SPSS skills
SPSS subject Worked Spss Exercise
Example
Data
Split file W8 2g
Transform
Compute Rnd W1 1a
Cdf.normal W1 1d
Mean.n W2 1a
Recode Recode into different variables W4 1j
Rank Percentile Ranks W1 1f
Rank Norms W1 1h
Analyse
Descriptives Descriptives W1 1a
Z-scores W1 1c
Explore, percentiles W1 1g
Explore, plots W6 1e
Compare Means T-tests, independent sample W4 1c
Means W4 1j
General linear model Anova W4 1i
Dimension Reduction Dimensionality W2 3b
Factor Extraction Method W2 3b
Factor loadings W2 3c
Varimax Rotation W2 3c
Oblique Rotation W2 3d
Scale Reliability Cronbach’s Alpha W3 2a
Splithalf W3 2f
Item statistics W3 2cde
Covariance W3 2b
Scale summary W3 2h
Correlate Correlate W5 3a
Covariance W3 2b
Regression Linear W8 4a
Graphs
Bar W4 1b
Line W8 1k
Scatter W8 4b
Histogram W6 1e
Output
Pivot Table W5 3a
APA Tables W5 3a
For all exercises we use ADHD.sav
1
, Data
• Split file = gebruik je als je groepen wilt vergelijken, maar twee aparte tabellen
nodig hebt (VB: IQ-score met de drie verschillende niveaus van opleiding).
Data → split file → compare groups → de groep die je op wilt splitsen verplaats je
naar groups based on.
Transform
Compute
• Predictor/voorspeller maken (sessie 4) = variabele 1 x score variabele
• MEAN.N functie = Wordt over het algemeen gebruikt bij schaalscores van testen
op gedrag of attitudes. .N = minimale hoeveel geldige antwoorden. Nadeel van een
gemiddelde als schaalscore zijn de decimalen, dus vermenigvuldigen met het
totaal aantal items van de test.
Transform → compute variable → naam nieuwe variabele invoeren →
RND(MEAN.N(variable 1 tot variable 2)*aantal items) → discriptives → mean.
• RND = afronden op gehelen
• Cdf.normal = gebruik je wanneer je de kans op een bepaalde score of hoger/lager
wilt berekenen. Wanneer je gestandaardiseerde Z-scores gebruikt, dan is de mean
0 en de standaarddeviatie 1. Let op er wordt hier uitgegaan van een normaal
verdeling. De p-waarde die je hier berekent en met percentile rank is in principe
hetzelfde, alleen houdt percentile ranks rekening met de verdeling van de
steekproef i.p.v. de normaal verdeling.
Transform → compute variable → CDF.NORMAL(variabele, mean,
standaarddeviatie) → kans opzoeken in de dataset.
Verschil tussen schaalscore en composite (samengestelde) score:
Composite score → twee scores van dezelfde persoon op twee verschillende items
samenvoegen en/of optellen.
Schaalscore → een score die op een andere schaal is gezet. Wordt veel gedaan met IQ
testen, waarbij er een gemiddelde van 100 wordt genomen.
Recode
• Recode into different variables = kan je ook gebruiken om dummy variabelen
te maken of terwijl dichotome veriabelen (sessie 4).
Transform → recode → recode into different variables → variabele invoeren →
naam nieuwe variabele bedenken → ‘change’ klikken → ‘old and new values’ voor
het maken van groepen → continue → ok.
Rank
• Percentile ranks = wordt gebruikt om percentiel scores en percentiel ranks te
berekenen (vb: wat is de percentiel rank voor iemand met een score van 20).
Houdt rekening met de echter verdeling van je steekproef.
Transform → rank cases → variabele invoeren → rank types → ‘fractional rank as
%’ aanvinken → percentiel rank voor een score opzoeken in data.
• Rank norms & T-scores = omzetten van scores in genormaliseerde scores (stap
1) met een ander gemiddelde en een andere standaarddeviatie (stap 2). Hiermee
zet je de steekproef om naar een normaalverdeling.
