Onderste ledematen
Tijdens het skiën botst een skiër op een stilstaande skiër. Tijdens deze botsing buigt de knie naar
binnen. De skiër denkt dat hij mogelijk ingescheurde knieband(en) heeft welke zou dit kunnen zijn?
A Lig. Collaterale tibiale
B Lig. Capitis fibulae posterius en de Cruciatum anterius
C Lig. Cruciatum anterius
D Lig. Cruciatum posterius
E Lig. Cruciatum anterius en Lig. Cruciatum posterius
Bovenste ledematen
Een oude man heeft last van zijn arm. De dokter bekijkt zijn arm maar kan geen pols waarnemen en
denkt dat dit komt door een bloedpropje. Waar zou dit bloedpropje kunnen zitten.
1 A. branchalius
2 A. radialis
3 A. ulnaris
4 A. interossea posterior
A 1,2,3,4 (alle slagaders in de onderarm plus de a. brachalius)
B 1,2,3 (grote slagaderen onderarm plus a.brachalius. pols wordt alleen gemeten aan de kant van de
radius)
C 1,2 (goede antwoord)
D 1,2,4 ( slagaders onderarm)
E 1,3 (verkeerde kant van de pols gemeten)