Anatomie: Inwendige organen
Dit onderdeel van anatomie gaat vooral over de inwendige organen van het lichaam zoals bijv.
het hart, en verschillende zaken zoals de gastrointestinale tractus en de urinewegen etc. Er
zijn nu maar 2 practica, dit zijn demo practica waarbij een lijk wordt open gemaakt zodat de
studenten kunnen meekijken. Er mag ook gevoeld worden. Er is aan het einde van beide
practica een test, waarmee je extra punten voor het examen kan scoren. Bij deze test mag je
samenwerken met anderen, en boeken gebruiken. Er komt ergens in de helft van het vak een
multiple choice opdracht zoals in het eerste semester, waarbij de studenten zelf multiple
choice vragen moeten verzinnen, ook hiermee kan je bonuspunten scoren voor op het
examen. Maak deze zeker goed, want dit kan net uitmaken voor een voldoende. Deze
opdracht is niet moeilijk met een beetje creativiteit. De docenten zijn hetzelfde als die van het
eerste semester. De anatoom Luc van Nassauw geeft hier weer de practica en enkele
hoorcolleges. De neurochirurg Jan Verlooy zal eveneens weer het grootste deel van de
theorielessen geven. Het examen bestaat uit meerdere gedeeltes. Het begint met 5 beelden
waarop men telkens een aantal structuren moet benoemen, bij ons waren dit er 30. Hier zijn
veel punten op te scoren. Het is ook erg handig om hiervoor te oefenen via de site
www.kenhub.com, Biodigital of via flashcards. Hierna krijg je nog een X aantal multiple choice
vragen met 5 antwoordmogelijkheden en een lage giscorrectie waarvan een X aantal bedacht
zijn door de studenten zelf. Dit zijn vaak meer klinische vragen, en deze kunnen soms dan ook
heel moeilijk zijn. Hierna komen de open vragen. Deze gaan vaak over het proces van
defecatie, en de innervatie of arteriële/veneuze bevloeiingsschema’s achterin het
Prometheus boek. Anastomosen komen ook veel terug. Weer zijn de structuren en de open
vragen de puntenpakkers en zijn de MCQ erg lastig. Aanrader is dus om vooral de structuren
en schema’s achterin Prometheus goed te leren, de potentiële open vragen goed te studeren,
en de MCQ alleen in te vullen als je deze echt zeker weet.
, Examenvragen – 2016 (Examen Juni)
Open vragen:
1. Arteriële bevloeiing van het pericard
2. Veneuze drainage van de maag
3. Innervatie van de longen, bronchiën en trachea
4. Schema van de werking van het continentieorgaan
5. Anastomosen van abdomen
6. Intercavale anastosomen
Structuren:
1 foto van het
hart 2 fotos ‘in
situ’
1 doorsnede foto
1 foto kijkend op rectum caudaal
MCQ:
1. Headzone van de nier
2. innervatie gl. submandibularis
3. Volgorde van lagen van de balzak
4. 10e rib gebroken ter hoogte van axillaire lijn, welk orgaan beschadigd? Long,
maag, milt of lever.
5. Tijdens de uitdrijving van ontlasting regelen verschillende zenuwen de
contractie of relaxatie van verschillende spieren. Welke bewering hierover is
juist?
Examenvragen – 2016 (Examen Augustus)
Open vragen:
1. Mictie
2. Bezenuwing van uterus, tuba uterina en vagina
3. Arteriële bevloeiing van de nier en bijnier
4. Veneuze drainage van het corpus cavernosum recti
5. Spieren die instaan voor in- en uitademen en hun innervatie
6. Veneuze drainage van de oesophagus
Structuren:
1. p 386 uit het boek (Prometheus: Inwendige organen)
2. p. 223
3. p. 293 (a)
4. p. 96
5. p. 230 (rectum in situ)
MCQ:
1. Welke van de volgende zenuwen innerveert de Gl. submandibularis?
2. MCQ over de bloedstroom in de hartkamers
Dit onderdeel van anatomie gaat vooral over de inwendige organen van het lichaam zoals bijv.
