Leiderschap in
ontwikkeling
THECLA GOOSSENS | 2E DRUK | 2022
LIZ HENS
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 | Wat is leiderschap?...................................................................2
1.1 Belang van leiderschap............................................................................................. 2
1.2 Definities van leiderschap......................................................................................... 3
1.3 Het verschil tussen leiderschap en management.....................................................3
1.4 leiderschap en macht............................................................................................... 7
1.5 Onderzoek naar leiderschap.....................................................................................8
Korte samenvatting van Hoofdstuk 1..............................................................................9
Hoofdstuk 2 | Wie is de leider?......................................................................10
2.1 De leider op de voorgrond......................................................................................10
2.2 Is leiderschap aangeboren of aangeleerd?..............................................................11
2.3 Theorieën over karakter en eigenschappen van leiders..........................................11
2.4 Vrouwelijk leiderschap............................................................................................ 13
2.5 De schaduwkanten van de leider............................................................................14
2.6 Mindsets van leiders...............................................................................................16
Korte samenvatting van Hoofdstuk 2............................................................................17
Hoofdstuk 3 | Wat doet de leider?.................................................................19
3.1 leiderschapsstijlen.................................................................................................. 19
3.2 Van transactioneel naar transformationeel leiderschap..........................................20
3.3 Taakgericht en/of mensgericht: het managerial grind............................................21
3.4 Situationeel leiderschap.......................................................................................... 24
3.5 Het concurrerende waardenmodel..........................................................................28
3.6 basisvaardigheden.................................................................................................. 30
Korte Samenvatting...................................................................................................... 33
Hoofdstuk 5 | Leiderschap zonder leiders......................................................34
5.1 Kunnen we zonder leiders?.....................................................................................34
5.2 Kunnen we zonder leiderschap?.............................................................................38
5.3 De kracht van de groep.......................................................................................... 39
5.4 Sturing aan zelfsturing............................................................................................ 41
5.5 De toekomst: Is jouw leider een algoritme?............................................................44
Korte Samenvatting...................................................................................................... 45
1
,Hoofdstuk 1 | Wat is leiderschap?
1.1 Belang van leiderschap
Leiderschap is iets wat je overal tegenkomt. Of het nu je ouders zijn,
docenten op school of bijvoorbeeld politici: je hele leven kom je leiders
tegen. Ook zullen er perioden in je leven zijn waarin je zelf leider bent. Dit
maakt dat iedereen een ander beeld heeft bij leiderschap.
De leider levert verschillende soorten bijdragen aan de groep, het team of
de organisatie. De Haan en Kasozi (2014) onderscgeden de volgende drie:
1. De zorg voor veiligheid en bescherming;
2. De zorg voor zingeving en inspiratie;
3. En de zorg voor ondersteuning met faciliteiten.
De leider zorgt voor veiligheid en bescherming door onzekerheid te
reduceren en bescherming te bieden. Hierbij kun je denken aan het geven
van informatie, het duidelijk maken van regels en het bieden van een
gezonde werkomgeving. De leider heeft oog voor emotie en lost conflicten
op. Daarom wordt dit ook wel het voelende aspect van leiderschap
genoemd. Veiligheid is ook ondersteunen in plaats van straffen wanneer
iemand onbedoeld een fout maakt. Betrouwbaar en voorspelbaar zijn
hoort hierbij.
Met het creëren van een gezamenlijk doel zorgt de leider voor inspiratie
en zingeving. Dit is het denkende element. Waar doen we het voor? De
leider geeft het doel van de organisatie als geheel weer en vertaalt dit
naar de bijdrage van iedere individu. Iets voor iemand betekenen is een
belangrijke motiverende factor. De volgers kunnen dan trots zijn op hun
organisatie en op hun persoonlijke bijdrage aan de gezamenlijke
resultaten. Een leider kan dit stimuleren door het geven van
complimenten en het vieren van successen.
Ondersteunen en faciliteren gaat over de vraag wat er nodig is om het
doel te halen. In het kort: het regelen van de middelen en het inrichten
van processen. Onder middelen verstaan we onder andere tijd, ruimte en
apparatuur. Maar ook scholing en ontwikkeling, zodat mensen hun taak
kunnen doen. Bij het inrichten van processen gaat het om taakverdeling,
samenwerking, afstemming en besluitvorming. We noemen dit het
handelende aspect van leiderschap.
Leiderschap is al sinds de klassieke oudheid een belangrijk onderwerp
van reflectie en discussie. Door de eeuwen heen heeft het begrip grote
veranderingen doorgemaakt, waarbij leiderschap zich ontwikkelde van een
autoritaire naar een meer democratische vorm. Drie historische
gebeurtenissen in Europa markeren deze ontwikkeling:
De Magna Carta (1215): de Engelse koning werd gedwongen een
deel van zijn macht af te staan aan het parlement, wat de eerste
stap vormde richting parlementaire democratie.
2
, De Reformatie (1517): Maarten Luther maakte met zijn stellingen
een einde aan de absolute macht van de kerk door de Bijbel in de
volkstaal toegankelijk te maken, waardoor mensen minder
afhankelijk werden van religieuze leiders.
De Franse Revolutie (1789): deze omverwerping van de
monarchie maakte een einde aan de heerschappij van koningen en
adel; idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap kwamen
centraal te staan, en leiderschap werd iets dat men moest
verdienen in plaats van erven.
Zo ontwikkelde leiderschap zich van een aangeboren en hiërarchische
positie tot een verantwoordelijkheid gebaseerd op verdienste en
gelijkwaardigheid.
1.2 Definities van leiderschap
Door de eeuwen heen zien we verschillende definities van leiders en
leiderschap, en die geven een goede weerspiegeling van de manier
waarop er in een bepaalde tijd over een thema werd gedacht. In deze
paragraaf wordt er een kleine selectie gemaakt van de verschillende
definities.
• Plato (- 380): de mensen die van nature neigen tot liefde voor
wijsheid, die zijn geschikt om een gemeenschap te leiden; ze moeten wijs
en rechtvaardig zijn, orders kunnen geven en straffen kunnen uitdelen
• Machiavelli (1492): verdeel en heers; het doel heiligt de middelen;
list en bedrog; is dit leiderschap of misschien wel macht ??
• Blanchard (1999): het vermogen mensen zodanig te beinvloeden
dat hun capaciteiten ten goede komen aan het algemeen belang
Overeenkomsten zijn: personen, relaties, doel, motieven en gedrag
1.3 Het verschil tussen leiderschap en management
In de literatuur wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen
management en leiderschap. Waar management traditioneel gericht
was op het efficiënt organiseren en beheersen van processen, ligt
leiderschap meer op het inspireren, richting geven en motiveren van
mensen. Het klassieke management denken vindt zijn oorsprong in het
scientific management van Frederick Taylor, waarin de nadruk lag op het
verhogen van de arbeidsproductiviteit en het optimaal laten functioneren
van organisaties volgens het POSDCORB-model:
Planning,
Organizing,
Staffing,
Directing,
Co-Ordinating,
Reporting
Budgeting.
Door de industriële revolutie veranderde de manier van produceren
drastisch: kleinschalige ambachtelijke productie maakte plaats voor
massaproductie, wat leidde tot een verregaande arbeidsdeling. Waar
3