Cel IV: moleculaire biologie
Inhoud practicum is leerstof
Hoofdstuk 1: inleiding
• Mendel: kweken met raszuivere erwten – monohybride kruising
o Verkrijgen mengvorm
o 3:1 ratio in F2
o Uniformiteitswet: alle indiv in F1 van homozygote ouders zijn uniform en hebben dom
fenotype
o Splitsingswet: kans op 1 gameet v 1v beide is =
o Wet vd onafhankelijke overerving: splitsing allelen is onafh van andere paren
o Na F1 = zelfbestuiving => F2
• Flemming: beschrijving celdeling en chromosomen
o Chroma = kleur
o Soma = lichaam
o Chromosoma
o Mitose => splitsing chromosomen
o Materiaal celkern aankleuren
• Sutton en Boveri
o Splitsen homologe chromosomen = segregatie
v allelen
o Onafh overerving indien kenmerken op verschillende chromosomen
o Beschreef meiose
o Sutton: metafase – willek positionering
• Thomas Hunt Morgan
o Mutatie gevonden => witte ogen bij fruitvliegen
o Kruisen witte met rode ogen
o Rood = dom
o F1: volgens Mendel
o F2: witte ogen waren altijd mannetjes
o Genen (determinant voor bep kenmerk) => oogkleur ligt op X-chromosoom
o Basis: ontdekking mutatie
,• Chemische structuur gen
o Miescher
- Nucleïne: zure fosforrijke molecule (zonder S)
o Phoebus Levene
- Tetranucleotide hypothese (suiker + base + fosfaat) - GATC: nucleotiden
- Geen helix
- Dacht dat eiwitten = drager DNA
o Griffith
- The Transforming Principle
- Wou een vaccin ontwikkelen
- R stam (rough - goedaardige pneumokok)
- S stam (soft – virulent – omgeven door capsule => onzichtbaar voor
immuunsysteem)
- Dode S stam + gewone R stam => niet virulent
• Wat is de transformerende factor
o Avary, Mcleod en McCarthy
- DNA = transforming principle
- Hitte gedode S cellen + vetten + koolhydraten
- Vetten en KH eruit => enkel nog proteïne, RNA en DNA
- Toevoegen proteineasen in ene buis => bij toevoegen R cellen => R => S cellen
verschijnen
- Ribonuclease in andere => bij toevoegen R cellen => R > S
- Andere: deoxyribonuclease => geen transformatie
- DNA is nodig voor R => S
• Eiwitten zijn nochtans veel complexer dan DNA
• Alfred Hershey en Martha Chase
o Bacteriofagen (virussen die bacteriën infecteren)
o Bacterie gaat componenten bacteriofaag aanmaken (injectie DNA)
o Bacterie breekt open en laat nieuwe fagen los
o Bacteriofaag (DNA + eiwitten)
o Radio-isotoop merken
- 35 S: eiwit labelen (zaten bijna overal) => enkel in fagen
- 32 P: DNA labelen (fosfor niet in eiwitten) => volledig in bacteriën
o Centrifuge: zware deeltjes (bacteriën) ondereraan
• Structuur DNA
o Regel v Chargaff
o AG (purines)
o TC (pyrimidines)
o Ong gelijke verhoudingen
,• Watson en Crick
o Defintieve structuur DNA: dubbele helix
• Centrale dogma
o Info DNA => RNA => eiwit
o Dus DNA codeert voor RNA => RNA codeert voor eiwit – nooit omgekeerd!
Hoofdstuk 2: de structuur v DNA
2.1. Primaire structuur
• Primaire structuur
o Deoxyribose
o Stikstofhoudende base
o Fosfaatgroep (esterbinding)
o Nummering kennen!!
Purines: met 9-N gekoppeld
aan 1’-C op pentose
Pyrimidines: 1-N aan 1’C
, • Zure eigenschappen DNA: fosfodiesterbinding (-lading), aan elkaar hangen
• Nucleioside: base + pentose (geen fosfaatgroep)
o Nucleiosidemono/di/trifosfaat
• Nucleotide: base + pentose + fosfaatgroep
• ATP
o 3 fosfaatgroepen + ribose + adenine
o dATP= deoxyadenosine-5’-trifosfaat
• Vorming fosfodiesterbinding (5’-3’)
o Negatieve lading op zuurstof!
o Irreversibele reactie
o 5’: fosfaatgroep
o 3’: hydroxylgroep
o Pyrofosfaat (PPI) weg dmv pyrofosfatase
• Directionaliteit
o 5’-3’
o Met fosfaat of hydroxylgroep
2.2 Secundaire structuur
• 3’: hydroxylgroep
• Antiparallele helix
• Ruggengraat: suikers + fosfaten
• Complementair – zwakke krachten => stabiliteit - exx!
o Geen covalente bindingen!
