Klinische psychiatrie – les 1
1. Inleiding
Psychopathologie: wetenschap of studie van het geestelijk of psychisch lijden
(pathos = lijden)
2 benaderingen:
- Syndroombenadering: psychologie van het pathologische – groeperen van pathologische
symptomen
- Symptoombenadering: pathologie van het psychische – uitgaan van algemene
psychische processen en bestuderen van pathologische varianten
2 typen diagnosen:
- Syndroomdiagnose/descriptieve diagnose: puur beschrijvend, geen info over redenen
en manier van ontstaan
- Structuurdiagnose: naast beschrijving ook info over ontstaan geven (factoren die
persoon kwetsbaar maken = predisponderende factoren, stoornis uitlokken =
precipiterende factoren of stoornis onderhouden = perpetuerende factoren)
niet enkel labelen, ook zorg op maat bieden
Psychiatrische stoornis: abnormaal verschijnsel men wijkt af van de sociale norm, stoornis
veroorzaakt ongemak, lijden of bezorgdheid bij de betrokkene en/of de omgeving
- Medisch model:
Etiologie (ontstaan):
1) Oorzakelijke factoren
(predispositie)
2) Uitlokkende factoren
(precipitatie)
3) In stand houdende factoren
(perpetuatie)
Pathogenese (ontwikkeling)
Prognose (natuurlijk beloop)
Behandeling (preventie/therapie)
- Psychologisch model:
Ziektebeleving
- Sociologisch model:
Ziekterol
Bij psychiatrie draait het over het verbeteren
van de levenskwaliteit, niet over het genezen vd stoornis
Classificatie/algemeen
- Doel van classificatie = orde scheppen, fenomenen groeperen en communicatievorm zijn
≠ ontstaan stoornis of factoren die stoornis uitlokken
- 3 types classificatie:
1) Categoriaal
Kwalitatief onderscheid tussen ziek/gezond, normaal/abnormaal (zwart/wit)
Er zijn duidelijk afgebakende klassen
,Klinische psychiatrie 2019-2020 D. van West
2) Dimensionaal
Kwantitatief onderscheid (meer of minder)
Personen met psychiatrische stoornissen worden gesitueerd op een
dimensie/continuüm
3) Prototypische
Variabiliteit tussen individuen
Psychiatrische stoornissen worden onderverdeeld naar de mate waarin ze lijken
op een prototypisch voorbeeld
Classificatie – DSM/ICD
- DSM (Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders)
+ Research is verbeterd
+ Communicatiemiddel tussen onderzoekers en behandelaars
+ Betrouwbaarheid
- Koppeling hulpverlening
- Koppeling verzekeringsmaatschappij (DBC)
- Koppeling psychofarmaca
- Validiteit
DSM-I/II: ‘Freud’ model (psychoanalytisch)
DSM-III/IV: ‘Kraepelin’ model (biologisch)
DSM-5: Neurowetenschappelijk model
- ICD (International Classification of Diseases): handleiding in somatische gezondheidszorg
2. Diagnostiek
Diagnostiek: Men is pas abnormaal wanneer men lijdt onder abnormaliteit
- Classificerende (beschrijvende) diagnostiek
- Handelingsgerichte (verklarende) diagnostiek
Classificatie Diagnostiek
Wat Hoe
Algemene kennis Specifieke kennis
Beschrijvend Verklarend
Betreft groepen Betreft individu
Gedragskenmerken Zijn meerdere niveaus van de persoon en
context bij betrokken
Relatief snel te stellen Tijdrovend proces
Geeft enige richting aan hulpverlening Is voorwaardelijk voor hulpverlening
Essentieel voor goede zorg is diagnostiek en NIET classificatie
Globale veranderingen DSM-5
- Belang van ontwikkelingsaspecten die met de stoornis samenhangen
- Samenvoeging van autistische stoornis, stoornis van Asperger en pervasieve
ontwikkelingsstoornis (PDD-NOS) tot autismespectrumstoornis
- Toevoeging van wetenschappelijke bevindingen uit genetisch onderzoek en
