Begrippenlijst NAH
Hersenen
Hersenstam
= zorgt voor vitale functies & basale motoriek (opvang en evenwichtsreacties).
Cerebellum
= kleine hersen, zorgen voor coördinatie, Houding en evenwicht.
Cerebrum
= grote hersenen, zorgen voor denken en handelen, duale taken. Gesprek voeren en lopen te
gelijk. Drukke Straat oversteken en gesprekvoeren, jumping jacks en moeilijke rekensommen
te gelijk uitvoeren.
Hemisfeer
= hersenhelft.
Corpus collosum
= hersenbalk, verbindt hemisferen onderling.
Hersencortext/ cerebrale cortex
= hersenschors, ontvangen, analyseren en interpreteren van informatie en omgezet in
gedachten en concrete aansturing van het lichaam.
Limbisch systeem
= het hele limbische systeem wordt gevormd door een groep hersenstructuren in de grote
hersenen die betrokken zijn bij emotie, emotieregulering, emotioneel geheugen, genot en
motivatie.
Basale ganglia
= basale kernen, tussen station tussen de cortex en de kleine hersen, kunnen
bewegingsopdrachten bijsturen/ afremmen, waardoor bewegingen soepeler kunnen plaats
vinden. Zijn ook betrokken bij verstandelijke en emotionele functies
('beloning en bekrachtiging' van gedrag, 'respons op een stimulus', verslavend gedrag en
gewoontevorming).
Wernicke’s gebied
= begrijpen van taal (sensomotorisch) (dit gebied is verantwoordelijk voor interpretatie en
betekenis geven aan woorden).
Broca
= motorische aansturen van spraak (dit gebied is verantwoordelijk is voor grammatica ).
Visospatiele functies
= het zien en verwerken van een waarneming in de ruimte.
Executieve functies (EF)
= worden de hogere controlefuncties van de hersenen verstaan.
Hersenen
Hersenstam
= zorgt voor vitale functies & basale motoriek (opvang en evenwichtsreacties).
Cerebellum
= kleine hersen, zorgen voor coördinatie, Houding en evenwicht.
Cerebrum
= grote hersenen, zorgen voor denken en handelen, duale taken. Gesprek voeren en lopen te
gelijk. Drukke Straat oversteken en gesprekvoeren, jumping jacks en moeilijke rekensommen
te gelijk uitvoeren.
Hemisfeer
= hersenhelft.
Corpus collosum
= hersenbalk, verbindt hemisferen onderling.
Hersencortext/ cerebrale cortex
= hersenschors, ontvangen, analyseren en interpreteren van informatie en omgezet in
gedachten en concrete aansturing van het lichaam.
Limbisch systeem
= het hele limbische systeem wordt gevormd door een groep hersenstructuren in de grote
hersenen die betrokken zijn bij emotie, emotieregulering, emotioneel geheugen, genot en
motivatie.
Basale ganglia
= basale kernen, tussen station tussen de cortex en de kleine hersen, kunnen
bewegingsopdrachten bijsturen/ afremmen, waardoor bewegingen soepeler kunnen plaats
vinden. Zijn ook betrokken bij verstandelijke en emotionele functies
('beloning en bekrachtiging' van gedrag, 'respons op een stimulus', verslavend gedrag en
gewoontevorming).
Wernicke’s gebied
= begrijpen van taal (sensomotorisch) (dit gebied is verantwoordelijk voor interpretatie en
betekenis geven aan woorden).
Broca
= motorische aansturen van spraak (dit gebied is verantwoordelijk is voor grammatica ).
Visospatiele functies
= het zien en verwerken van een waarneming in de ruimte.
Executieve functies (EF)
= worden de hogere controlefuncties van de hersenen verstaan.