1. Een patiënt heeft een verdoofd gevoel op de huid aan de voorzijde van de radiale zijde van
de rechteronderarm. Er blijkt een zenuw beschadigd te zijn. Van welke zenuw is de
beschadigde zenuw een eindtak?
a. N. axillaris
b. N. radialis
c. N. musculocutaneus
d. N medianus
e. N. ulnaris
C is het juiste antwoord. De gevoelloze huidtak wordt geïnnerveerd door de N. cutaneus
antebrachii lateralis. De N. cutaneus antebrachii is een uitloper van de N.
musculocutaneus.
2. Tijdens een operatie wordt de A. tibialis posterior van rechterbeen afgeklemd om overtollig
bloedverlies te voorkomen. Welk deel van het been wordt hierdoor niet meer voorzien van
bloed?
a. De plantaire zijde van de rechtervoet
b. De palmaire zijde van de rechtervoet (wordt van bloed voorzien door uitlopers van de A.
tibialis anterior)
c. De voorzijde van de rechterknie (wordt van bloed voorzien door uitlopers van de A
poplitea)
d. De achterzijde van de rechterknie (wordt van bloed voorzien door uitlopers van de A
poplitea)
e. De rechterheup (wordt van bloed voorzien door uitlopers van de A. iliaca communis)
3. Een patïënt kan zijn mond niet meer goed sluiten. Er wordt gevraagd aan de patiënt of hij wil
fluiten, wat niet lukt. Welke spier werkt er niet goed meer?
a. M. buccinator (wangspier)
b. M. mentalis (kinspier)
c. M. risorius (lachspier)
d. M. orbicularis oris (mondsluitspier)
e. M. auricularis anterior (voorste oorspier)
D is het juiste antwoord
4. Een man wordt in de rechterzijde op de linea axillaris media ter hoogte van de 3e
lendenwervel gestoken. Welke spier wordt het eerst geraakt door de punt van het mes?
a. M. rectus abdominis
b. M. psoas major
c. M. obliquus externus abdominis
d. M. transversus abdominis
e. M. obliquus internus abdominis
C is het juiste antwoord. De M. rectus abominis en de M. psoas major liggen niet ter
hoogte van de linea axillaris media.
De M. transversus abdominis en de M. obliquus internus abdominis liggen ter hoogte van
de linea axillaris media, maar liggen dieper dan de M. obliquus externus abdominis
5. Mm scaleni heeft als functie het (1) waardoor (2) mogelijk wordt gemaakt.
, 1 2
a. Opheffen van de bovenste ribben Inspiratie
b. Laten dalen van de bovenste ribben Inspiratie
c. Laten dalen van de bovenste ribben Expiratie
d. Opheffen van de onderste ribben Expiratie
e. Opheffen van de onderste Inspiratie
De Mm scaleni heft de bovenste ribben op waardoor het volume van de borstholte
groter wordt. De longen zetten dan uit waardoor inspiratie plaatsvindt.
1. Wat loopt er door het Foramen transversarium bij de 7e cervicale wervel?
A. Arterior vertebralis
B. Ruggenmerg
C. Spinale zenuw
D. Radix ventralis
E. Spinaal ganglion
2. Van welke arterie zijn de aa. Intercostales posteriores directe aftekkingen.
A. Aorta thoracia
B. R. cutaneus lateralis
C. A. vertebralis
D. Aa. Intercostales anterioris
E. Aa lumbales I-V
3. Een zakenvrouw heeft klachten van een pijnlijke grote teen aan haar beide voeten na langdurig
staan of wandelen. De dokter bekijkt de voeten en ziet meteen een grote knobbel op beide tenen
aan de mediale zijde van de voet. De dokter constateert dat ze Hallux valgus heeft. Bij Hallux Valgus
heeft de grote teen een afwijking naar lateraal. Het musculaire evenwicht wordt hierdoor verstoord
waardoor de trekrichting van de pezen verandert. Welke pees ondervindt de grootste invloed en
versterkt de deformiteit doordat hij een adductor wordt in plaats van een abductor?
A. M. adductor hallucis
B. M. abductor hallucis
C. M. extensor hallucis longus
D. M. flexor hallucis longus
E. Apeuneurosis plantaris
4. Wat zijn de functies van de triceps branchii?
A. Het strekken van het ellebooggewricht (extensie)
B. Het plooien van het ellebooggewricht (flexie)
C. Het naar binnen draaien van de onderarm (pronatie)
D. Het naar buiten draaien van de onderarm (suspinatie)
E. Het naar binnen draaien van de onderarm (suspinatie)
5. Na een hevige fitnesstraining met veel sit-ups heef een jongeman de volgende ochtend hevige pijn
aan zijn buikregio bij het rechtkomen uit zijn bed. Welke spier heeft deze man stevig getraind de dag
voordien?
