Samenvatting ak hoofdstuk 4 boek globalisering:
Par 4.1 knooppunten in mondiale netwerken:
Wereldsteden:
Steden spelen een grote rol in het economische, politieke en culturele leven. Meer
dan de helft van de wereldbevolking woont en werkt in steden.
Een aantal steden zijn uitgegroeid tot een wereldstad (metropool/global city).
= steden die belangrijke functies vervullen (niet alleen voor het land, maar ook voor
het buitenland)
- De meeste metropolen liggen in de centrumlanden.
- Een global city hoeft niet altijd de meeste bewoners te hebben.
In het noordoosten van de V.S. liggen meer steden dan NY. Ze vormen een stedelijk
netwerk.
Megalopolis = sterk verstedelijkte zone (heet in noordoosten de BosWash (van
Boston naar Washington) de steden zijn onderling sterk verbonden, maar hebben
eigen specialisatie, zoals industriestad, havenstad of universiteitsstad.
New York: ligging en positie als global city:
Door de ligging aan een natuurlijke haven is NY uitgegroeid tot een economisch
stedelijk knooppunt. (gunstige relatieve ligging)
In de tijd van kolonialisatie stichtte Holland NY en ontstonden er velen
vestiginskolonies → ze concurreerden met elkaar om de beste verbinding met de
westelijker gelegen gebieden. De aanlegging van kanalen, zoals: de Hudson,
Eriekanaal en Barge Canal. → bezorgde NY een economische voorsprong op andere
steden.
- Rivieren leidden naar groot achterland waar commerciële landbouw tot ontwikkeling
kwam.
Tegenwoordig is dit achterland samen met de hub van NY een belangrijke
mainportregio. Via deze regio worden velen goederenstromen (van grondstoffen tot
eindproducten) gedistribueerd over wegen. (spokes: spoorlijnen en
(water/lucht)wegen)
De goederen uit het achterland worden naar NY gebracht. Vanuit hier naar andere
mainports. (NY is een hub/mondiaal knooppunt in spokenetwerk)
Dankzij de ICT-infrastructuur is de functie als hoofdzetel van de mondiale financiële
markten verder gegroeid. Veel mensen werken in de handel en zakelijke
dienstverlening.
In het hart van de stad de grootste beurs ter wereld, grote banken en andere
financiële instellingen. (veel hoofdkantoren)
Washington DC: zetel van de wereldmacht:
Na de onafhankelijkheidsoorlog werd DC het federale regeringscentrum.
- De stad ligt strategisch aan de rivier de Potomac. De verreikende politieke macht van
de stad maakt de stad een global city.
Er zijn in DC veel overheidsinstellingen en internationale organisaties gevestigd. In
het witte huis bevindt zich de uitvoerende macht van de V.S.
, In het Capitool bevindt zich de zetel van de wetgevende macht. Dichtbij liggen de
Wereldbank, hooggerechtshof en invloedrijke pers instellingen.
Sommige overheidsgebouwen zijn vanuit het centrum naar andere plekken verhuisd.
(= decentralisatie) → Arlington groeide. Hier is de Amerikaanse militaire macht
(Pentagon)
Los Angeles: culturele global city:
Ontstond in het uiterste zuidwesten van de V.S. als katholieke en Spaanse missiepost
aan de rivier. De relatieve ligging verbeterde eind 19e eeuw ten opzichte van andere
steden door de aansluiting op het nationale spoorlijnnetwerk. → LA groeide pas echt
hierna.
LA is tegenwoordig bekend door Hollywood. Een van de grootste werkgevers in het
gebied.
Ook bij andere economische activiteiten, zoals architectuur, mode, reclame,
entertainment en het design is de symbolische waarde net zo groot als de functionele
waarde.
Ze vormen samen de creatieve sector. Als deze activiteiten veel voorkomen in een
stad, is de stad een creatieve stad.
Bij deze sectoren speelt innovatie een belangrijke rol. Innovatieve bedrijven (meestal
economisch cluster) maken gebruik van elkaars diensten, maar zijn ook
concurrenten.
- → De bedrijven zijn de motoren van de culturele industrie
De creatieve sectoren zijn erg aantrekkelijk voor mensen uit de hele wereld. → Er
wonen veel mensen met verschillende culturen in LA. Hun onderlinge beïnvloeding is
groot.
Kosmopolitisme: wanneer inwoners zich wereldburger voelen en zich dus niet
verbonden voelen met de regio zelf.
LA heeft ook een mainportfunctie. De infrastructuur is minder belangrijk. Hier zijn de
lucht- en zeehavens de belangrijkste gateways van het achterland.
