Hoofdstuk 4 didactisch
handelen
Wat zijn didactische principes?
= kenmerken het didactisch handelen
= inspiratie tot keuzes
- Moet constant open staan in je hoofd en zeker bij het voorbereiden
van uw lessen
Doel: Effectief en efficiënt werken= leren stimuleren
- Effectief = uw doel daadwerkelijk bereiken
Vb: een kind die heel lang doen over oefeningen, maar ze lost alles goed
op. Ze werkt niet efficiënt want het gaat te traag.
Omgekeerd: doordat ze alles fout heeft, maar wel snel werkt, heeft ze niet
effectief gewerkt
Selectie van didactische principes
• Motivatieprincipe
• Activiteitsprincipe
• Aanschouwelijkheidsprincipe
• Geleidelijkheidsprincipe
• Differentiatieprincipe
• Herhalingsprincipe
In theorie: één principe krijgt vaak het accent
In de praktijk: OPGEPAST: dit betekent niet dat de focus op 1 principe
moet liggen en dat een principe verwaarloosd moet worden!
6 didactische principes geanalyseerd
Motivatieprincipe
Motivatie: Leren
- Het wordt bepaald door persoonlijke en situationele factoren
, Soorten motivatie:
Intrinsieke motivatie: vanuit jezelf
Aandachtspunten om intrinsieke motivatie aan te wakkeren:
- Waardevolle en haalbare doelen opstellen
o Zone van de naaste ontwikkeling: aanspreken van het kind op
een niveau net buiten het bereik van een kind op eigen kracht
- Ervaringen van leerlingen gebruiken in je lessen
Extrinsieke motivatie: externe factor
- Je mag intrinsieke en extrinsieke motivatie niet als tegenpolen zien.
o Je zal bepaalde dingen toch doen met een bepaalde vrijheid,
leuk of niet, omdat je er het nut wel van inziet
- = de verpakking van de leerinhoud
- Voorbeelden die samenhangen met de ‘verpakking’ van de
leerinhoud:
o Leerstof kiezen die leerlingen aanspreekt. Inhoud is hetzelfde,
je biedt het op een andere manier aan.
o De keuze voor een bepaalde werkvorm en de afwisseling die je
brengt in je werkvormen kunnen ervoor zorgen dat leerlingen
toch gemotiveerd zijn om met de leerinhoud aan de slag te
gaan.
o Het optreden van de leerkracht: met humor voor de klas
staan= motivatie
o Beloning en straf: = bijzondere vorm van extrinsieke motivatie
die grote voorzichtigheid heeft. Door deze motivatie worden
de goede leerlingen vaak aangemoedigd en de zwakkere
leerlingen ontmoedigd. + eens de afhankelijkheidsrelatie van
een beloning of straf wegvalt, verdwijnt ook hun motivatie.
Welke vorm van motivatie geniet de voorkeur?
Intrinsieke en extrinsieke motivatie kunnen niet zomaar van elkaar
gescheiden worden.
- Inhoud is niet los te koppelen van de verpakking
Intrinsieke motivatie= meest interessant, het motiveren voor de
leerinhoud zelf
Extrinsieke motivatie met oog op belonen en straf = minst gunstig
handelen
Wat zijn didactische principes?
= kenmerken het didactisch handelen
= inspiratie tot keuzes
- Moet constant open staan in je hoofd en zeker bij het voorbereiden
van uw lessen
Doel: Effectief en efficiënt werken= leren stimuleren
- Effectief = uw doel daadwerkelijk bereiken
Vb: een kind die heel lang doen over oefeningen, maar ze lost alles goed
op. Ze werkt niet efficiënt want het gaat te traag.
Omgekeerd: doordat ze alles fout heeft, maar wel snel werkt, heeft ze niet
effectief gewerkt
Selectie van didactische principes
• Motivatieprincipe
• Activiteitsprincipe
• Aanschouwelijkheidsprincipe
• Geleidelijkheidsprincipe
• Differentiatieprincipe
• Herhalingsprincipe
In theorie: één principe krijgt vaak het accent
In de praktijk: OPGEPAST: dit betekent niet dat de focus op 1 principe
moet liggen en dat een principe verwaarloosd moet worden!
6 didactische principes geanalyseerd
Motivatieprincipe
Motivatie: Leren
- Het wordt bepaald door persoonlijke en situationele factoren
, Soorten motivatie:
Intrinsieke motivatie: vanuit jezelf
Aandachtspunten om intrinsieke motivatie aan te wakkeren:
- Waardevolle en haalbare doelen opstellen
o Zone van de naaste ontwikkeling: aanspreken van het kind op
een niveau net buiten het bereik van een kind op eigen kracht
- Ervaringen van leerlingen gebruiken in je lessen
Extrinsieke motivatie: externe factor
- Je mag intrinsieke en extrinsieke motivatie niet als tegenpolen zien.
o Je zal bepaalde dingen toch doen met een bepaalde vrijheid,
leuk of niet, omdat je er het nut wel van inziet
- = de verpakking van de leerinhoud
- Voorbeelden die samenhangen met de ‘verpakking’ van de
leerinhoud:
o Leerstof kiezen die leerlingen aanspreekt. Inhoud is hetzelfde,
je biedt het op een andere manier aan.
o De keuze voor een bepaalde werkvorm en de afwisseling die je
brengt in je werkvormen kunnen ervoor zorgen dat leerlingen
toch gemotiveerd zijn om met de leerinhoud aan de slag te
gaan.
o Het optreden van de leerkracht: met humor voor de klas
staan= motivatie
o Beloning en straf: = bijzondere vorm van extrinsieke motivatie
die grote voorzichtigheid heeft. Door deze motivatie worden
de goede leerlingen vaak aangemoedigd en de zwakkere
leerlingen ontmoedigd. + eens de afhankelijkheidsrelatie van
een beloning of straf wegvalt, verdwijnt ook hun motivatie.
Welke vorm van motivatie geniet de voorkeur?
Intrinsieke en extrinsieke motivatie kunnen niet zomaar van elkaar
gescheiden worden.
- Inhoud is niet los te koppelen van de verpakking
Intrinsieke motivatie= meest interessant, het motiveren voor de
leerinhoud zelf
Extrinsieke motivatie met oog op belonen en straf = minst gunstig