MSK3: Wervelkolom – Lambeets Loranne den Otter
De wervelkolom
1. Balans en curvatuur
1. Indeling WK
▪ Wervelkolom is opgebouwd uit vertebrae:
– 7 cervicaal, 12 thoracaal en 5 lumbaal
– Sacrum (5) en os coccygeus (3-4)
▪ Vertebrae articuleren onderling → segment
▪ Segment = functionele eenheid wervelkolom
▪ Segmeten vormen (bewegings)regio’s
– → indeling wervelkolom
Indeling in bewegingsregio’s met typische kenmerken en eigenschappen
Deze kenmerken en eigenschappen zijn afhankelijk van:
▪ Osteologische verschillen
▪ Richting facetten
▪ Verhouding DI/corpus
▪ Ligamenten en musculatuur
▪ Bijkomende gewrichten
1.1. Functionele indeling van de wervelkolom
1. CWZ Overgangsgebieden :
- hoogcervicaal: C0 – C2 ▪ Craniocervicaal
- midden- en laag CWZ: C2-C7 ▪ Cervico-thoracaal : CTO
Midden: C2-C5 ▪ Thoracolumbaal : TL
Laag: C5-C7 ▪ Lumbosacraal : LS
2. TWZ
- hoog TWZ: T1-T3 (T4)
- midden TWZ : T4-T8
- laag TWZ : T9-T12
3. LWZ
- L1-L5
4. Sacrum
2. Balans en curvatuur WK
Curvatuur van de wervelkolom
▪ In frontale vlak is WK rechtlijnig en symmetrisch
▪ In sagittale vlak 4 fysiologische krommingen
Balans van de wervelkolom
▪ In frontale en sagittale vlak moet WK in balans zijn
▪ Normale balans = kunnen staan zonder steun
,MSK3: Wervelkolom – Lambeets Loranne den Otter
2.1. Balans en curvatuur WK in frontale vlak
▪ Balans in frontale vlak
– Houding en evenwicht in frontale vlak
▪ Curvatuur in frontale vlak
– Normaal rechtlijnig, geen curvatuur in frontaal vlak
– Pathologisch indien kromming = SCOLIOSE
2.1.1. Balans WK in frontaal vlak
Kan beschreven worden door:
▪ Central sacral vertical line (CSVL) of central sacral line (CSL)
– Vanuit sacrum een lijn naar boven
▪ Loodlijn vanuit proc spin C7
Normaal:
▪ Beide lijnen vallen samen
– LL C7 valt boven midden sacrum
Compensatie:
▪ Indien beide lijnen niet samenvallen
▪ = horizontale afstand tussen beide lijnen
– Geeft het evenwicht weer van de WK in frontale vlak
– Links = negatief
– Rechts = positief
▪ CSVL = C7 LL → compensatie = 0
– Ondanks dat de compensatie 0 is kan er nog een
scoliose aanwezig zijn!
RX: frontale disbalans
→ alleen operatief herstelbaar
,MSK3: Wervelkolom – Lambeets Loranne den Otter
2.1.2. Curvatuur van de WK in het frontale vlak – SCOLIOSE
▪ Scoliose is een (laterale) curvatuur van de wervelkolom in het frontale vlak
▪ SRS (Scoliosis Research Society) definieert scoliose als een laterale curvatuur van de
wervelkolom met een Cobb-hoek groter dan 10°
– Niet elke afwijking is scoliose! De afwijking moet > 10° zijn
Cobb-hoek
▪ Is een hoek op röntgenfoto
▪ Bepalen Cobb-hoek
– Raaklijn langs de craniale eindplaat van de meest gekantelde craniale wervel van de
curvatuur
– Raaklijn langs de caudale eindplaat van de meest gekantelde caudale wervel van de
curvatuur
– Hierop worden loodlijnen geplaatst
o Omdat vroeger anders de snijlijn buiten de RX zou vallen
– De hoek tussen de loodlijn is de Cobb-hoek
– Als wervels mooi recht liggen: loodlijnen zijn evenwijdig dus je vindt geen hoek
– Hoe groter de hoek, hoe groter de kromming, hoe groter de laterale curvatuur
▪ RX voor het bepalen van Cobb-hoek met staand genomen worden, niet in lig
– Reden: invloed Fz doet scoliose toenemen, waardoor Cobb hoek toeneemt
Beschrijving scoliose
KUNNEN: op basis van RX een correcte beschrijving maken of vanuit een beschrijving weten hoe de
curvatuur is
▪ Verschillende parameters beschrijven de scoliose:
– Richting: dexter – sinister
o Convexiteit bepaalt de richting
– Morfologie: C (1 kromming) – S (2 krommingen)
– Localisatie:
o Ligging apex (meest laterale wervel in de curve)
o Cervicaal, cervicothoracaal
o Thoracaal, thoracolumbaal, lumbaal
– Primair – secundair
o Primaire curve = initiële curve
o Secundaire curve
– Major – minor
o Verwijst naar grootste curve indien 2 krommingen aanwezig