, A. M. rectus abdominis
B. M. Transversus abdominis
C. M. obliquus abdominis
D. Linea alba
E. Intersectiones tendineae
Vraag 1
Welke van de volgende bewegingen kan niet meer worden uitgevoerd als de zenuwstrengen van de
plexus sacralis beschadigd zijn?
A extensie van het kniegewricht
Deze functie wordt verzorgd door de Musculus quadriceps femoris. Deze wordt geïnnerveerd
door de N.femoralis die een tak is van de plexus lumbalis.
B flexie van het kniegewricht
Wordt verzorgd door o.a. de M. biceps femoris, M. semimembranosus, …. Deze spieren
worden geïnnerveerd door zenuwstrengen van de plexus sacralis.
C extensie van het ellebooggewricht
Wordt verzorgd door de M.triceps brachii en de M. anconeus. Deze spieren worden beide
geïnnerveerd door zenuwstrengen vanuit de plexus brachialis.
D flexie van het ellebooggewricht
Deze beweging wordt verzorgd door de biceps brachii, M. brachialis en M. brachioradialis. Al
deze spieren worden geïnnerveerd door spieren vanuit de plexus brachialis.
E dorsale extensie van het hoofd
Deze beweging wordt verzorgd door de m.sternocleidomastoideus. Deze spier wordt
geïnnerveerd door de n.accessorius en directe takken uit de plexus cervicalis.
Vraag 2
Jef heeft een harde klap op de zijkant van zijn hoofd gekregen. Hij heeft nu last van
gehoorproblemen. Ter hoogte van welk bot heeft Jef zijn aanvaller geslagen?
A os parietale
Bevindt zich aan de bovenzijde van de schedel.
B os sphenoidale
Dit bot bevindt zich aan de ventrale zijde van het os temporale en ligt dus niet in de buurt van
het oor.
C os temporale
Het binnenoor bevindt zich in het mediale deel van het pars petrosa van dit bot
D os maxilla
Dit is de bovenkaak en bevindt zich dus niet in de buurt van het oor.
E os occipitale
Bevindt zich aan de achterzijde (achter het oor).
Vraag 3
De patiënt klaagt over pijn in de borst tijdens het inademen, dit kan veroorzaakt worden door:
A ontstoken mm. Intercostales interni:
heeft een functie bij de uitademing
B ontstoken M. transversus thoracis:
heeft een functie bij de uitademing
C ontstoken mm. Intercostales externi:
is de enige spier van het lijstje met een functie bij de inspiratie
D ontstoken mm. Intercostales intimi
heeft een functie bij de uitademing
de rechteronderarm. Er blijkt een zenuw beschadigd te zijn. Van welke zenuw is de
beschadigde zenuw een eindtak?
a. N. axillaris
b. N. radialis
c. N. musculocutaneus
d. N medianus
e. N. ulnaris
C is het juiste antwoord. De gevoelloze huidtak wordt geïnnerveerd door de N. cutaneus
antebrachii lateralis. De N. cutaneus antebrachii is een uitloper van de N.
musculocutaneus.
2. Tijdens een operatie wordt de A. tibialis posterior van rechterbeen afgeklemd om overtollig
bloedverlies te voorkomen. Welk deel van het been wordt hierdoor niet meer voorzien van
bloed?
a. De plantaire zijde van de rechtervoet
b. De palmaire zijde van de rechtervoet (wordt van bloed voorzien door uitlopers van de A.
tibialis anterior)
c. De voorzijde van de rechterknie (wordt van bloed voorzien door uitlopers van de A
poplitea)
d. De achterzijde van de rechterknie (wordt van bloed voorzien door uitlopers van de A
poplitea)
e. De rechterheup (wordt van bloed voorzien door uitlopers van de A. iliaca communis)
3. Een patïënt kan zijn mond niet meer goed sluiten. Er wordt gevraagd aan de patiënt of hij wil
fluiten, wat niet lukt. Welke spier werkt er niet goed meer?
a. M. buccinator (wangspier)
b. M. mentalis (kinspier)
c. M. risorius (lachspier)
d. M. orbicularis oris (mondsluitspier)
e. M. auricularis anterior (voorste oorspier)
D is het juiste antwoord
4. Een man wordt in de rechterzijde op de linea axillaris media ter hoogte van de 3e
lendenwervel gestoken. Welke spier wordt het eerst geraakt door de punt van het mes?
a. M. rectus abdominis
b. M. psoas major
c. M. obliquus externus abdominis
d. M. transversus abdominis
e. M. obliquus internus abdominis
C is het juiste antwoord. De M. rectus abominis en de M. psoas major liggen niet ter
hoogte van de linea axillaris media.
