Zenuwstelsel en zintuigen – themalessen
INHOUD
Bewustzijnsstoornissen: epilepsie ....................................................................................................... 2
Angst ................................................................................................................................................. 5
Multiple sclerose ................................................................................................................................ 8
Epidemiologie ................................................................................................................................. 8
Kliniek ............................................................................................................................................ 9
Diagnose ...................................................................................................................................... 11
Etiologie ....................................................................................................................................... 13
Ziekteverloop beïnvloedende behandeling bij MS ............................................................................ 16
Symptomatische medicatie bij MS → informatief ............................................................................. 20
Zwangerschap en MS → informatief ................................................................................................ 22
Differentiaaldiagnoses → informatief .............................................................................................. 24
Samenvattend → informatief .......................................................................................................... 25
Gehoordaling ................................................................................................................................... 26
Bewegingsstoornissen ...................................................................................................................... 29
1
, Zenuwstelsel en zintuigen – themalessen
BEWUSTZIJNSSTOORNISSEN: EPILEPSIE
Bewustzijnsstoornissen (van meest naar minst waarschijnlijk)
- Syncope: flauwvallen door circulatieprobleem, bloeddruk te laag
- Epileptische aanval
- Delier/encefalopathie: plotselinge, ernstige verstoring van mentale vermogens, verminderd
bewustzijn van omgeving en verward denken
- Coma: diepe, langdurige bewusteloosheid
- Psychogene bewustzijnsstoornis: verminderd bewustzijn, veranderde staat van bewustzijn
veroorzaakt door psychologische factoren (lijkt op epilepsie)
Definitie epilepsie
- Herhaaldelijk, spontaan optreden van stereotiepe aanvallen gekenmerkt door:
o Verandering van bewustzijn
o Motorische en/of sensoriële functies
o Gedrag en emoties
- Oorzaak: plotselinge abnormale elektrische activiteit van neuronen in hersenschors
- Risico: na eerste aanval is er kans op tweede aanval
Classificatie epileptische aanvallen
- Gegeneraliseerde aanvallen (globaal)
o Absence
▪ Kortdurende bewustzijnsafwezigheid (vooral bij jonge kinderen)
▪ Duidelijke afwijkingen op EEG; makkelijke diagnose en vlotte behandeling
o Myoclonische aanval: korte spiertrekking
o Gegeneraliseerde tonisch-clonische aanval: grote aanval; eerst stijf dan schokken
- Focale (partiële) aanvallen (lokaal)
o Enkelvoudig partiële aanval (FAS)
▪ Geen bewustzijnsaantasting
o Complex partiële aanval (FIAS)
▪ Bewegingen en bewustzijnsaantasting
o Secundair gegeneraliseerde aanval
▪ Focale aanvallen verspreiden over hersenen (interhemisferische connecties)
- Op basis van klinische en EEG-criteria
o Interictaal EEG: tussen aanvallen
o Ictaal: tijdens aanval
o Interpretatie, bv P4-avg
▪ Rechterkant (even getal) op pariëtale kwab
2
, Zenuwstelsel en zintuigen – themalessen
Epidemiologie
- Prevalentie epilepsie:
o Vlaanderen: 0.5-1% (low and middle income countries (LMIC) > 5%)
o België: ± 100.000 patiënten
- Eénmalige aanval: > 50/1000
- Meest voorkomende vorm: focale epilepsie
Behandeling – “Epilepsie is een pillenziekte”
- Klassieke anti-epileptica (ASM):
o Fenobarbital (Gardenal, Luminal)
o Fenytoïne (Diphantoïne)
o Diazepam (Valium)
o Carbamazepine (Tegretol)
o Valproaat/valproïnezuur (Depakine, Convulex)
o Clonazepam (Rivotril)
o Vigabatrine (Sabril)
o Lamotrigine (Lamictal)
- Nieuwere anti-epileptica:
o Topiramate (Topamax)
o Gabapentine (Neurontin)
o Tiagabine (Gabitril)
o Felbamate (Taloxa)
o Levetiracetem (Keppra)
o Pregabaline (Lyrica)
o Lacosamide (Vimpat)
o Retigabine (Trobalt)
o Permapanel (Fycompa)
o Brivaracetam (Breviact)
o Cenobamate (Ontozry)
- Klassieke medicatie is goedkoop en effectief, maar heeft veel bijwerkingen → kies nieuwere
Refractaire epilepsie (DRE; moeilijk behandelbaar) – Als pillen niet helpen
- Treft 25-30% van patiënten (±30.000)
- Opties
o Epilepsiechirurgie
▪ Resectie: verwijderen van weefsel dat aanvallen veroorzaakt
▪ Disconnectie: onderbreken van verspreidingsbanen
▪ Enkel als dit geen zware neurologische bijwerkingen veroorzaakt
o Neurostimulatie
▪ N. vagus stimulatie (VNS)
▪ Diepe hersenstimulatie (ANT-DBS; stimulatie anterieure nucleus thalamus)
3
, Zenuwstelsel en zintuigen – themalessen
CNM – centrum voor neurofysiologische monitoring
- Voor patiënten met slaap en epilepsie problemen
- Beeldvormende onderzoeken
o MR, PET-scan
o Hippocampale sclerose/atrofie
o Hypometabole zone
- Invasief EEG en functionele mapping
o Elektroden op of in hersenen geplaatst om exacte epileptische
gebieden te lokaliseren
o Hersengebieden stimuleren om functies zoals spraak, motoriek en sensoriek te testen