o Indien beide curven even groot = “double major curve”
, MSK3: Wervelkolom – Lambeets Loranne den Otter
Structurele en niet-structurele (functionele) scoliose
▪ Structurele curve
– Niet corrigeerbaar (de structuren zijn voor goed veranderd)
▪ Niet-structurele curve
– Compensatie curve, antalgisch, houding,…
– Corrigeerbaar
▪ Klinische differentiatie:
– Morfologische kenmerken
– Bij beweeglijkheidsonderzoek
o Voorwaarts-, zijwaarts buigen
Niet-structurele (functionele) scoliose Structurele scoliose
Zonder structurele afwijkingen van de wervel Met structurele afwijkingen van de wervel
Geen rotatie Rotatie
Verdwijnt bij voorwaarts- en zijwaarts buigen Verdwijnt niet bij voorwaarts- en zijwaarts
buigen
Posturale scoliose Indeling zie infra
▪ Scoliotische houding
Compensatoire scoliose: Meestal 3D deformiteit
▪ Antalgisch (bv radiculair) ▪ In sag, front en transv vlak
▪ Beenlengte
▪ Op primaire curve Invloed op thorax
Structurele afwijkingen van de wervel
▪ Wigvormige wervel
– De wervels zijn niet recht waardoor de WK scheef gaat lopen
– De raaklijnen hebben een gemeenschappelijk punt
▪ Asymmetrie wervel -> structurele verandering
– Asymmetrische pediculi
– Asymmetrische prox trans
– Proc spin niet evenwijdig met middellijn
Invloed structurele scoliose op thorax
▪ Wervel roteert naar convexiteit
– Proc spin roteert naar concave zijde
– Duwt thorax convex naar posterieur
o Gibbus, bult, bochel
– Duwt thorax concaaf naar anterieur
– Rotatie is afh van convexiteit
– Grootste rotatie thv apex
▪ Meestal afvlakking kyfose
▪ Bepalen rotatie wervel
– Bij een normale RX (ant-post) zie je op elke wervel 2 ogen (pediculi),
die symmetrisch staan tov de middellijn = 0-rotatie
▪ Gibbus, bult, bochel
De wervelkolom
1. Balans en curvatuur
1. Indeling WK
▪ Wervelkolom is opgebouwd uit vertebrae:
– 7 cervicaal, 12 thoracaal en 5 lumbaal
– Sacrum (5) en os coccygeus (3-4)
▪ Vertebrae articuleren onderling → segment
▪ Segment = functionele eenheid wervelkolom
▪ Segmeten vormen (bewegings)regio’s
– → indeling wervelkolom
Indeling in bewegingsregio’s met typische kenmerken en eigenschappen
Deze kenmerken en eigenschappen zijn afhankelijk van:
▪ Osteologische verschillen
▪ Richting facetten
▪ Verhouding DI/corpus
▪ Ligamenten en musculatuur
▪ Bijkomende gewrichten
1.1. Functionele indeling van de wervelkolom
1. CWZ Overgangsgebieden :
- hoogcervicaal: C0 – C2 ▪ Craniocervicaal
- midden- en laag CWZ: C2-C7 ▪ Cervico-thoracaal : CTO
Midden: C2-C5 ▪ Thoracolumbaal : TL
Laag: C5-C7 ▪ Lumbosacraal : LS
2. TWZ
- hoog TWZ: T1-T3 (T4)
- midden TWZ : T4-T8
- laag TWZ : T9-T12
3. LWZ
- L1-L5
4. Sacrum
2. Balans en curvatuur WK
Curvatuur van de wervelkolom
▪ In frontale vlak is WK rechtlijnig en symmetrisch
▪ In sagittale vlak 4 fysiologische krommingen
Balans van de wervelkolom
▪ In frontale en sagittale vlak moet WK in balans zijn
▪ Normale balans = kunnen staan zonder steun
,MSK3: Wervelkolom – Lambeets Loranne den Otter
2.1. Balans en curvatuur WK in frontale vlak
▪ Balans in frontale vlak
– Houding en evenwicht in frontale vlak
▪ Curvatuur in frontale vlak
– Normaal rechtlijnig, geen curvatuur in frontaal vlak
– Pathologisch indien kromming = SCOLIOSE
2.1.1. Balans WK in frontaal vlak
Kan beschreven worden door:
▪ Central sacral vertical line (CSVL) of central sacral line (CSL)
– Vanuit sacrum een lijn naar boven
▪ Loodlijn vanuit proc spin C7
Normaal:
▪ Beide lijnen vallen samen
– LL C7 valt boven midden sacrum
Compensatie:
▪ Indien beide lijnen niet samenvallen
▪ = horizontale afstand tussen beide lijnen
– Geeft het evenwicht weer van de WK in frontale vlak
– Links = negatief
– Rechts = positief
▪ CSVL = C7 LL → compensatie = 0
– Ondanks dat de compensatie 0 is kan er nog een
scoliose aanwezig zijn!
