Microbiologie 2.1
Week 1
‘Lastige’ micro-organismen zorgen voor bederf. Bederf is de achteruitgang van
kwaliteit. Gevaarlijke bacteriën zijn schadelijk voor de gezondheid of je kan er zelfs
dood aan gaan.
Taxonomie -> organismen in 3 domeinen:
1. Bacteria
2. Archaea
3. Eukaryota
Prokaryoten: Een prokaryoot organisme is een eencellig organisme zonder de
compartimentering van de cel, zoals die voorkomen bij eukaryoten. De celkern en
andere organellen ontbreken. De prokaryoten omvatten de bacteriën en de archaea.
Eukaryoten: Dit zijn organismen waarvan iedere cel een celkern bevat. Daarnaast
hebben de cellen ook nog andere organellen.
Als er verteld wordt over bacteriën dan worden ze eerst genoemd bij het
geslacht en dan bij soort, in cursief.
Lastige bacteriën -> Daar word je ziek van.
Gevaarlijke bacteriën -> Hier kun je dood aan gaan -> pathogenen.
Nuttige bacteriën -> Deze zijn nodig voor fermentatie, nodig bij het
maken van verschillende voedingsmiddelen.
Voedselinfectie -> Hierbij zijn je darmen ontregeld.
Voedselvergiftiging -> Hierbij is gif in het voedsel aanwezig gemaakt
door microben.
Bacteriën -> vermeerderen door deling:
Bacteriën vermeerderen zich door te delen, dit noemen we exponentiële
groei.
1 -> 2 -> 4 -> 8 -> 16 -> 32 -> … etc. (= 2n)
Nt = No x 2n
Nt = Uiteindelijke aantal cellen
No = Aantal cellen aan het begin
n = Aantal celdelingen
‘Log schaal’ is een duidelijkere grafiek waar de groei beter bekeken kan worden.
Logaritme: Het omgekeerde van machtsverheffen. Het helpt grotere getallen
makkelijker weer te geven.
Logaritme -> 10Log (1000) = 3, want 103 = 1000
Machtsverheffen -> 103 = 10x10x10 = 1000
Bacteriën vermenigvuldigen het beste in een omgeving waar voeding is. Vaak in het
bijzijn van water.
,Micro-organismen in levensmiddelen:
Bacteriën
Schimmels
Gisten
Prokaryoten -> Bacteriën:
- Hebben geen celkern
- DNA drijft los in de cel
Eukaryoten -> Gist, schimmels, plant, dier, mens:
- Hebben een celkern
- Hebben organellen
Eukaryote cel Prokaryote cel
Celbouw Complex Simpel
DNA + +
Celkern + -
Celmembraan + +
Organellen + -
Ribosomen + +
Celwand +* +
*Niet bij dier en mens.
Schimmels -> vermeerderen door sporen:
- Sporen worden gevormd door speciale cellen
Gisten -> vermeerderen door knopvorming:
- Knopvorming (budding)
- Gistcel (10µ) is 5-10x groter dan een bacterie
Bederfgrens: 107 -> 7 log bacteriën/ml. Dit is
algemeen voor alle bacteriën.
Bacteriën zijn in te delen in:
Staafjes
Coc
Spiril
Vibrio
Spore vormer
Fimbiae
Flagellen
G+ of G- zegt iets over de celwand van de cel.
Bij G+ is de celwand dikker. Bij G- is de cel(wand) dunner.
Sporenvorming -> bacteriën -> overlevingsstrategie:
, - Gebeurt als reactie op stress
- Alleen de spore blijf uiteindelijk over (lysis moedercel)
- Resistent tegen uitdroging, straling, verhitting, etc.
- Niet alle bacteriën kunnen dit
Sporen:
- Zijn overal aanwezig -> Grondstoffen, omgeving, apparatuur, eindproducten.
- Overleving productieprocessen, behalve sterilisatie.
- Ontkieming/uitgroei tijdens distributie en opslag leiden tot bederf,
voedselvergiftigingen of -infecties.
G- zorgen voor endotoxines -> invasie in de darm -> voedselinfectie.
G+ zorgen voor exotoxines -> komen voor in levensmiddelen -> voedselvergiftiging.
Naamgeving: Geslacht (altijd met hoofdletter) + soort (zonder hoofdletter) in cursief
(binominale namenclatuur).
Andere soorten die eigenlijk niet tot M.O. behoren, maar daar wel onder worden
geplaatst:
Virussen (zijn geen levende organismen) Antoni van leeuwenhoek
Parasitaire protozoën ontwikkelde in de 17e eeuw
Wormen de eerste microscoop
Van alle levende organismen zijn alleen de bacteriën en de waarmee het mogelijk was
arachae-bacteriën (oerbacteriën) prokaryoot. Alle overige om micro-organismen te zien.
levensvormen zijn eukaryoot.
De 3 domeinen van alle levende wezens:
1. Bacteriën
2. Arachae-bacteriën
3. Eukaryoten
De 4 rijken van eukaryoten:
1. Dieren
2. Planten
3. Schimmels
4. Protista
M.O. zijn onderverdeeld in:
Klassen
Families
Geslachten
Soorten
Bacteriën planten zich voort door binaire deling; dit is ongeslachtelijke voortplanting.
