SOCIOLOGISCH DENKEN HOORCOLLEGE 1
Wat is sociologie?
- Het systematisch onderzoeken van de samenleving.
Algemene patronen in gedrag (hoe we in gedrag met elkaar overeenkomen).
Invloed samenleving op gedrag en andersom.
Sociologisch perspectief.
Geeft inzicht in de sociale context waarin je werkt.
Het sociologisch perspectief
- We begrijpen hoe de samenleving onze keuzes en ervaringen beïnvloedt.
- Los te laten van het idee dat onze eigen keuzes, ervaringen, etc. van ons zelf is en
steeds meer aandacht besteden aan hoe onze ideeën, meningen, etc. worden gevormd
door de maatschappij.
Functies van pedagogen;
- Evalueren en ontwikkelen van pedagogisch beleid.
- Kritisch (pedagogische) reflectie.
Kritische blik op alledaagse denken.
Spelinzicht, je herkent de spelregels in sociale situaties, wat ze zijn en waar ze
vandaan komen.
Sociale activatie, inspireren om een betere pedagoog te zijn.
Ontstaan van sociologie
- Franse revolutie; standenmaatschappij verdween (boeren, geestelijken, etc.)
Alles werd hierdoor onduidelijk voor de mens.
- Gevolgen Industriële Revolutie 19e eeuw, wat nu? Wie ben ik nog? Wat is mijn rol?
Arbeidsdeling
Verstedelijking
- Verdwijnen kerkelijke macht – secularisering (religie steeds minder invloed).
- Samenleving werd complexer.
Klassieke sociologen & kernbegrippen tentamen
- Tännies – van gemeinschaft naar gesellschaft
- Marx – vanuit de arbeidsdeling is vervreemding ontstaan. Kapitalistische samenleving
Hij zag de industriele revolutie als een kapitalistische revolutie. En hij zag de theories
van tonnies, durkheim en weber als redenen voor de kapitalistische samenleving.
- Durkheim
Het sociale als een eigensoortige werkelijkheid
Anomie – normloosheid, geen duidelijk geheel van wat normen en waarden moeten
zijn. Waardoor meer chaos en onzekerheid.
, Van mechanische naar organische solidariteit.
- Weber
Rationalisering, steeds efficiënter.
De ‘onttovering’ – anders kijken naar dingen zoals politie zijn we niet bang meer voor,
docenten zijn niet meer speciaal, omdat we rationeler denken.
Waardevrij kijken naar sociaal handelen. Zonder eigen mening ernaar kijken. Kritiek;
bijna onmogelijk.
Alle maatschappelijke ontwikkelingen spelen een belangrijke rol in de sociologie.
Analyseniveaus;
- Miso
- Meso
- Macro
Wat is een theorie?
- Toetsbare verklaring van iets, gebaseerd op een geheel van samenhangende
waarnemingen.
- Hoe dingen samenhangen
- Toetsbare voorspellingen
Theorie en theoretische benaderingen
- Structureel functionalisme – alles een structuur waar iedereen zijn functie heeft en zo
houden ze elkaar in stand. Bijv. een leerling volgt de regels op school, want hij heeft
geleerd dat dit hoort.
- Conflictsociologie – de wereld is het geheel, alles hoe we hier nu zitten is de uitkomst
van een conflict. Onderliggend gevecht van wie de baas is. Historisch gezien.
- Symbolisch interactionisme – alles wat we hier met elkaar zijn en doen is de uitkomst
van hoe wij tegen dingen aankijken en betekenis aangeven en a.d.h.v. hebben wij
keuzes gemaakt. Betekenis geven aan woorden. Bijv. een jong kind leert wat ‘brave
jongen’ betekent doordat hij die woorden krijgt bij positief gedrag.
- Rationele keuze benadering – de wereld zien wij als een grote onderhandeling, waarin
iedereen doet wat voor hem het beste is, wat kost het mij en wat brengt het mij.
Bijv. uit huis gaan want niks meer nodig.
,SOCIOLOGISCH DENKEN HOORCOLLEGE 2
Sociale ongelijkheid
- Is onlosmakelijk verbonden met sociale privileges en macht.
- (Denk aan; familie/gezin waarin je bent geboren, financiële middelen, netwerk).
Wat veroorzaakt sociale ongelijkheid?
- Sociale ongelijkheid
Verschillen in macht en daarmee verbonden sociale privileges.
- Macht
Vermogen om gedrag met behulp van sancties te beïnvloeden.
- Sociale privileges
Beloningen, voorrechten, verworvenheden.
