Samenvatting binnenmilieu
Hoofdstuk 1
1.1 wat wordt verstaan onder binnenmilieu?
Het binnenmilieu omvat alle fysische, chemische en biologische factoren in een gebouw die
van invloed zijn op de gezondheid en welzijn van de gebruikers. De belangrijkste
binnenmilieuaspecten:
- thermisch binnenklimaat
- binnenluchtkwaliteit
- geluid en akoestiek
- licht en inzicht
Met binnenklimaat wordt de combinatie van thermisch binnenklimaat en
binnenluchtkwaliteit bedoeld.
De kwaliteit van het binnenmilieu wort beïnvloed door veel factoren:
- buitencondities de omgeving van een
gebouw is van invloed op het binnenmilieu.
Het lokale klimaat is een belangrijk
uitgangspunt bij het ontwerp of gebruik van
een gebouw.
- gebouw de vormgeving van het
gebouw en de gebruikte materialen
bepalen het binnenmilieu voor een
belangrijk deel. Ook zijn bouwmaterialen
en meubilair van invloed op het
binnenmilieu. (het vrijkomen van
bijvoorbeeld microbiologische vervuiling)
- mensen en activiteiten de
luchtkwaliteit op de werkplek wordt erg
beïnvloed door de aanwezigheid van mensen. Mensen produceren van nature CO2, vocht,
bio-effluenten en stof. Ook bij de activiteiten die we uitvoeren, komen verontreinigingen vrij.
De aanwezigheid van mensen heeft ook effect op andere binnenmilieuaspecten: personen
en apparatuur produceren bijvoorbeeld ook warmte en geluid.
- installaties klimaatinstallaties zorgen ervoor dat er voldoende luchtverversing
plaatsvindt en dat een gebouw wordt verwarmd en eventueel wordt gekoeld. Ook
verlichting is van invloed op het binnenmilieu. De aanwezige installaties moeten goed zijn
afgestemd op het gebouw en de activiteiten die er plaatsvinden.
Ook een adequaat beheer en onderhoud en een afgewogen inrichting is belangrijk, net als
een verantwoord gebruik van de voorzieningen door de gebouwgebruikers.
,1.2 hoe ziet de normering op het gebied van het binnenmilieu eruit?
De Arbowetgeving en het Bouwbesluit bevatten enige eisen die van belang zijn voor het
binnenmilieu op een werkplek. Wanneer het gaat om werkplekken in een gebouw zijn beide
van toepassing. Ze moeten dan ook rekening met elkaar houden. Het voldoen aan de
wettelijke minimumeisen is zeker geen garantie dat het binnenmilieu goed is of dat het
comfort, de gezondheid en de productiviteit van gebouwgebruikers gewaarborgd is.
Arbowetgeving
De Arbowet is de wettelijke randvoorwaarde die je kunt aanwenden om frustratie, stress en
ziekte te voorkomen. Het doel is het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en het
terugdringen van ziekteverzuim en het verminderen van aanspraak op WIA. De Arbowet
moet stimuleren tot optimaliseren van het binnenmilieu. De Arbowetgeving omvat naast de
Arbowet ook het Arbobesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling), waarin
op andere niveaus arbeidsomstandigheden zijn vastgelegd. In de Arbocatalogi is per branche
vastgelegd oe aan de doelschriften uit de Arbowetgeving kan worden voldaan. Het is een
doelwet.
Hoofdstuk 2
2.2 wat is het effect van het binnenmilieu op comfort en gezondheid?
De kwaliteit van het binnenmilieu heeft effect op het welbevinden en de behaaglijkheid van
de gebouwgebruikers. Een slecht binnenmilieu kan leiden tot diverse gezondheidsklachten
op de korte of lange termijn.
2.2.1 thermisch klimaat
Het thermisch binnenklimaat draagt voor een belangrijk deel bij aan onze comfortbeleving in
gebouwen. Wanneer het thermisch binnenklimaat niet in orde is, zijn klachten over warmte
of koude lucht het gevolg.
Uit onderzoek is gebleken dat er grote verschillen bestaan tussen individuele werknemers als
het gaat om de beleving van het thermisch comfort. Zo kan worden gesteld dat oudere
werknemers een voorkeur hebben voor een warmere omgeving dan jongere werknemers.
Op korte termijn kan het thermisch binnenklimaat ook effecten hebben op de gezondheid en
welzijn van de werknemers. Zoals: hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid en achteruitgang
van motoriek.
Een langdurige onbehaaglijk warme of koude omgeving kan leiden tot een grotere
geneigdheid tot het uiten van klachten over andere aspecten van het binnenmilieu.
2.2.2 binnenluchtkwaliteit
De kwaliteit van de binnenlucht heeft invloed op ons welbevinden en gezondheid.
Blootstelling aan een slechte binnenluchtkwaliteit kan ernstige gevolgen hebben voor de
gezondheid.
Welzijn effecten
Blootstelling aan een slechte binnenluchtkwaliteit kan direct bij binnenkomst in een ruimte
tot hinder leiden denk aan: geurhinder, klachten over de muffe lucht, klachten over irritatie
van de slijmvliezen.