4
INHOUD
Bewustzijnsstoornissen: epilepsie ....................................................................................................... 2
Angst ................................................................................................................................................. 5
Multiple sclerose ................................................................................................................................ 8
Epidemiologie ................................................................................................................................. 8
Kliniek ............................................................................................................................................ 9
Diagnose ...................................................................................................................................... 11
Etiologie ....................................................................................................................................... 13
Ziekteverloop beïnvloedende behandeling bij MS ............................................................................ 16
Symptomatische medicatie bij MS → informatief ............................................................................. 20
Zwangerschap en MS → informatief ................................................................................................ 22
Differentiaaldiagnoses → informatief .............................................................................................. 24
Samenvattend → informatief .......................................................................................................... 25
Gehoordaling ................................................................................................................................... 26
Bewegingsstoornissen ...................................................................................................................... 29
1
, Zenuwstelsel en zintuigen – themalessen
BEWUSTZIJNSSTOORNISSEN: EPILEPSIE
Bewustzijnsstoornissen (van meest naar minst waarschijnlijk)
- Syncope: flauwvallen door circulatieprobleem, bloeddruk te laag
- Epileptische aanval
- Delier/encefalopathie: plotselinge, ernstige verstoring van mentale vermogens, verminderd
bewustzijn van omgeving en verward denken
- Coma: diepe, langdurige bewusteloosheid
- Psychogene bewustzijnsstoornis: verminderd bewustzijn, veranderde staat van bewustzijn
veroorzaakt door psychologische factoren (lijkt op epilepsie)
Definitie epilepsie
- Herhaaldelijk, spontaan optreden van stereotiepe aanvallen gekenmerkt door:
o Verandering van bewustzijn
o Motorische en/of sensoriële functies
o Gedrag en emoties
- Oorzaak: plotselinge abnormale elektrische activiteit van neuronen in hersenschors
- Risico: na eerste aanval is er kans op tweede aanval
Classificatie epileptische aanvallen
- Gegeneraliseerde aanvallen (globaal)
o Absence
▪ Kortdurende bewustzijnsafwezigheid (vooral bij jonge kinderen)
▪ Duidelijke afwijkingen op EEG; makkelijke diagnose en vlotte behandeling
o Myoclonische aanval: korte spiertrekking
o Gegeneraliseerde tonisch-clonische aanval: grote aanval; eerst stijf dan schokken
- Focale (partiële) aanvallen (lokaal)
o Enkelvoudig partiële aanval (FAS)
▪ Geen bewustzijnsaantasting
o Complex partiële aanval (FIAS)
▪ Bewegingen en bewustzijnsaantasting
o Secundair gegeneraliseerde aanval
▪ Focale aanvallen verspreiden over hersenen (interhemisferische connecties)
- Op basis van klinische en EEG-criteria
o Interictaal EEG: tussen aanvallen
o Ictaal: tijdens aanval
o Interpretatie, bv P4-avg
▪ Rechterkant (even getal) op pariëtale kwab
2
, Zenuwstelsel en zintuigen – themalessen
Epidemiologie
- Prevalentie epilepsie:
o Vlaanderen: 0.5-1% (low and middle income countries (LMIC) > 5%)
o België: ± 100.000 patiënten
- Eénmalige aanval: > 50/1000
- Meest voorkomende vorm: focale epilepsie
Behandeling – “Epilepsie is een pillenziekte”
- Klassieke anti-epileptica (ASM):
o Fenobarbital (Gardenal, Luminal)
o Fenytoïne (Diphantoïne)
o Diazepam (Valium)
o Carbamazepine (Tegretol)
o Valproaat/valproïnezuur (Depakine, Convulex)
o Clonazepam (Rivotril)
o Vigabatrine (Sabril)
o Lamotrigine (Lamictal)
- Nieuwere anti-epileptica:
o Topiramate (Topamax)
o Gabapentine (Neurontin)
o Tiagabine (Gabitril)
o Felbamate (Taloxa)
o Levetiracetem (Keppra)
o Pregabaline (Lyrica)
o Lacosamide (Vimpat)
o Retigabine (Trobalt)
o Permapanel (Fycompa)
o Brivaracetam (Breviact)
o Cenobamate (Ontozry)
- Klassieke medicatie is goedkoop en effectief, maar heeft veel bijwerkingen → kies nieuwere
Refractaire epilepsie (DRE; moeilijk behandelbaar) – Als pillen niet helpen
- Treft 25-30% van patiënten (±30.000)
- Opties
o Epilepsiechirurgie
▪ Resectie: verwijderen van weefsel dat aanvallen veroorzaakt
▪ Disconnectie: onderbreken van verspreidingsbanen
▪ Enkel als dit geen zware neurologische bijwerkingen veroorzaakt
o Neurostimulatie
▪ N. vagus stimulatie (VNS)
▪ Diepe hersenstimulatie (ANT-DBS; stimulatie anterieure nucleus thalamus)
3
, Zenuwstelsel en zintuigen – themalessen
CNM – centrum voor neurofysiologische monitoring
- Voor patiënten met slaap en epilepsie problemen
- Beeldvormende onderzoeken
o MR, PET-scan
o Hippocampale sclerose/atrofie
o Hypometabole zone
- Invasief EEG en functionele mapping
o Elektroden op of in hersenen geplaatst om exacte epileptische
gebieden te lokaliseren
o Hersengebieden stimuleren om functies zoals spraak, motoriek en sensoriek te testen
4