College aantekeningen Arbeid en sociale zekerheidsrecht

College 1: De arbeidsovereenkomst
Arbeidsovereenkomst
Arbeidsovereenkomst (art. 7:610 lid 1 BW)
 Werknemer en werkgever.
 Verticale relatie tussen werknemer en werkgever (werkgever is sterker dan
de werknemer).
 Voorwaarden: Arbeid (zekere tijd), loon, gezag.
 Gezagsverhouding: loon, arbeid en in dienst zijn.
 Voorbeeld: medewerker bij een bank.

Oproepovereenkomst (art. 7:628a BW)
 Arbeidsomvang van minder dan 15 uur.
 Tijdstippen waarop de arbeid verricht moet worden zijn niet vastgelegd.

Uitzendovereenkomst (art. 7:690 BW)
 De werkgever leent de werknemer uit aan een derde partij
 Werknemer staat onder toezicht van de derde partij

Detacheringsovereenkomst

Formeel gezag = het voelen als arbeider (werkborrel, kerstpakket,
vergaderingen)
Materieel gezag = werkgever geeft uren, instructies, feedback

Overeenkomst van opdracht
Overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW)
 Opdrachtnemer en opdrachtgever
 Werk is niet van stoffelijke aard
 Geen arbeidsovereenkomst
 Voorwaarden: arbeid en loon
 Voorbeeld: advocaat, notaris, arts (denkwerk)


Overeenkomst tot aanneming van werk
Overeenkomst tot aanneming van werk (art. 7:750 BW)
 Aannemer en opdrachtgever
 Buiten dienstbetrekking
 Werk is van stoffelijke aard
 Voorwaarden: arbeid en loon
 Voorbeeld: loodgieter, stratenlegger (doewerk)

Rechtsvermoeden en soorten recht
Rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst (art. 7:610a BW)
 Wekelijks of 20 uur per maand ergens arbeid verricht en je hebt hier een
beloning voor gekregen, dan wordt er vermoed dat er een
arbeidsovereenkomst is.
 Rechtsvermoeden lijdt ertoe dat de bewijslast bij de rechter wordt
omgedraaid. Dus wie eist bewijst telt niet meer. De bal wordt bij de
werkgever (tegenpartij) gelegd om te bewijzen dat er geen spraken was
van een arbeidsovereenkomst.


Rechtsvermoeden arbeidsomvang (art. 7:610b BW)

,  Door te kijken naar het gemiddelde aantal werkuren in een maand van de
afgelopen 3 maanden, wordt bepaald om hoeveel uur de
arbeidsovereenkomst draait.
 Arbeidsovereenkomst moet minimaal 3 maanden geduurd hebben.
Soorten recht
 Dwingend recht = mag niet of niet ten nadele van de werknemer worden
afgeweken (vb. minimumloon)
 Driekwartdwingend recht = mag alleen bij worden afgeweken bij CAO
 Semidwingend recht = kan alleen van worden afgeweken bij een
schriftelijk aangegane overeenkomst. Werkgever en werknemer kunnen
dus onderling afwijken van de wet als dit schriftelijk is vastgelegd.
 Aanvullend recht = mag altijd van worden afgeweken (schriftelijk en
mondeling)

College 2: Rechten en verplichtingen arbeidsovereenkomst + gelijke
behandeling
Rechten en verplichtingen arbeidsovereenkomst
Inhoud arbeidsovereenkomst:
 Loon
 Loondoorbetaling bij ziekte
 Vakantiedagen
 Arbeidsduur
 Ingangsdatum
 Opzegtermijn
 Concurrentiebeding / Relatiebeding / Geheimhoudingsplicht
 Proeftijd
 Pensioenregeling
 CAO

Proeftijd van de werknemer (art 7:652 BW)
Proeftijd MOET schriftelijk afgesproken zijn

Bij minder dan 2 jaar  max. proeftijd van 1 maand
Meer dan 2 jaar  max. proeftijd van 2 maanden
Tot en met 6 maanden  GEEN proeftijd

Alles wat in strijd is met deze wet wordt nietig verklaard, dus heeft nooit bestaan.
Als proeftijd nietig is, dan is er gewoon geen proeftijd en mag je dus ook niet
ontslagen worden!

Vakantiedagen (art. 7:634 BW)
 Iedere werknemer heeft recht op minimaal 4x het aantal dagen dat hij per
week werkt.
 Bv. 5 dagen per week = 4x5 = 20 dagen vakantie per jaar.
 Als in een arbeidsovereenkomst of CAO minder dagen staan dan het
wettelijk minimum, dan is deze bepaling nietig en dan heeft de werknemer
gewoon recht op het wettelijk minimum (met terugwerkende kracht).

Concurrentiebeding (art. 7:653 BW)
- Moet met een meerderjarige werknemer, anders nietig
- Moet een schriftelijke overeenkomst zijn
- Arbeidsovereenkomst is voor onbepaalde tijd
- Rechter kan het beding vernietigen of gedeeltelijk vernietigen