, Aspecifieke gezondheidseffecten
Een slechte binnenluchtkwaliteit kan op korte termijn ook veel invloed hebben op de
gezondheid. Veelvoorkomende klachten die en relatie kunnen hebben met de
binnenluchtkwaliteit:
- droge ogen
- verstopte neus
- droge keel
- hoofdpijn
- vermoeidheid
Een kenmerk van deze symptomen is dat ze meestal snel verdwijnen nadat medewerkers
het gebouw hebben verlaten. Gebouwgerelateerde gezondheidsklachten staan ook bekend
onder de naam sick building syndrome. Hierbij is niet 1 duidelijke oorzaak aan te wijzen voor
de klachten, maar is het een combinatie van factoren.
2.2.3 geluid
Geluid speelt op de werkplek een belangrijke rol bij het welbevinden van werknemers. In
een werksituatie kunnen we op 2 manieren op ongewenste manier in aanraking komen met
geluid:
geluidshinder: slechte akoestiek en geluid uit andere ruimten kan leiden tot geluidshinder.
Dit kan leiden tot:
- vermindering van de concentratie
- vermindering van de spraakverstaanbaarheid
- stemproblemen
gehoorschadend geluid: kan je oplopen als je vaak en langdurig wordt blootgesteld aan
gehoorschadend geluid. Het gaat daarbij om geluidniveau boven 80Db.
Laagfrequent geluid
Laagfrequent geluid met een frequentie binnen de 20 Hz blijkt extra hinderlijk te zijn. Dit
soort geluid wordt slecht gedempt en afgeschermd en door resonanties kan het extra
versterkt worden. Klachten die zich kunnen voordoen bij vlootstelling aan laagfrequent
geluid zijn onder andere hoofdpijn, evenwichtsstoornissen, vermoeidheid, druk op de oren,
borst of maag en het ‘voelen’ van het geluid in de ledematen, de spieren of de oogkas.
2.2.4 licht
Verlichting zorgt er niet alleen voor dat we onze werkzaamheden goed kunnen zien. Licht en
uitzicht dragen ook voor een belangrijk deel bij aan het welzijn van de mens. Wanneer de
daglichttoetreding of de verlichting op de werkplek niet in orde zijn, kan visueel discomfort
ontstaan. Dit kan zich uiten in de volgende klachten:
- slechte leesbaarheid van beeldschermen
- te weinig daglicht of kunstlicht
- verblindend daglicht of kunstlicht
- onvoldoende uitzicht.
Hoofdstuk 1
1.1 wat wordt verstaan onder binnenmilieu?
Het binnenmilieu omvat alle fysische, chemische en biologische factoren in een gebouw die
van invloed zijn op de gezondheid en welzijn van de gebruikers. De belangrijkste
binnenmilieuaspecten:
- thermisch binnenklimaat
- binnenluchtkwaliteit
- geluid en akoestiek
- licht en inzicht
Met binnenklimaat wordt de combinatie van thermisch binnenklimaat en
binnenluchtkwaliteit bedoeld.
De kwaliteit van het binnenmilieu wort beïnvloed door veel factoren:
- buitencondities de omgeving van een
gebouw is van invloed op het binnenmilieu.
Het lokale klimaat is een belangrijk
uitgangspunt bij het ontwerp of gebruik van
een gebouw.
- gebouw de vormgeving van het
gebouw en de gebruikte materialen
bepalen het binnenmilieu voor een
belangrijk deel. Ook zijn bouwmaterialen
en meubilair van invloed op het
binnenmilieu. (het vrijkomen van
bijvoorbeeld microbiologische vervuiling)
- mensen en activiteiten de
luchtkwaliteit op de werkplek wordt erg
beïnvloed door de aanwezigheid van mensen. Mensen produceren van nature CO2, vocht,
bio-effluenten en stof. Ook bij de activiteiten die we uitvoeren, komen verontreinigingen vrij.
De aanwezigheid van mensen heeft ook effect op andere binnenmilieuaspecten: personen
en apparatuur produceren bijvoorbeeld ook warmte en geluid.
- installaties klimaatinstallaties zorgen ervoor dat er voldoende luchtverversing
plaatsvindt en dat een gebouw wordt verwarmd en eventueel wordt gekoeld. Ook
verlichting is van invloed op het binnenmilieu. De aanwezige installaties moeten goed zijn
afgestemd op het gebouw en de activiteiten die er plaatsvinden.
Ook een adequaat beheer en onderhoud en een afgewogen inrichting is belangrijk, net als
een verantwoord gebruik van de voorzieningen door de gebouwgebruikers.
,1.2 hoe ziet de normering op het gebied van het binnenmilieu eruit?
De Arbowetgeving en het Bouwbesluit bevatten enige eisen die van belang zijn voor het
binnenmilieu op een werkplek. Wanneer het gaat om werkplekken in een gebouw zijn beide
van toepassing. Ze moeten dan ook rekening met elkaar houden. Het voldoen aan de
wettelijke minimumeisen is zeker geen garantie dat het binnenmilieu goed is of dat het
comfort, de gezondheid en de productiviteit van gebouwgebruikers gewaarborgd is.