o AT: 2 H bruggen
- Waarom geen 3e H meer? =>
o GC: 3 H bruggen
Inhoud practicum is leerstof
Hoofdstuk 1: inleiding
• Mendel: kweken met raszuivere erwten – monohybride kruising
o Verkrijgen mengvorm
o 3:1 ratio in F2
o Uniformiteitswet: alle indiv in F1 van homozygote ouders zijn uniform en hebben dom
fenotype
o Splitsingswet: kans op 1 gameet v 1v beide is =
o Wet vd onafhankelijke overerving: splitsing allelen is onafh van andere paren
o Na F1 = zelfbestuiving => F2
• Flemming: beschrijving celdeling en chromosomen
o Chroma = kleur
o Soma = lichaam
o Chromosoma
o Mitose => splitsing chromosomen
o Materiaal celkern aankleuren
• Sutton en Boveri
o Splitsen homologe chromosomen = segregatie
v allelen
o Onafh overerving indien kenmerken op verschillende chromosomen
o Beschreef meiose
o Sutton: metafase – willek positionering
• Thomas Hunt Morgan
o Mutatie gevonden => witte ogen bij fruitvliegen
o Kruisen witte met rode ogen
o Rood = dom
o F1: volgens Mendel
o F2: witte ogen waren altijd mannetjes
o Genen (determinant voor bep kenmerk) => oogkleur ligt op X-chromosoom
o Basis: ontdekking mutatie
,• Chemische structuur gen
o Miescher
- Nucleïne: zure fosforrijke molecule (zonder S)
o Phoebus Levene
- Tetranucleotide hypothese (suiker + base + fosfaat) - GATC: nucleotiden
- Geen helix
- Dacht dat eiwitten = drager DNA
o Griffith
- The Transforming Principle
- Wou een vaccin ontwikkelen
- R stam (rough - goedaardige pneumokok)
- S stam (soft – virulent – omgeven door capsule => onzichtbaar voor
immuunsysteem)
- Dode S stam + gewone R stam => niet virulent
• Wat is de transformerende factor
o Avary, Mcleod en McCarthy
- DNA = transforming principle
- Hitte gedode S cellen + vetten + koolhydraten
- Vetten en KH eruit => enkel nog proteïne, RNA en DNA
- Toevoegen proteineasen in ene buis => bij toevoegen R cellen => R => S cellen
verschijnen
- Ribonuclease in andere => bij toevoegen R cellen => R > S
- Andere: deoxyribonuclease => geen transformatie
- DNA is nodig voor R => S
• Eiwitten zijn nochtans veel complexer dan DNA
• Alfred Hershey en Martha Chase
o Bacteriofagen (virussen die bacteriën infecteren)
o Bacterie gaat componenten bacteriofaag aanmaken (injectie DNA)
o Bacterie breekt open en laat nieuwe fagen los
o Bacteriofaag (DNA + eiwitten)
o Radio-isotoop merken
- 35 S: eiwit labelen (zaten bijna overal) => enkel in fagen
- 32 P: DNA labelen (fosfor niet in eiwitten) => volledig in bacteriën
o Centrifuge: zware deeltjes (bacteriën) ondereraan
• Structuur DNA
o Regel v Chargaff
o AG (purines)
o TC (pyrimidines)
o Ong gelijke verhoudingen
,• Watson en Crick
o Defintieve structuur DNA: dubbele helix
• Centrale dogma
o Info DNA => RNA => eiwit
o Dus DNA codeert voor RNA => RNA codeert voor eiwit – nooit omgekeerd!
Hoofdstuk 2: de structuur v DNA
2.1. Primaire structuur
• Primaire structuur
o Deoxyribose
o Stikstofhoudende base
o Fosfaatgroep (esterbinding)
o Nummering kennen!!
Purines: met 9-N gekoppeld
aan 1’-C op pentose
Pyrimidines: 1-N aan 1’C
, • Zure eigenschappen DNA: fosfodiesterbinding (-lading), aan elkaar hangen
• Nucleioside: base + pentose (geen fosfaatgroep)
o Nucleiosidemono/di/trifosfaat
• Nucleotide: base + pentose + fosfaatgroep
• ATP
o 3 fosfaatgroepen + ribose + adenine
o dATP= deoxyadenosine-5’-trifosfaat
• Vorming fosfodiesterbinding (5’-3’)
o Negatieve lading op zuurstof!
o Irreversibele reactie
o 5’: fosfaatgroep
o 3’: hydroxylgroep
o Pyrofosfaat (PPI) weg dmv pyrofosfatase
• Directionaliteit
o 5’-3’
o Met fosfaat of hydroxylgroep
2.2 Secundaire structuur
• 3’: hydroxylgroep
• Antiparallele helix
• Ruggengraat: suikers + fosfaten
• Complementair – zwakke krachten => stabiliteit - exx!
o Geen covalente bindingen!
o AT: 2 H bruggen
- Waarom geen 3e H meer? =>
o GC: 3 H bruggen