Psychiatrie ligt op het kruispunt tussen geneeskunde, psychologie,
antropologie, etc.
medisch, maar ook sociaal-maatschappelijk. Feiten verweven met
normen/waarden.
Naturalistische visie (oorzaak is biologisch) VS normatieve visie
(sociaal construct)
Geschiedenisoverzicht psychiatrie:
1) Classical period (500 BC – 500 AD):
- Plato (normatief) VS Hippocrates (naturalistisch). Focus lag op
balans; bij Hippocrates balans tussen lichaamssappen, bij Plato
balans tussen rede/drift/verlangen.
- In de oudheid werd ‘waanzin’ gezien als straf van de goden.
- Nordenfelt: de stoïcijnen prezen een staat van apatheia (elke
situatie met zekerheid en onafhankelijkheid tegemoetzien), als je
dit niet had? Waanzin.
2) The middle ages (500 – 1500):
- Christendom in Westen (goede waanzin = godswaanzin / slechte
waanzin = de duivel) en Islam in het Oosten (naturalistische visie)
- Eind middeleeuwen werd de samenleving meer humanitair
(zorgen voor de gekken in de samenleving, bij rijke families dan)
3) Rennaissance and Reformation (1450 – 1700):
- Heksenjachten in Europa (waanzin = heks). De volksgeloven in
demonen en heksen werden gevoed door de kerk om kerkelijke
moraal op te dringen.
- Paradox: ook eerste wetenschappers en doctoren komen op, zij
plaatsen hier kanttekeningen bij.
4) Enlightenment (1700 – 1800):
- Cartesiaans dualisme: strikte scheiding lichaam/geest, waanzin
zou in het lichaam zitten, wat onderzoek aanwakkerde (Locke,
Hobbes, Willis).
- Meer achterban voor de naturalistische visie door eerste
wetenschappelijke ontdekkingen.
- ‘mental asylums’ en ‘madhouses’ werden opgericht weggestopt
van de bewoonde wereld, hier werden de ‘gekken’ vastgeketend
en weggestopt.
5) The great confinement (1750 – 1850):
, - Door mini-samenlevingen te maken hoop op behandeling
‘gekken’. Waanzin werd gezien als defect van rede.
- De visie ging van opsluiten ‘morele behandeling’ (Pinel, Tuke,
John)
- Hier begon het onderzoeken van de ‘gekken’
- Foucalt: gekken werden weggestopt om bevolking onder controle
te houden.
- Echter was dit niet een duurzame oplossing. Lang niet alle
gekken konden geholpen worden met het moral treatment en
asylums raakten vol en duur.
6) The first biological phase (1850 – 1910):
- Neurologische ontdekkingen en organische psychiatrische
stoornissen (neurosyphillis en Alzheimer).
- Wetenschappelijk optimisme: ‘nu kunnen we alles verklaren!’
- Nog steeds morele invloeden (beginnende
hermeneutiek/fenomenologie)
7) Start 20th century:
- Kraepelin Bleuler en Karl Jaspers maken begin aan classificatie
(General Psychopathology) in 1913.
- Psychologisch paradigma begon hier (Pavlov/Freud) en
psychoanalyse werd in de Amerikaanse psychiatrie populair.
Jaspers vond dit echter niks.
8) Rest of the 20th century (1900 – 1980):
- Jaspers wilde causale verklaringen, Freud betekenisvolle.
- Charcot wilde hypnose als behandeling voor hysterie.
- Biologisch paradigma: lobotomy, ECT, insulin induced coma,
medicatie.
9) The second biologica phase (1980 – 2010):
- Wetenschappelijk hersenonderzoek ontwikkelt; brain imaging,
psychopharmacology en medicijnontwikkeling.
van neuroanatomie naar neuroscheikunde
- Hypotheseonderzoek en experimentele manipulatie met drugs
10) Present (2010 - ??):
- We drijven meer weg van biologische visie, meer naar een
holistische, interdisciplinaire verweving.
- Dit omdat 2e biologische fase beloften niet na kan komen (alles
genezen met medicijnen)
- Meer ecologische validiteit, n = 1 studies.
,- Neurodiversiteitsbeweging, patient empowerment.
- Van reductionisme (welke vorm dan ook) biopsychosociaal
probleem
, HC2 – Demarcating mental disorder part one: naturalism
Demarcatieprobleem: wat rekenen we tot mentale stoornis en wat niet?
Er is discussie over wat de precieze criteria zijn om een mentale stoornis
van gezondheid te onderscheiden. Dit is begonnen door medicalisatie
van psychiatrie.
Medicalisatie: wanneer menselijke problemen gedefinieerd worden en
behandeld worden als medische problemen, waardoor deze in het
medische veld vallen.
wordt ookwel pathologisering genoemd
Van Illich stelt dat er dan iatrogenese kan optreden: het feit dat een
behandeling juist ook schade kan berokkenen (het is dus niet altijd ‘baat
het niet, dan schaadt het niet).
dit kan klinisch (operatiecomplicaties), sociaal (stigmatisering) en
structureel (mentale problemen bijv. alleen zien vanuit medisch discours)
Er zijn ook positieve gevolgen van medicalisering: ontwikkeling van
vaccines voor kinderziekten, betere geboortezorg en algemene
hygiëneontwikkeling.
Het is een sociaal proces met dus goede en slechte kanten. Aan de ene
kant is het autonomieversterkend (je kunt bijv. je depressie gaan genezen
met medicijnen), maar aan de andere kant ook autonomie-ondermijnend
(stigmatiesering).
De centrale vraag in het demarcatieprobleem: bepalen we de grens o.b.v.
wetenschappelijke feiten (naturalistische visie) of sociaal-
maatschappelijke waarden (normativistische visie)?
Dit is een gevoelige kwestie; in het verleden zijn wat dat betreft fouten
gemaakt
homoseksualiteit als stoornis, sluggisch schizofrenia, child masturbation
disorder en drapetomanie bij slaven bijv. (allemaal ‘ziekten’ in de
geschiedenis die een hele logische, niet-pathologische oorzaak bleken te
hebben; afhankelijk van tijd en plaats)
De antipsychiatrie-beweging geeft o.b.v. deze problemen kritiek: als je
dit niet weet, hoort het vakgebied niet te bestaan!
Wakefield geeft in zijn artikel een conceptuele analyse; laten zien wát de
precieze definitie is van wat we willen verklaren: AANVULLEN
Volgens Szaz is een mental illness als concept een afwijking van de norm.
Bij medische ziekten is die norm makkelijk te herkennen (je bent ziek, hebt
ergens last van, dus je bent niet ‘gezond’). Bij mentale ziekten zijn die
normen minder duidelijk; gebaseerd op psychologische concepten, maar