Mediaal = aan de buitenzijde, naar de middenlijn toe
Lateraal = aan de buitenzijde, van middenlijn af
Ventraal = buikzijde
Craniaal = schedelzijde
Caudaal = staartzijde
Superior = bovenkant
Inferior = onderkant
Anterior = voorzijde
Posterior = achterzijde
Saggitaal = verticaal doorsnede > li/re verdeling
Coronaal = verticaal doorsnede > voor / achter verdeling
Transversaal = horizontaal doorsnede > boven / onder verdeling
,De student maakt onderscheid tussen de verschillende anatomische structuren en functies van
centraal en perifeer zenuwstelsel in casuïstiek.
Lichaam bestaat uit:
Zenuwcellen (neurons)
Neurogliale cellen > ondersteunen voortplanting van zenuwimpulsen en leveren
voeding aan neurons
, Zenuwcel/neuron bestaat uit: > geven belangrijke info door
Cellichaam/ soma + celkern
Dendrieten > afferent
Axon > efferent
Eindplaatje/ button
Afferent = ontvangen
Efferent = afgeven
Axon
Steunweefselcellen (schwann cellen)
Myelineschede > snel transport
Insnoeringen van Ranvier = tussen tictacs
Dendrieten > soma > nucleus > axon > synapse
Zenuwstelsel bestaat uit: > zorgen voor bewegen lichaam, geven impulsen door van/naar weefsel
CZS / neuraxis = bestaat uit hersenen en ruggenmerg
PZS = verbindingen van/naar de organen/weefsels en het CZS. Voornamelijk (hersen)
zenuwen die spieren, organen en ledematen inneveren
Intracellulair materiaal = alles in cel
Extracellulair materiaal = alles buiten cel
Neurotransmitters = poortjes/ gaatjes in membraam van cel
4 soorten neuroglia (geheel van gliacellen):
Astrocyten = steuncellen, verbinden neuronen aan bloedvaten
> vormen bloed-hersen barriére zodat niet alle stoffen naar de hersenen kunnen
Oligodendrocyten = maken myeline aan, in CZS > schwann cellen in PZS
Microglia = afvalfunctie > imuumstysteem
Ependymocyten = vormen begrenzing van centrale wervelkanaal en de 4 ventrikels
Grijze stof > hoge concentratie zenuwcellen
Cortex = schors
Kernen diep in hersenen
Witte stof (communicatie tussen hemisferen)
> hoge concetraties myelineschedes rondom axon
Corpus callosum (hersenbalk) verbind de hemisferen
> limbisch systeem = om hersenbalk heen
Sulcus / fissure (sulci = mv) = groeve
Gyrus(gyri) = winding (hobbel)
Primary cortical areas = activeren spieren en ontvangen signalen