2
SPSS subject Worked Spss Exercise
Example
Data
Split file W8 2g
Transform
Compute Rnd W1 1a
Cdf.normal W1 1d
Mean.n W2 1a
Recode Recode into different variables W4 1j
Rank Percentile Ranks W1 1f
Rank Norms W1 1h
Analyse
Descriptives Descriptives W1 1a
Z-scores W1 1c
Explore, percentiles W1 1g
Explore, plots W6 1e
Compare Means T-tests, independent sample W4 1c
Means W4 1j
General linear model Anova W4 1i
Dimension Reduction Dimensionality W2 3b
Factor Extraction Method W2 3b
Factor loadings W2 3c
Varimax Rotation W2 3c
Oblique Rotation W2 3d
Scale Reliability Cronbach’s Alpha W3 2a
Splithalf W3 2f
Item statistics W3 2cde
Covariance W3 2b
Scale summary W3 2h
Correlate Correlate W5 3a
Covariance W3 2b
Regression Linear W8 4a
Graphs
Bar W4 1b
Line W8 1k
Scatter W8 4b
Histogram W6 1e
Output
Pivot Table W5 3a
APA Tables W5 3a
For all exercises we use ADHD.sav
1
, Data
• Split file = gebruik je als je groepen wilt vergelijken, maar twee aparte tabellen
nodig hebt (VB: IQ-score met de drie verschillende niveaus van opleiding).
Data → split file → compare groups → de groep die je op wilt splitsen verplaats je
naar groups based on.
Transform
Compute
• Predictor/voorspeller maken (sessie 4) = variabele 1 x score variabele
• MEAN.N functie = Wordt over het algemeen gebruikt bij schaalscores van testen
op gedrag of attitudes. .N = minimale hoeveel geldige antwoorden. Nadeel van een
gemiddelde als schaalscore zijn de decimalen, dus vermenigvuldigen met het
totaal aantal items van de test.
Transform → compute variable → naam nieuwe variabele invoeren →
RND(MEAN.N(variable 1 tot variable 2)*aantal items) → discriptives → mean.
• RND = afronden op gehelen
• Cdf.normal = gebruik je wanneer je de kans op een bepaalde score of hoger/lager
wilt berekenen. Wanneer je gestandaardiseerde Z-scores gebruikt, dan is de mean
0 en de standaarddeviatie 1. Let op er wordt hier uitgegaan van een normaal
verdeling. De p-waarde die je hier berekent en met percentile rank is in principe
hetzelfde, alleen houdt percentile ranks rekening met de verdeling van de
steekproef i.p.v. de normaal verdeling.
Transform → compute variable → CDF.NORMAL(variabele, mean,
standaarddeviatie) → kans opzoeken in de dataset.
Verschil tussen schaalscore en composite (samengestelde) score:
Composite score → twee scores van dezelfde persoon op twee verschillende items
samenvoegen en/of optellen.
Schaalscore → een score die op een andere schaal is gezet. Wordt veel gedaan met IQ
testen, waarbij er een gemiddelde van 100 wordt genomen.
Recode
• Recode into different variables = kan je ook gebruiken om dummy variabelen
te maken of terwijl dichotome veriabelen (sessie 4).
Transform → recode → recode into different variables → variabele invoeren →
naam nieuwe variabele bedenken → ‘change’ klikken → ‘old and new values’ voor
het maken van groepen → continue → ok.
Rank
• Percentile ranks = wordt gebruikt om percentiel scores en percentiel ranks te
berekenen (vb: wat is de percentiel rank voor iemand met een score van 20).
Houdt rekening met de echter verdeling van je steekproef.
Transform → rank cases → variabele invoeren → rank types → ‘fractional rank as
%’ aanvinken → percentiel rank voor een score opzoeken in data.
• Rank norms & T-scores = omzetten van scores in genormaliseerde scores (stap
1) met een ander gemiddelde en een andere standaarddeviatie (stap 2). Hiermee
zet je de steekproef om naar een normaalverdeling.
2