RX: frontale disbalans
→ alleen operatief herstelbaar
,MSK3: Wervelkolom – Lambeets Loranne den Otter
2.1.2. Curvatuur van de WK in het frontale vlak – SCOLIOSE
▪ Scoliose is een (laterale) curvatuur van de wervelkolom in het frontale vlak
▪ SRS (Scoliosis Research Society) definieert scoliose als een laterale curvatuur van de
wervelkolom met een Cobb-hoek groter dan 10°
– Niet elke afwijking is scoliose! De afwijking moet > 10° zijn
Cobb-hoek
▪ Is een hoek op röntgenfoto
▪ Bepalen Cobb-hoek
– Raaklijn langs de craniale eindplaat van de meest gekantelde craniale wervel van de
curvatuur
– Raaklijn langs de caudale eindplaat van de meest gekantelde caudale wervel van de
curvatuur
– Hierop worden loodlijnen geplaatst
o Omdat vroeger anders de snijlijn buiten de RX zou vallen
– De hoek tussen de loodlijn is de Cobb-hoek
– Als wervels mooi recht liggen: loodlijnen zijn evenwijdig dus je vindt geen hoek
– Hoe groter de hoek, hoe groter de kromming, hoe groter de laterale curvatuur
▪ RX voor het bepalen van Cobb-hoek met staand genomen worden, niet in lig
– Reden: invloed Fz doet scoliose toenemen, waardoor Cobb hoek toeneemt
Beschrijving scoliose
KUNNEN: op basis van RX een correcte beschrijving maken of vanuit een beschrijving weten hoe de
curvatuur is
▪ Verschillende parameters beschrijven de scoliose:
– Richting: dexter – sinister
o Convexiteit bepaalt de richting
– Morfologie: C (1 kromming) – S (2 krommingen)
– Localisatie:
o Ligging apex (meest laterale wervel in de curve)
o Cervicaal, cervicothoracaal
o Thoracaal, thoracolumbaal, lumbaal
– Primair – secundair
o Primaire curve = initiële curve
o Secundaire curve
– Major – minor
o Verwijst naar grootste curve indien 2 krommingen aanwezig
o Indien beide curven even groot = “double major curve”
, MSK3: Wervelkolom – Lambeets Loranne den Otter
Structurele en niet-structurele (functionele) scoliose
▪ Structurele curve
– Niet corrigeerbaar (de structuren zijn voor goed veranderd)
▪ Niet-structurele curve
– Compensatie curve, antalgisch, houding,…
– Corrigeerbaar
▪ Klinische differentiatie:
– Morfologische kenmerken
– Bij beweeglijkheidsonderzoek
o Voorwaarts-, zijwaarts buigen
Niet-structurele (functionele) scoliose Structurele scoliose
Zonder structurele afwijkingen van de wervel Met structurele afwijkingen van de wervel
Geen rotatie Rotatie
Verdwijnt bij voorwaarts- en zijwaarts buigen Verdwijnt niet bij voorwaarts- en zijwaarts
buigen
Posturale scoliose Indeling zie infra
▪ Scoliotische houding
Compensatoire scoliose: Meestal 3D deformiteit
▪ Antalgisch (bv radiculair) ▪ In sag, front en transv vlak
▪ Beenlengte
▪ Op primaire curve Invloed op thorax
Structurele afwijkingen van de wervel
▪ Wigvormige wervel
– De wervels zijn niet recht waardoor de WK scheef gaat lopen
– De raaklijnen hebben een gemeenschappelijk punt
▪ Asymmetrie wervel -> structurele verandering
– Asymmetrische pediculi
– Asymmetrische prox trans
– Proc spin niet evenwijdig met middellijn
Invloed structurele scoliose op thorax
▪ Wervel roteert naar convexiteit
– Proc spin roteert naar concave zijde
– Duwt thorax convex naar posterieur
o Gibbus, bult, bochel
– Duwt thorax concaaf naar anterieur
– Rotatie is afh van convexiteit
– Grootste rotatie thv apex
▪ Meestal afvlakking kyfose
▪ Bepalen rotatie wervel
– Bij een normale RX (ant-post) zie je op elke wervel 2 ogen (pediculi),
die symmetrisch staan tov de middellijn = 0-rotatie
▪ Gibbus, bult, bochel