Arbowetgeving
De Arbowet is de wettelijke randvoorwaarde die je kunt aanwenden om frustratie, stress en
ziekte te voorkomen. Het doel is het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en het
terugdringen van ziekteverzuim en het verminderen van aanspraak op WIA. De Arbowet
moet stimuleren tot optimaliseren van het binnenmilieu. De Arbowetgeving omvat naast de
Arbowet ook het Arbobesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling), waarin
op andere niveaus arbeidsomstandigheden zijn vastgelegd. In de Arbocatalogi is per branche
vastgelegd oe aan de doelschriften uit de Arbowetgeving kan worden voldaan. Het is een
doelwet.
Hoofdstuk 2
2.2 wat is het effect van het binnenmilieu op comfort en gezondheid?
De kwaliteit van het binnenmilieu heeft effect op het welbevinden en de behaaglijkheid van
de gebouwgebruikers. Een slecht binnenmilieu kan leiden tot diverse gezondheidsklachten
op de korte of lange termijn.
2.2.1 thermisch klimaat
Het thermisch binnenklimaat draagt voor een belangrijk deel bij aan onze comfortbeleving in
gebouwen. Wanneer het thermisch binnenklimaat niet in orde is, zijn klachten over warmte
of koude lucht het gevolg.
Uit onderzoek is gebleken dat er grote verschillen bestaan tussen individuele werknemers als
het gaat om de beleving van het thermisch comfort. Zo kan worden gesteld dat oudere
werknemers een voorkeur hebben voor een warmere omgeving dan jongere werknemers.
Op korte termijn kan het thermisch binnenklimaat ook effecten hebben op de gezondheid en
welzijn van de werknemers. Zoals: hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid en achteruitgang
van motoriek.
Een langdurige onbehaaglijk warme of koude omgeving kan leiden tot een grotere
geneigdheid tot het uiten van klachten over andere aspecten van het binnenmilieu.
2.2.2 binnenluchtkwaliteit
De kwaliteit van de binnenlucht heeft invloed op ons welbevinden en gezondheid.
Blootstelling aan een slechte binnenluchtkwaliteit kan ernstige gevolgen hebben voor de
gezondheid.
Welzijn effecten
Blootstelling aan een slechte binnenluchtkwaliteit kan direct bij binnenkomst in een ruimte
tot hinder leiden denk aan: geurhinder, klachten over de muffe lucht, klachten over irritatie
van de slijmvliezen.
, Aspecifieke gezondheidseffecten
Een slechte binnenluchtkwaliteit kan op korte termijn ook veel invloed hebben op de
gezondheid. Veelvoorkomende klachten die en relatie kunnen hebben met de
binnenluchtkwaliteit:
- droge ogen
- verstopte neus
- droge keel
- hoofdpijn
- vermoeidheid
Een kenmerk van deze symptomen is dat ze meestal snel verdwijnen nadat medewerkers
het gebouw hebben verlaten. Gebouwgerelateerde gezondheidsklachten staan ook bekend
onder de naam sick building syndrome. Hierbij is niet 1 duidelijke oorzaak aan te wijzen voor
de klachten, maar is het een combinatie van factoren.
2.2.3 geluid
Geluid speelt op de werkplek een belangrijke rol bij het welbevinden van werknemers. In
een werksituatie kunnen we op 2 manieren op ongewenste manier in aanraking komen met
geluid:
geluidshinder: slechte akoestiek en geluid uit andere ruimten kan leiden tot geluidshinder.
Dit kan leiden tot:
- vermindering van de concentratie
- vermindering van de spraakverstaanbaarheid
- stemproblemen
gehoorschadend geluid: kan je oplopen als je vaak en langdurig wordt blootgesteld aan
gehoorschadend geluid. Het gaat daarbij om geluidniveau boven 80Db.
Laagfrequent geluid
Laagfrequent geluid met een frequentie binnen de 20 Hz blijkt extra hinderlijk te zijn. Dit
soort geluid wordt slecht gedempt en afgeschermd en door resonanties kan het extra
versterkt worden. Klachten die zich kunnen voordoen bij vlootstelling aan laagfrequent
geluid zijn onder andere hoofdpijn, evenwichtsstoornissen, vermoeidheid, druk op de oren,
borst of maag en het ‘voelen’ van het geluid in de ledematen, de spieren of de oogkas.
2.2.4 licht
Verlichting zorgt er niet alleen voor dat we onze werkzaamheden goed kunnen zien. Licht en
uitzicht dragen ook voor een belangrijk deel bij aan het welzijn van de mens. Wanneer de
daglichttoetreding of de verlichting op de werkplek niet in orde zijn, kan visueel discomfort
ontstaan. Dit kan zich uiten in de volgende klachten:
- slechte leesbaarheid van beeldschermen
- te weinig daglicht of kunstlicht
- verblindend daglicht of kunstlicht
- onvoldoende uitzicht.