Week 1
‘Lastige’ micro-organismen zorgen voor bederf. Bederf is de achteruitgang van
kwaliteit. Gevaarlijke bacteriën zijn schadelijk voor de gezondheid of je kan er zelfs
dood aan gaan.
Taxonomie -> organismen in 3 domeinen:
1. Bacteria
2. Archaea
3. Eukaryota
Prokaryoten: Een prokaryoot organisme is een eencellig organisme zonder de
compartimentering van de cel, zoals die voorkomen bij eukaryoten. De celkern en
andere organellen ontbreken. De prokaryoten omvatten de bacteriën en de archaea.
Eukaryoten: Dit zijn organismen waarvan iedere cel een celkern bevat. Daarnaast
hebben de cellen ook nog andere organellen.
Als er verteld wordt over bacteriën dan worden ze eerst genoemd bij het
geslacht en dan bij soort, in cursief.
Lastige bacteriën -> Daar word je ziek van.
Gevaarlijke bacteriën -> Hier kun je dood aan gaan -> pathogenen.
Nuttige bacteriën -> Deze zijn nodig voor fermentatie, nodig bij het
maken van verschillende voedingsmiddelen.
Voedselinfectie -> Hierbij zijn je darmen ontregeld.
Voedselvergiftiging -> Hierbij is gif in het voedsel aanwezig gemaakt
door microben.
Bacteriën -> vermeerderen door deling:
Bacteriën vermeerderen zich door te delen, dit noemen we exponentiële
groei.
1 -> 2 -> 4 -> 8 -> 16 -> 32 -> … etc. (= 2n)
Nt = No x 2n
Nt = Uiteindelijke aantal cellen
No = Aantal cellen aan het begin
n = Aantal celdelingen
‘Log schaal’ is een duidelijkere grafiek waar de groei beter bekeken kan worden.
Logaritme: Het omgekeerde van machtsverheffen. Het helpt grotere getallen
makkelijker weer te geven.
Logaritme -> 10Log (1000) = 3, want 103 = 1000
Machtsverheffen -> 103 = 10x10x10 = 1000
Bacteriën vermenigvuldigen het beste in een omgeving waar voeding is. Vaak in het
bijzijn van water.
,Micro-organismen in levensmiddelen:
Bacteriën
Schimmels
Gisten
Prokaryoten -> Bacteriën:
- Hebben geen celkern
- DNA drijft los in de cel
Eukaryoten -> Gist, schimmels, plant, dier, mens:
- Hebben een celkern
- Hebben organellen
Eukaryote cel Prokaryote cel
Celbouw Complex Simpel
DNA + +
Celkern + -
Celmembraan + +
Organellen + -
Ribosomen + +
Celwand +* +
*Niet bij dier en mens.
Schimmels -> vermeerderen door sporen:
- Sporen worden gevormd door speciale cellen
Gisten -> vermeerderen door knopvorming:
- Knopvorming (budding)
- Gistcel (10µ) is 5-10x groter dan een bacterie
Bederfgrens: 107 -> 7 log bacteriën/ml. Dit is
algemeen voor alle bacteriën.
Bacteriën zijn in te delen in:
Staafjes
Coc
Spiril
Vibrio
Spore vormer
Fimbiae
Flagellen
G+ of G- zegt iets over de celwand van de cel.
Bij G+ is de celwand dikker. Bij G- is de cel(wand) dunner.
Sporenvorming -> bacteriën -> overlevingsstrategie:
, - Gebeurt als reactie op stress
- Alleen de spore blijf uiteindelijk over (lysis moedercel)
- Resistent tegen uitdroging, straling, verhitting, etc.
- Niet alle bacteriën kunnen dit
Sporen:
- Zijn overal aanwezig -> Grondstoffen, omgeving, apparatuur, eindproducten.
- Overleving productieprocessen, behalve sterilisatie.
- Ontkieming/uitgroei tijdens distributie en opslag leiden tot bederf,
voedselvergiftigingen of -infecties.
G- zorgen voor endotoxines -> invasie in de darm -> voedselinfectie.
G+ zorgen voor exotoxines -> komen voor in levensmiddelen -> voedselvergiftiging.
Naamgeving: Geslacht (altijd met hoofdletter) + soort (zonder hoofdletter) in cursief
(binominale namenclatuur).
Andere soorten die eigenlijk niet tot M.O. behoren, maar daar wel onder worden
geplaatst:
Virussen (zijn geen levende organismen) Antoni van leeuwenhoek
Parasitaire protozoën ontwikkelde in de 17e eeuw
Wormen de eerste microscoop
Van alle levende organismen zijn alleen de bacteriën en de waarmee het mogelijk was
arachae-bacteriën (oerbacteriën) prokaryoot. Alle overige om micro-organismen te zien.
levensvormen zijn eukaryoot.
De 3 domeinen van alle levende wezens:
1. Bacteriën
2. Arachae-bacteriën
3. Eukaryoten
De 4 rijken van eukaryoten:
1. Dieren
2. Planten
3. Schimmels
4. Protista
M.O. zijn onderverdeeld in:
Klassen
Families
Geslachten
Soorten
Bacteriën planten zich voort door binaire deling; dit is ongeslachtelijke voortplanting.