tussen snel en duur (air) of langzaam en goedkoop (rail en
water). Het belangrijkste voordeel is het grote wegennetwerk. Bij de truck load is het
belangrijk dat het volledig gebruikt wordt en lege kilometers te beperken. Denk aan heen en
terug vracht, dit heet consolidatie. Daarnaast moet er slim gekeken worden naar de route.
- Pipeline. Transport gebruikt voor vloeistoffen en aardgas vervoer. Vaste stoffen worden
soms gemengd in vloeistoffen. Het is een grote investering om dit transport te bouwen. Dit is
Transport betekent de beweging van het product vanaf een locatie naar een andere locatie in de
supply chain. Transport is een significant onderdeel van de logistieke kosten. Graag wil het bedrijf
deze transportkosten tot een minimum beperken. Transport moet worden beschouwd als een
winstpotentieel concurrentievoordeel.
Factoren die de modale keuze bepalen over transport:
Partijen betrokken bij transport
Dit zijn de eigenaars en beheerders van de transportinfrastructuur. Er zijn twee belangrijke partijen:
- Vervoerder (Carrier). De partij die het product verplaats of vervoert.
Daarnaast komen er kosten bij kijken. Denk aan voertuig gerelateerde kosten, vaste
operationele kosten en reis gerelateerde kosten.
- Verzender (Shipper). De partij die de beweging van het product tussen twee punten vereist.
De verzender is eigenaar van de producten. Denk hierbij aan transportkosten, deze zijn in
rekening gebracht door de vervoerders. Daarnaast komen er voorraadkosten en faciliteit
kosten bij kijken.
Verzendvoorwaarden (Terms of shipment)
De verzendvoorwaarden bepalen wie verantwoordelijk is voor de verschillende leveringsfasen, wie
de risico’s draagt en wie betaalt voor de verschillende transportelementen.
De twee meest voorkomende verzendvoorwaarden:
- FOB (Free-on-board). De productprijs van de verkoper is exclusief de uiteindelijke levering.
De verkoper is verlost van de verantwoordelijkheid wanneer de producten verzonden zijn.
- CIF (Cost insurance freight). De productprijs van de verkoper omvat de kosten om de
goederen naar de plaats van bestemming te brengen. De verkoper heeft de
verantwoordelijkheid totdat de producten zijn geleverd op bestemming.
Als koper kan men goedkopere prijzen onderhandelen bij FOB dan bij CIF.
Kenmerken van vervoerswijzen
Een transportdienst is een set van prestatiekenmerken die tegen een bepaalde prijs zijn gekocht.
Verschillende vervoerswijzen:
- Air. Een groot voordeel is de korte levertijd over de lange afstanden. Dit is waardevol voor de
responsiviteit van de keten en de voorraadkosten te beperken. Het nadeel is de hoge kosten.
Daarnaast is het een uitdaging om dit transport en het personeel te plannen. Ook moet de
capaciteit optimaal benut worden, dit wordt yield management genoemd.
- Rail. Een goedkope verzending over lange afstand van grote en zware ladingen wanneer
korte en betrouwbare levertijden niet belangrijk zijn. Er zijn hoge vaste kosten, zoals
apparatuur, terminals en spooronderhoud. Daarnaast is het een uitdaging om voertuigen en
personeel te plannen. Ook zijn er vaak spoor en terminalvertragingen.
- Water. Transport over binnenwater, kustwateren en oceaan. Zeer grote ladingen voor lage
kosten. Transport over water domineert in de wereldhandel. Dit wordt vaak gebruikt voor
producten van lage waarde wanneer de levertijd geen prioriteit is. Problemen kunnen zijn op
gebied van vertraging, veiligheid en congestie in de haven.
- Truck. Dominante transportwijze voor het vervoeren van een grote verscheidenheid aan
vracht. Het is een middenweg tussen snel en duur (air) of langzaam en goedkoop (rail en
water). Het belangrijkste voordeel is het grote wegennetwerk. Bij de truck load is het
belangrijk dat het volledig gebruikt wordt en lege kilometers te beperken. Denk aan heen en
terug vracht, dit heet consolidatie. Daarnaast moet er slim gekeken worden naar de route.
- Pipeline. Transport gebruikt voor vloeistoffen en aardgas vervoer. Vaste stoffen worden
soms gemengd in vloeistoffen. Het is een grote investering om dit transport te bouwen. Dit is