Machtsbronnen en privileges 4 onderdelen;
Economisch
- Bezit schaarse goederen
- Kansen op comfort en gezondheid
Politiek
- Beschikking over sancties
- Bevoegdheden en rechten
Affectief
- Vermogen om emotioneel te binden
- Status en aanzien
Cognitief
- Deskundigheid
- Toegang tot kennis en informatie
Waaruit komt sociale ongelijkheid voort?
- Geen universele verklaring
- Afhankelijkheidsrelaties
Dynamiek economische bindingen door productie en handel (vraag en aanbod;
loodgieter vs. advocaat)
- Factoren in sociale ongelijkheid
Ongelijk verdeelde machtsbronnen (oud en nieuw geld)
Ongelijkheid door leeftijd en sekse
Combinatie andere factoren: intersectionaliteit.
, De oude rijken vs. de nieuwe rijken
- Van generatie op generatie doorgegeven familievermogen.
Vs.
- Zelf gegenereerd vermogen op eigen kracht rijk.
Sekse ongelijkheid
- Ongelijke positie arbeidsmarkt (vrouwen verdienen minder dan mannen).
- Emancipatie-monitor SCP
Vrouwen andere motivaties?
- Topfuncties: ‘Glazen plafond’.
Ongelijkheid op leeftijd
- Leeftijdsdiscriminatie is het ongelijk behandelen van mensen op basis van hun leeftijd.
- Zoals werk, huisvesting, toegang tot diensten en sociale contacten.
Genderstratificatie
- Bepaalt met welke mogelijkheden en barrières we tijdens ons leven te maken krijgen
→ hiërarchie, mannen en vrouwen krijgen vaak andere posities.
Cultuurpatronen; zoals dat vrouwen geen stemrecht hadden; vrouwen zouden minder
intelligent zijn.
Intersectionaliteit
- Het fenomeen dat “maatschappelijke ongelijkheid zich voordoet langs verschillende
assen, die elkaar snijden”.
- De notie dat individuen in een samenleving privileges of juist discriminatie en
onderdrukking ondervinden op grond van een veelvoud van factoren.
- Intersectionaliteit is een manier om te begrijpen hoe verschillende vormen van
ongelijkheid of discriminatie met elkaar samenhangen en elkaar kunnen versterken
Wat is sociologie?
- Het systematisch onderzoeken van de samenleving.
Algemene patronen in gedrag (hoe we in gedrag met elkaar overeenkomen).
Invloed samenleving op gedrag en andersom.
Sociologisch perspectief.
Geeft inzicht in de sociale context waarin je werkt.
Het sociologisch perspectief
- We begrijpen hoe de samenleving onze keuzes en ervaringen beïnvloedt.
- Los te laten van het idee dat onze eigen keuzes, ervaringen, etc. van ons zelf is en
steeds meer aandacht besteden aan hoe onze ideeën, meningen, etc. worden gevormd
door de maatschappij.
Functies van pedagogen;
- Evalueren en ontwikkelen van pedagogisch beleid.
- Kritisch (pedagogische) reflectie.
Kritische blik op alledaagse denken.
Spelinzicht, je herkent de spelregels in sociale situaties, wat ze zijn en waar ze
vandaan komen.
Sociale activatie, inspireren om een betere pedagoog te zijn.
Ontstaan van sociologie
- Franse revolutie; standenmaatschappij verdween (boeren, geestelijken, etc.)
Alles werd hierdoor onduidelijk voor de mens.
- Gevolgen Industriële Revolutie 19e eeuw, wat nu? Wie ben ik nog? Wat is mijn rol?
Arbeidsdeling
Verstedelijking
- Verdwijnen kerkelijke macht – secularisering (religie steeds minder invloed).
- Samenleving werd complexer.
Klassieke sociologen & kernbegrippen tentamen
- Tännies – van gemeinschaft naar gesellschaft
- Marx – vanuit de arbeidsdeling is vervreemding ontstaan. Kapitalistische samenleving
Hij zag de industriele revolutie als een kapitalistische revolutie. En hij zag de theories
van tonnies, durkheim en weber als redenen voor de kapitalistische samenleving.
- Durkheim
Het sociale als een eigensoortige werkelijkheid
Anomie – normloosheid, geen duidelijk geheel van wat normen en waarden moeten
zijn. Waardoor meer chaos en onzekerheid.
, Van mechanische naar organische solidariteit.
- Weber
Rationalisering, steeds efficiënter.
