Samenvatting KWM-1 2020-2021
Week 3
ZSO: Critical apraisal I
De student kan na het maken van deze ZSO:
• De juiste checklist selecteren
• Checklist gebruiken voor het beoordelen van een wetenschappelijk artikel
• Beoordeling van validiteit toepassen
Je kunt een RCT met het volgende fomulier beoordelen:
Validiteit
Item + - ?
1) was de toewijzing van de patiënt gerandomiseerd?
2) Was degene die patiënten insluit niet op de hoogte van van de
randomisatievolgorde
3) Waren de patiënten en de behandelaars geblindeerd voor de behandeling
4) Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling
5) Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar?
Indien nee, is hiervoor in de analyse gecorrigeerd.
6) Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten een volledige
follow-up beschikbaar?
Indien nee, is selectieve loss-to-follow-up voldoende uitgesloten
7) zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren
gerandomiseerd
8) zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld?
9) Is selectieve publicatie van uitkomsten voldoende voorkomen?
10) is ongewenste invloed van sponsor/academic bias voldoende
uitgesloten?
Voor de interne validiteit kijk je naar:
- Blindering
- Randomisering
- Follow-up duur
- Generaliseerbaarheid
- Extrapolarisatie
Verder maak je een samenvatting van de belangrijkste resultaten
Uitkomst: …
Follow-up: …
Uitkomst (abstinence) Totaal
Aanwezig Afwezig
Interventie a b a+b
Controlegroep c d c+d
Je kijkt ook naar:
- Kans op gebeurtenis in interventiegroep (a/a+b)
- Kans op gebeurtenis in controlegroep (c/c+d)
Tot slot kijk je naar de toepasbaarheid:
Toepasbaarheid Commentaar
Overeenkomst van de patiënten in het
onderzoek met eigen patiënten
Haalbaarheid in eigen praktijkvoering
Voor en nadelen van behandeling van de
patiënt
Verwachtingen, voorkeuren en waardering
van de eigen patiënt
ZSO: Screening en preventie
De student kan na het maken van deze e-learning module:
• Vormen van screening benoemen en voorbeelden van screening herkennen
• De number-needed-to-screen uitrekenen
• Voorbeelden van primaire, secundaire, en tertiaire preventie herkennen
Screenen is:
- Iets aan streng onderzoek onderwerpen
- Iets door een test onderzoeken
In de geneeskunde is er bij screening vooral sprake van vroegdiagnostiek. Volgens een
andere definitie is screening wanneer onderzoek ‘’zich richt op de identificatie van
risicofactoren of van preklinische ziektemanifestaties bij ogenschijnlijke gezonde individuen.
Dit wordt meestal gedaan door personen of instanties die als producenten de
gezondheidszorg vertegenwoordigen.
De meest belangrijke elementen in de definitie van screening zijn: onderzoek, preklinisch
stadium, risicofactor. Twee typen screening zijn:
- Bevolkingsonderzoek
o Onderzoeken van een grote ongeselecteerde groep mensen zonder klachten
(vb. baarmoederhalskanker)
o Hierbij betreft het klachtvrije mensen
- Case finding
o Onderzoek van een persoon (bij de HA of op de polikliniek)
o Hierbij gaat het om mensen die met een klacht naar de HA zijn gekomen, de
klacht hoeft niet per se te maken hebben met de aandoening waarvoor wordt
gescreend.
Voorbeelden van screening zijn:
- Vrouwen die periodiek worden uitgenodigd voor het borstkanker onderzoek ook al
hebben deze geen klachten
- Iemand die bij de huisarts komt voor keelpijn maar doordat er in de familie-
anamnese HVZ voorkomt wordt diagnostiek voor cardiovasculair risico ingezet.
- Iemand met de ziekte van Crohn screenen voor een latente TBC infectie door een
mantoux test te doen. Ook als de mogelijke medicatie voor de Crohn de TBC kan
laten opdoen
- Iemand met een psychiatrische ziekte screenen voor een te hoog cholesterol of
diabetes.