Par 4.1 knooppunten in mondiale netwerken:
Wereldsteden:
Steden spelen een grote rol in het economische, politieke en culturele leven. Meer
dan de helft van de wereldbevolking woont en werkt in steden.
Een aantal steden zijn uitgegroeid tot een wereldstad (metropool/global city).
= steden die belangrijke functies vervullen (niet alleen voor het land, maar ook voor
het buitenland)
- De meeste metropolen liggen in de centrumlanden.
- Een global city hoeft niet altijd de meeste bewoners te hebben.
In het noordoosten van de V.S. liggen meer steden dan NY. Ze vormen een stedelijk
netwerk.
Megalopolis = sterk verstedelijkte zone (heet in noordoosten de BosWash (van
Boston naar Washington) de steden zijn onderling sterk verbonden, maar hebben
eigen specialisatie, zoals industriestad, havenstad of universiteitsstad.
New York: ligging en positie als global city:
Door de ligging aan een natuurlijke haven is NY uitgegroeid tot een economisch
stedelijk knooppunt. (gunstige relatieve ligging)
In de tijd van kolonialisatie stichtte Holland NY en ontstonden er velen
vestiginskolonies → ze concurreerden met elkaar om de beste verbinding met de
westelijker gelegen gebieden. De aanlegging van kanalen, zoals: de Hudson,
Eriekanaal en Barge Canal. → bezorgde NY een economische voorsprong op andere
steden.
- Rivieren leidden naar groot achterland waar commerciële landbouw tot ontwikkeling
kwam.
Tegenwoordig is dit achterland samen met de hub van NY een belangrijke
mainportregio. Via deze regio worden velen goederenstromen (van grondstoffen tot
eindproducten) gedistribueerd over wegen. (spokes: spoorlijnen en
(water/lucht)wegen)
De goederen uit het achterland worden naar NY gebracht. Vanuit hier naar andere
mainports. (NY is een hub/mondiaal knooppunt in spokenetwerk)
Dankzij de ICT-infrastructuur is de functie als hoofdzetel van de mondiale financiële
markten verder gegroeid. Veel mensen werken in de handel en zakelijke
dienstverlening.
In het hart van de stad de grootste beurs ter wereld, grote banken en andere
financiële instellingen. (veel hoofdkantoren)
Washington DC: zetel van de wereldmacht:
Na de onafhankelijkheidsoorlog werd DC het federale regeringscentrum.
- De stad ligt strategisch aan de rivier de Potomac. De verreikende politieke macht van
de stad maakt de stad een global city.
Er zijn in DC veel overheidsinstellingen en internationale organisaties gevestigd. In
het witte huis bevindt zich de uitvoerende macht van de V.S.
, In het Capitool bevindt zich de zetel van de wetgevende macht. Dichtbij liggen de
Wereldbank, hooggerechtshof en invloedrijke pers instellingen.
Sommige overheidsgebouwen zijn vanuit het centrum naar andere plekken verhuisd.
(= decentralisatie) → Arlington groeide. Hier is de Amerikaanse militaire macht
(Pentagon)
Los Angeles: culturele global city:
Ontstond in het uiterste zuidwesten van de V.S. als katholieke en Spaanse missiepost
aan de rivier. De relatieve ligging verbeterde eind 19e eeuw ten opzichte van andere
steden door de aansluiting op het nationale spoorlijnnetwerk. → LA groeide pas echt
hierna.
LA is tegenwoordig bekend door Hollywood. Een van de grootste werkgevers in het
gebied.
Ook bij andere economische activiteiten, zoals architectuur, mode, reclame,
entertainment en het design is de symbolische waarde net zo groot als de functionele
waarde.
Ze vormen samen de creatieve sector. Als deze activiteiten veel voorkomen in een
stad, is de stad een creatieve stad.
Bij deze sectoren speelt innovatie een belangrijke rol. Innovatieve bedrijven (meestal
economisch cluster) maken gebruik van elkaars diensten, maar zijn ook
concurrenten.
- → De bedrijven zijn de motoren van de culturele industrie
De creatieve sectoren zijn erg aantrekkelijk voor mensen uit de hele wereld. → Er
wonen veel mensen met verschillende culturen in LA. Hun onderlinge beïnvloeding is
groot.
Kosmopolitisme: wanneer inwoners zich wereldburger voelen en zich dus niet
verbonden voelen met de regio zelf.
LA heeft ook een mainportfunctie. De infrastructuur is minder belangrijk. Hier zijn de
lucht- en zeehavens de belangrijkste gateways van het achterland.