het hart, en verschillende zaken zoals de gastrointestinale tractus en de urinewegen etc. Er
zijn nu maar 2 practica, dit zijn demo practica waarbij een lijk wordt open gemaakt zodat de
studenten kunnen meekijken. Er mag ook gevoeld worden. Er is aan het einde van beide
practica een test, waarmee je extra punten voor het examen kan scoren. Bij deze test mag je
samenwerken met anderen, en boeken gebruiken. Er komt ergens in de helft van het vak een
multiple choice opdracht zoals in het eerste semester, waarbij de studenten zelf multiple
choice vragen moeten verzinnen, ook hiermee kan je bonuspunten scoren voor op het
examen. Maak deze zeker goed, want dit kan net uitmaken voor een voldoende. Deze
opdracht is niet moeilijk met een beetje creativiteit. De docenten zijn hetzelfde als die van het
eerste semester. De anatoom Luc van Nassauw geeft hier weer de practica en enkele
hoorcolleges. De neurochirurg Jan Verlooy zal eveneens weer het grootste deel van de
theorielessen geven. Het examen bestaat uit meerdere gedeeltes. Het begint met 5 beelden
waarop men telkens een aantal structuren moet benoemen, bij ons waren dit er 30. Hier zijn
veel punten op te scoren. Het is ook erg handig om hiervoor te oefenen via de site
www.kenhub.com, Biodigital of via flashcards. Hierna krijg je nog een X aantal multiple choice
vragen met 5 antwoordmogelijkheden en een lage giscorrectie waarvan een X aantal bedacht
zijn door de studenten zelf. Dit zijn vaak meer klinische vragen, en deze kunnen soms dan ook
heel moeilijk zijn. Hierna komen de open vragen. Deze gaan vaak over het proces van
defecatie, en de innervatie of arteriële/veneuze bevloeiingsschema’s achterin het
Prometheus boek. Anastomosen komen ook veel terug. Weer zijn de structuren en de open
vragen de puntenpakkers en zijn de MCQ erg lastig. Aanrader is dus om vooral de structuren
en schema’s achterin Prometheus goed te leren, de potentiële open vragen goed te studeren,
en de MCQ alleen in te vullen als je deze echt zeker weet.
, Examenvragen – 2016 (Examen Juni)
Open vragen:
1. Arteriële bevloeiing van het pericard
2. Veneuze drainage van de maag
3. Innervatie van de longen, bronchiën en trachea
4. Schema van de werking van het continentieorgaan
5. Anastomosen van abdomen
6. Intercavale anastosomen
Structuren:
1 foto van het
hart 2 fotos ‘in
situ’
1 doorsnede foto
1 foto kijkend op rectum caudaal
MCQ:
1. Headzone van de nier
2. innervatie gl. submandibularis
3. Volgorde van lagen van de balzak
4. 10e rib gebroken ter hoogte van axillaire lijn, welk orgaan beschadigd? Long,
maag, milt of lever.
5. Tijdens de uitdrijving van ontlasting regelen verschillende zenuwen de
contractie of relaxatie van verschillende spieren. Welke bewering hierover is
juist?
Examenvragen – 2016 (Examen Augustus)
Open vragen:
1. Mictie
2. Bezenuwing van uterus, tuba uterina en vagina
3. Arteriële bevloeiing van de nier en bijnier
4. Veneuze drainage van het corpus cavernosum recti
5. Spieren die instaan voor in- en uitademen en hun innervatie
6. Veneuze drainage van de oesophagus
Structuren:
1. p 386 uit het boek (Prometheus: Inwendige organen)
2. p. 223
3. p. 293 (a)
4. p. 96
5. p. 230 (rectum in situ)
MCQ:
1. Welke van de volgende zenuwen innerveert de Gl. submandibularis?
2. MCQ over de bloedstroom in de hartkamers