beeldvorming van de hersenen (genetische/fysiologische risicofactoren, prognostische
indicatoren, veronderstelde biologische markers)
,Klinische psychiatrie 2019-2020 D. van West
- Gestroomlijnde classificatie van bipolaire- en depressieve stemmingsstoornissen
- Herstructurering van stoornissen in het gebruik van een middel (meer consistentie en
helderheid)
- Overgang in de conceptualisering (in duidelijke begrippen, voorbeelden vastleggen) van
persoonlijkheidsstoornissen
- In deel III bevinden zich nieuwe stoornissen en kenmerken
Opzet DSM-5
- Deel I: uitleg en instructies voor gebruik en verantwoording
- Deel II: beschrijving van de 20 categorieën en verschillende stoornissen
Veranderingen deel II:
1) 22 hoofdstukken
2) Geen assen meer (te kunstmatige splitsing lichamelijke – geestelijke klachten)
3) Geen afzonderlijk luik kinder- en jeugdpsychiatrie
4) Nieuwe categorieën en stoornissen
- Deel III: veranderingen die eerst verder onderzoek vereisen; vragenlijsten ernst
symptomen en disfunctioneren
Aandoeningen die verder onderzoek behoeven:
1) Subklinisch psychotisch syndroom
2) Depressieve episodes met kortdurende hypomanie
3) Persisterende complexe rouwstoornis
4) Stoornis in cafeïnegebruik
5) Internetgamingstoornis
6) Neurocognitieve stoornis door prenatale blootstelling aan alcohol
7) Suïcidaal-gedragsstoornis
8) Niet-suïcidale zelfbeschadiging
3. DSM-5 stellingen
DSM-5 is niet wetenschappelijk?
- Geen onderliggende neurobiologische of psychosociale verklaringsmodellen
- Wel literatuur en field trials
Explosie van stoornissen?
- +3%
Meer pillen?
- DSM is geen behandelinstrument
Amerikaanse invloeden
Invloed Big Pharma?
, Klinische psychiatrie 2019-2020 D. van West
Klinische psychiatrie – les 2
1. Normaliteit en psychopathologie
Gezondheid/ziekte:
- Polair begrippenpaar, dimensionele werkelijkheid (continuüm begrip)
- Betreft alle aspecten van het menselijk functioneren (biopsychosociaal
Normaliteit: het beantwoorden aan een bepaalde statistische norm
- Cultureel aspect (bv. homoseksualiteit, dwangneuroses in Afrika tov hier)
- Tijdsaspect (bv. het meer voorkomen van depressies sinds de laatste 30-40 jaar)
3 criteria normaliteit:
1) Evolutieve criteria
Bepaalde gedragingen correleren met een bepaalde leeftijd
2) Kwantitatieve criteria
Het volgen van algemene gemiddeldes
3) Normatieve criteria
3 basisbegrippen:
Autonomie (zelfstandig functioneren)
Integratie (steeds dezelfde persoon die handelt in uiteenlopende situaties)
Aanpassing (nagaan hoe iemand met verschillen in zijn omgeving omgaat en
coping mechanismen testen)
Probleem van de subjectiviteit
- Individuele subjectiviteit:
Eigen normen en waarden
Eigen vooroordelen en idealen
- Sociaal-culturele subjectiviteitp:
Men moet zich het referentiekader van de patiënt eigen maken
2. Epidemiologie
Psychiatrische epidemiologie: psychische morbiditeit (mate van voorkomen van bepaalde
ziekte) in een populatie, ongeacht of de mensen wel of niet in behandeling zijn
Houdt zich bezig met:
- Hoeveel mensen hebben psychiatrische stoornis? (beschrijvende epidemiologie)
- Waarom krijgen mensen psychiatrische stoornis? (analytische epidemiologie)
- Hoe kunnen psychiatrische stoornissen worden voorkomen? (preventie)
Incidentie: aantal nieuwe gevallen/totale populatiegroep in een bepaalde periode
Prevalentie: aantal oude en nieuwe gevallen/totale populatiegroep:
- Periodeprevalentie (in bepaalde periode)
- Puntprevalentie (op een bepaald moment)
- Lifetime prevalentie (tijdens het hele leven)