Biologie H5
§1
Eiwitten, koolhydraten en vetten (drie organische stoffen) energie
Dissimilatie = moleculen (vetten, koolhydraten en eiwit) worden afgebroken, hierbij komt
energie vrij in de vorm van warmte of ATP
- Meeste energie komt vrij wanneer er genoeg zuurstof aanwezig is in de cel
mitochondriën (H2) leveren
Bouwstoffen
Eiwitten bouwstoffen aanmaak extra spiervezels
Water mineralen (met name calcium is belangrijk) bouwstof voor de botten
Reservestoffen
- Voorraden koolhydraten worden opgeslagen in de spier- en levercellen in de vorm
van glycogeen
Glycogeen = vertakte molecuulopbouw, aan elkaar gekoppelde glucosemoleculen deint als
energieopslag
- Vet is ook een belangrijke bouwstof en zit in het beenmerg, rond de organen onder
de huid
- Van eiwitten heb je geen voorraad
Vetten = belangrijke brandstof, maar ook als bouwstof voor membranen en sommige
hormonen
Eiwitten = zowel een brandstof als een bouwstof voor (spier)cellen en enzymen
Koolhydraten = brandstof voor je cellen
Water = vorm van grootste bestanddeel van je bloed, lymfe, weefselvloeistof en
grondplasma van je cellen. Dient als bouwstof en transportmiddel.
Vitaminen, mineralen en voedingsvezels = dienen als beschermende stof om ziekten te
voorkomen. Hebben een functie voor bouwstof, werking van de zenuwcellen en onderdeel
van enzymen en hormonen
, §2
- ATP heeft drie fosfaatgroepen
- ATP bestaat uit ADP + P dit kost energie van ATP naar ADP geef je een P (energie) af
Tekort aan ATP
Acuut tekort aan ATP wordt opgelost door creatinefosfaat, die geeft een
fosfaatgroep aan ADP zodat dit kan worden omgezet naar ATP
Anaerobe dissimilatie = het afbreken van stoffen voor energie zonder zuurstof
(anaeroob), hierbij is melkzuur de afvalstof dit zorgt voor verzuring van de
spieren.
Gisting = dissimilatie van koolhydraten zonder zuurstof
Aerobe dissimilatie = natuurlijke afbraak van stoffen (met zuurstof), meestal
van glucose want dat is de snelste vorm van energie
§3
Vetten
Assimilatieproces =
- Voor de opbouw van vetten is glycerol en vetzuren nodig
- Niet-essentiële aminozuren en vetzuren kan je lever aanmaken
- Onverzadigde vetten zijn beter voor je want zo voorkom je
atherosclerose, aderverkalking.
Plantaardig voedsel
- Cellulose-, lignine- en pectinemoleculen zijn voedingsvezels in de
celwand
- Via vaatbundels met hou- en bastvaten wordt water en opgeloste stoffen
vervoerd
- Knollen en zaden bevatten reservestoffen
§1
Eiwitten, koolhydraten en vetten (drie organische stoffen) energie
Dissimilatie = moleculen (vetten, koolhydraten en eiwit) worden afgebroken, hierbij komt
energie vrij in de vorm van warmte of ATP
- Meeste energie komt vrij wanneer er genoeg zuurstof aanwezig is in de cel
mitochondriën (H2) leveren
Bouwstoffen
Eiwitten bouwstoffen aanmaak extra spiervezels
Water mineralen (met name calcium is belangrijk) bouwstof voor de botten
Reservestoffen
- Voorraden koolhydraten worden opgeslagen in de spier- en levercellen in de vorm
van glycogeen
Glycogeen = vertakte molecuulopbouw, aan elkaar gekoppelde glucosemoleculen deint als
energieopslag
- Vet is ook een belangrijke bouwstof en zit in het beenmerg, rond de organen onder
de huid
- Van eiwitten heb je geen voorraad
Vetten = belangrijke brandstof, maar ook als bouwstof voor membranen en sommige
hormonen
Eiwitten = zowel een brandstof als een bouwstof voor (spier)cellen en enzymen
Koolhydraten = brandstof voor je cellen
Water = vorm van grootste bestanddeel van je bloed, lymfe, weefselvloeistof en
grondplasma van je cellen. Dient als bouwstof en transportmiddel.
Vitaminen, mineralen en voedingsvezels = dienen als beschermende stof om ziekten te
voorkomen. Hebben een functie voor bouwstof, werking van de zenuwcellen en onderdeel
van enzymen en hormonen
, §2
- ATP heeft drie fosfaatgroepen
- ATP bestaat uit ADP + P dit kost energie van ATP naar ADP geef je een P (energie) af
Tekort aan ATP
Acuut tekort aan ATP wordt opgelost door creatinefosfaat, die geeft een
fosfaatgroep aan ADP zodat dit kan worden omgezet naar ATP
Anaerobe dissimilatie = het afbreken van stoffen voor energie zonder zuurstof
(anaeroob), hierbij is melkzuur de afvalstof dit zorgt voor verzuring van de
spieren.
Gisting = dissimilatie van koolhydraten zonder zuurstof
Aerobe dissimilatie = natuurlijke afbraak van stoffen (met zuurstof), meestal
van glucose want dat is de snelste vorm van energie
§3
Vetten
Assimilatieproces =
- Voor de opbouw van vetten is glycerol en vetzuren nodig
- Niet-essentiële aminozuren en vetzuren kan je lever aanmaken
- Onverzadigde vetten zijn beter voor je want zo voorkom je
atherosclerose, aderverkalking.
Plantaardig voedsel
- Cellulose-, lignine- en pectinemoleculen zijn voedingsvezels in de
celwand
- Via vaatbundels met hou- en bastvaten wordt water en opgeloste stoffen
vervoerd
- Knollen en zaden bevatten reservestoffen