De ‘onttovering’ – anders kijken naar dingen zoals politie zijn we niet bang meer voor,
docenten zijn niet meer speciaal, omdat we rationeler denken.
Waardevrij kijken naar sociaal handelen. Zonder eigen mening ernaar kijken. Kritiek;
bijna onmogelijk.
Alle maatschappelijke ontwikkelingen spelen een belangrijke rol in de sociologie.
Analyseniveaus;
- Miso
- Meso
- Macro
Wat is een theorie?
- Toetsbare verklaring van iets, gebaseerd op een geheel van samenhangende
waarnemingen.
- Hoe dingen samenhangen
- Toetsbare voorspellingen
Theorie en theoretische benaderingen
- Structureel functionalisme – alles een structuur waar iedereen zijn functie heeft en zo
houden ze elkaar in stand. Bijv. een leerling volgt de regels op school, want hij heeft
geleerd dat dit hoort.
- Conflictsociologie – de wereld is het geheel, alles hoe we hier nu zitten is de uitkomst
van een conflict. Onderliggend gevecht van wie de baas is. Historisch gezien.
- Symbolisch interactionisme – alles wat we hier met elkaar zijn en doen is de uitkomst
van hoe wij tegen dingen aankijken en betekenis aangeven en a.d.h.v. hebben wij
keuzes gemaakt. Betekenis geven aan woorden. Bijv. een jong kind leert wat ‘brave
jongen’ betekent doordat hij die woorden krijgt bij positief gedrag.
- Rationele keuze benadering – de wereld zien wij als een grote onderhandeling, waarin
iedereen doet wat voor hem het beste is, wat kost het mij en wat brengt het mij.
Bijv. uit huis gaan want niks meer nodig.
,SOCIOLOGISCH DENKEN HOORCOLLEGE 2
Sociale ongelijkheid
- Is onlosmakelijk verbonden met sociale privileges en macht.
- (Denk aan; familie/gezin waarin je bent geboren, financiële middelen, netwerk).
Wat veroorzaakt sociale ongelijkheid?
- Sociale ongelijkheid
Verschillen in macht en daarmee verbonden sociale privileges.
- Macht
Vermogen om gedrag met behulp van sancties te beïnvloeden.
- Sociale privileges
Beloningen, voorrechten, verworvenheden.
Machtsbronnen en privileges 4 onderdelen;
Economisch
- Bezit schaarse goederen
- Kansen op comfort en gezondheid
Politiek
- Beschikking over sancties
- Bevoegdheden en rechten
Affectief
- Vermogen om emotioneel te binden
- Status en aanzien
Cognitief
- Deskundigheid
- Toegang tot kennis en informatie
Waaruit komt sociale ongelijkheid voort?
- Geen universele verklaring
- Afhankelijkheidsrelaties
Dynamiek economische bindingen door productie en handel (vraag en aanbod;
loodgieter vs. advocaat)
- Factoren in sociale ongelijkheid
Ongelijk verdeelde machtsbronnen (oud en nieuw geld)
Ongelijkheid door leeftijd en sekse
Combinatie andere factoren: intersectionaliteit.
, De oude rijken vs. de nieuwe rijken
- Van generatie op generatie doorgegeven familievermogen.
Vs.
- Zelf gegenereerd vermogen op eigen kracht rijk.
Sekse ongelijkheid
- Ongelijke positie arbeidsmarkt (vrouwen verdienen minder dan mannen).
- Emancipatie-monitor SCP
Vrouwen andere motivaties?
- Topfuncties: ‘Glazen plafond’.
Ongelijkheid op leeftijd
- Leeftijdsdiscriminatie is het ongelijk behandelen van mensen op basis van hun leeftijd.
- Zoals werk, huisvesting, toegang tot diensten en sociale contacten.
Genderstratificatie
- Bepaalt met welke mogelijkheden en barrières we tijdens ons leven te maken krijgen
→ hiërarchie, mannen en vrouwen krijgen vaak andere posities.
Cultuurpatronen; zoals dat vrouwen geen stemrecht hadden; vrouwen zouden minder
intelligent zijn.
Intersectionaliteit
- Het fenomeen dat “maatschappelijke ongelijkheid zich voordoet langs verschillende
assen, die elkaar snijden”.
- De notie dat individuen in een samenleving privileges of juist discriminatie en
onderdrukking ondervinden op grond van een veelvoud van factoren.
- Intersectionaliteit is een manier om te begrijpen hoe verschillende vormen van
ongelijkheid of discriminatie met elkaar samenhangen en elkaar kunnen versterken