De M. transversus abdominis en de M. obliquus internus abdominis liggen ter hoogte van
de linea axillaris media, maar liggen dieper dan de M. obliquus externus abdominis
5. Mm scaleni heeft als functie het (1) waardoor (2) mogelijk wordt gemaakt.
, 1 2
a. Opheffen van de bovenste ribben Inspiratie
b. Laten dalen van de bovenste ribben Inspiratie
c. Laten dalen van de bovenste ribben Expiratie
d. Opheffen van de onderste ribben Expiratie
e. Opheffen van de onderste Inspiratie
De Mm scaleni heft de bovenste ribben op waardoor het volume van de borstholte
groter wordt. De longen zetten dan uit waardoor inspiratie plaatsvindt.
1. Wat loopt er door het Foramen transversarium bij de 7e cervicale wervel?
A. Arterior vertebralis
B. Ruggenmerg
C. Spinale zenuw
D. Radix ventralis
E. Spinaal ganglion
2. Van welke arterie zijn de aa. Intercostales posteriores directe aftekkingen.
A. Aorta thoracia
B. R. cutaneus lateralis
C. A. vertebralis
D. Aa. Intercostales anterioris
E. Aa lumbales I-V
3. Een zakenvrouw heeft klachten van een pijnlijke grote teen aan haar beide voeten na langdurig
staan of wandelen. De dokter bekijkt de voeten en ziet meteen een grote knobbel op beide tenen
aan de mediale zijde van de voet. De dokter constateert dat ze Hallux valgus heeft. Bij Hallux Valgus
heeft de grote teen een afwijking naar lateraal. Het musculaire evenwicht wordt hierdoor verstoord
waardoor de trekrichting van de pezen verandert. Welke pees ondervindt de grootste invloed en
versterkt de deformiteit doordat hij een adductor wordt in plaats van een abductor?
A. M. adductor hallucis
B. M. abductor hallucis
C. M. extensor hallucis longus
D. M. flexor hallucis longus
E. Apeuneurosis plantaris
4. Wat zijn de functies van de triceps branchii?
A. Het strekken van het ellebooggewricht (extensie)
B. Het plooien van het ellebooggewricht (flexie)
C. Het naar binnen draaien van de onderarm (pronatie)
D. Het naar buiten draaien van de onderarm (suspinatie)
E. Het naar binnen draaien van de onderarm (suspinatie)
5. Na een hevige fitnesstraining met veel sit-ups heef een jongeman de volgende ochtend hevige pijn
aan zijn buikregio bij het rechtkomen uit zijn bed. Welke spier heeft deze man stevig getraind de dag
voordien?
, A. M. rectus abdominis
B. M. Transversus abdominis
C. M. obliquus abdominis
D. Linea alba
E. Intersectiones tendineae
Vraag 1
Welke van de volgende bewegingen kan niet meer worden uitgevoerd als de zenuwstrengen van de
plexus sacralis beschadigd zijn?
A extensie van het kniegewricht
Deze functie wordt verzorgd door de Musculus quadriceps femoris. Deze wordt geïnnerveerd
door de N.femoralis die een tak is van de plexus lumbalis.
B flexie van het kniegewricht
Wordt verzorgd door o.a. de M. biceps femoris, M. semimembranosus, …. Deze spieren
worden geïnnerveerd door zenuwstrengen van de plexus sacralis.
C extensie van het ellebooggewricht
Wordt verzorgd door de M.triceps brachii en de M. anconeus. Deze spieren worden beide
geïnnerveerd door zenuwstrengen vanuit de plexus brachialis.
D flexie van het ellebooggewricht
Deze beweging wordt verzorgd door de biceps brachii, M. brachialis en M. brachioradialis. Al
deze spieren worden geïnnerveerd door spieren vanuit de plexus brachialis.
E dorsale extensie van het hoofd
Deze beweging wordt verzorgd door de m.sternocleidomastoideus. Deze spier wordt
geïnnerveerd door de n.accessorius en directe takken uit de plexus cervicalis.
Vraag 2
Jef heeft een harde klap op de zijkant van zijn hoofd gekregen. Hij heeft nu last van
gehoorproblemen. Ter hoogte van welk bot heeft Jef zijn aanvaller geslagen?
A os parietale
Bevindt zich aan de bovenzijde van de schedel.
B os sphenoidale
Dit bot bevindt zich aan de ventrale zijde van het os temporale en ligt dus niet in de buurt van
het oor.
C os temporale
Het binnenoor bevindt zich in het mediale deel van het pars petrosa van dit bot
D os maxilla
Dit is de bovenkaak en bevindt zich dus niet in de buurt van het oor.
E os occipitale
Bevindt zich aan de achterzijde (achter het oor).
Vraag 3
De patiënt klaagt over pijn in de borst tijdens het inademen, dit kan veroorzaakt worden door:
A ontstoken mm. Intercostales interni:
heeft een functie bij de uitademing
B ontstoken M. transversus thoracis:
heeft een functie bij de uitademing
C ontstoken mm. Intercostales externi:
is de enige spier van het lijstje met een functie bij de inspiratie
D ontstoken mm. Intercostales intimi
heeft een functie bij de uitademing
