Hoofdstuk 13 – Werkloosheid en inflatie
Inleiding
Werkloosheidsgraad
= aantal werklozen/actieve bevolking
Conjunctuurgevoelig
➔ In tijden van crisis stijgt werkloosheidgraad
In Europa meer structureel dan conjunctureel
➔ Meer bescherming van werknemers en moeilijker om mensen te ontslaan
➔ Werkloosheidgraad is niet meer gedaald sinds economische crisis
Erg hoge cijfers in probleemlanden PIGS
- Portugal
- Italië
- Griekenland
- Spanje
Werkloosheid in België
Werkloosheid groter in BHG en Waals gewest
Jongeren hebben hogere werkloosheidsgraad
Hoe lager opleidingsniveau, hoe meer werkloosheid
Werkloosheid en inactiviteit
Definitie van Labour Force Survey is internationaal vergelijkbaar
𝑈 𝑈
Werkloosheidsgraad u = 𝐴 = 𝐿+𝑈
U = aantal werklozen
A = actieve bevolking = werkenden (L) + werklozen (U)
𝐿
Werkgelegenheidsgraad l = 𝐵𝑎𝑙
Bal = bevolking op actieve leeftijd
=L+U+O
O = mensen die niet meer anticiperen op de arbeidsmarkt
➔ Vb. studenten, huismoeders, mensen die zoektocht naar werk hebben opgegeven
𝐿+𝑈
Activiteitsgraad a =
𝐵𝑎𝑙
, Kosten
Economisch: ongebruikte productiecapaciteit
Sociaal: spanningen en ongelijke spreiding van werkloosheid
Financieel: overheidsinkomsten verminderen en uitgaven stijgen door transfers
Types
Niet – conjuncturele werkloosheid
- Frictionele werkloosheid
Iemand die overstap van job naar job
- Seizoenswerkloosheid
Vb. fruitteelt, woningbouw…
- Technische werkloosheid
Tijdelijk niet werken
➔ Hier moet overheid niet ingrijpen
- Natuurlijke werkloosheidsgraad u*
Conjuncturele werkloosheid
➔ Oorzaak = tekortschieten van AV
Bij negatieve vraagschok is een tijdelijk daling in output, waardoor tijdelijk meer
werkloosheid zal zijn
Natuurlijke werkloosheid
= tegenhanger van natuurlijk outputniveau
Wordt enkel beïnvloed door aanbodschok, niet door AV
Als Y* stijgt, zal u* dalen
➔ Kan wijzigen door vb. technologische vooruitgang, globalisering, wijzigingen op arbeidsmarkt
Inleiding
Werkloosheidsgraad
= aantal werklozen/actieve bevolking
Conjunctuurgevoelig
➔ In tijden van crisis stijgt werkloosheidgraad
In Europa meer structureel dan conjunctureel
➔ Meer bescherming van werknemers en moeilijker om mensen te ontslaan
➔ Werkloosheidgraad is niet meer gedaald sinds economische crisis
Erg hoge cijfers in probleemlanden PIGS
- Portugal
- Italië
- Griekenland
- Spanje
Werkloosheid in België
Werkloosheid groter in BHG en Waals gewest
Jongeren hebben hogere werkloosheidsgraad
Hoe lager opleidingsniveau, hoe meer werkloosheid
Werkloosheid en inactiviteit
Definitie van Labour Force Survey is internationaal vergelijkbaar
𝑈 𝑈
Werkloosheidsgraad u = 𝐴 = 𝐿+𝑈
U = aantal werklozen
A = actieve bevolking = werkenden (L) + werklozen (U)
𝐿
Werkgelegenheidsgraad l = 𝐵𝑎𝑙
Bal = bevolking op actieve leeftijd
=L+U+O
O = mensen die niet meer anticiperen op de arbeidsmarkt
➔ Vb. studenten, huismoeders, mensen die zoektocht naar werk hebben opgegeven
𝐿+𝑈
Activiteitsgraad a =
𝐵𝑎𝑙
, Kosten
Economisch: ongebruikte productiecapaciteit
Sociaal: spanningen en ongelijke spreiding van werkloosheid
Financieel: overheidsinkomsten verminderen en uitgaven stijgen door transfers
Types
Niet – conjuncturele werkloosheid
- Frictionele werkloosheid
Iemand die overstap van job naar job
- Seizoenswerkloosheid
Vb. fruitteelt, woningbouw…
- Technische werkloosheid
Tijdelijk niet werken
➔ Hier moet overheid niet ingrijpen
- Natuurlijke werkloosheidsgraad u*
Conjuncturele werkloosheid
➔ Oorzaak = tekortschieten van AV
Bij negatieve vraagschok is een tijdelijk daling in output, waardoor tijdelijk meer
werkloosheid zal zijn
Natuurlijke werkloosheid
= tegenhanger van natuurlijk outputniveau
Wordt enkel beïnvloed door aanbodschok, niet door AV
Als Y* stijgt, zal u* dalen
➔ Kan wijzigen door vb. technologische vooruitgang, globalisering, wijzigingen op arbeidsmarkt