- De hielprik
Voorbeelden van niet screenen zijn:
- Het maken van een CT naar aanleiding van duizeligheidsklachten
- Diagnostiek naar lactose intolerantie bij een zuigeling na ontroostbaar huilen
Vroegdiagnostiek gaat over het doen van onderzoek om een preklinisch voorstadium of een
risicofactor van een ziekte te vinden. Het doel is om de persoon een voordeel te bieden wat
meestal eerder een effectievere behandeling bieden is. Of screening effectief is hangt af van
het aantal mensen dat onderzocht moet worden en het aantal gevonden gevallen. Het
Number Needed to Screen is het aantal mensen dat gescreend moet worden om bij één
persoon gezondheidswinst te boeken. Het NNS hangt af van het aantal mensen dat
gescreend moet worden om een factor te ontdekken en het NNT van een aandoening.
VB:
De ARR van sterfte aan borstkanker binnen 14 jaar voor vrouwen tussen de 50 en 75 is
0,0008. Het NNS is dan 1/0,0008 = 1250. Van elke 1250 screenings kan er dus 1 sterfte door
borstkanker worden voorkomen. In de jongere groep van 40-49 is de prevalentie 70% van de
oudere groep. De relatieve prevalentie is (1/0,008) / 0,7 = 1786. De NNS is van lagere
leeftijdsgroepen hoger dus is het minder aantrekkelijk hier ook te screenen.
Als je 1000 mannen gedurende 5 jaar behandeld wordt bij 22 van hen sterfte door HVZ
voorkomen NNT = 1000/22 = 45.
In de leeftijdscatagorie van 60-64 hebben van de 1000 mannen er 280 hypertensie waarvan
er 112 het nog niet weten. In deze groep komen er dus (1000-168=832) mannen in
aanmerking om 112 mensen te diagnosticeren. 112/832=13,5.
NNS is de NNT gedeeld door de prevalentie dus: (1000/22) / (112/832) = 337,7
VB3:
7/1000 mannen tussen de 50-54 hebben een vorm van osteoperose die voor behandeling in
aanmerking komt. De kans op een botbreuk de komende 10 jaar is 3,4% als niet behandeld.
Het risico op een botbreuk is 63% lager als medicatie wordt toegediend. 70% van de
opgespoorden is van plan het medicament te gebruiken. De overige 30% houdt hetzelfde
risico.
NNS = NNT/ prevalentie
Het risico op een botbreuk is 0,034. Als 70% wordt behandeld wordt het risico met 63%
verlaagd. Dit wordt dus: 0,034 * (0,3 + (0,7*0,63)) = 0,025194
RV = 0,034-0,025194 = 0,008806
NNT = 1/ 0,008806 = 114.
Om 7 mannen met osteoperose te vinden moeten er 1000 worden onderzocht.
NNS = 114/0.007 = 16223.
Voor je vroegdiagnostiek doet bij mensen moet je er zeker van zijn dat er een goede kans is
dat ze de ziekte hebben. Dit geldt bij bevolkingsonderzoek nog veel sterker omdat je NNS
vaak veel hoger is. In NL valt bevolkingsonderzoek onder de wet bevolkingsonderzoek. Er
moet een vergunning gevraagd worden voor de volgende typen onderzoek:
- Bevolkingsonderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van ioniserende straling
- Bevolkingsonderzoek naar kanker
- Bevolkingsonderzoek naar ernstige ziekten of aandoeningen waarvoor geen
behandeling of preventie mogelijk is
Voor de vergunning wordt verleend moet een screening getoetst zijn om te kijken hoe de
risico’s en de voordelen tegen elkaar opwegen. Dit wordt getoetst door de gezondheidsraad
in NL en door de US preventive Services Task Force in de VS.
Voorbeelden van plannen naar bevolkingsonderzoek zijn:
- FOBT bevolkingsonderzoek naar dikke darm kanker (er is hier een voorstadium en
met een relatief effectieve maar niet zwaar belastende test kan er toch veel
gevonden worden).
- Screenen op COPD is geen goed idee, een stoppen met roken campagne die gericht is
op rokers zou beter werken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ChristiaanWinkelmeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.