Verdieping biologie college 2
● membraanpotentiaal
● rustpotentiaal
● actiepotentiaal
● voortgeleiding actiepotentiaal
● mechanismen van intercellulaire communicatie
● signaalstoffen: mediatoren, transmitters en receptoren
● algemene eigenschappen van klieren
● hormonale regulaties
● regelingen door de hormonen van de neurohypofyse
intracellulair is altijd negatiever dan extra cellulair (door hogere concentratie)
route signaal door neuron → dendriet - cellichaam - axonheuvel - axon - synaps →
naar andere zenuwcellen
!myelineschede(elektrische isolator) zorgt voor groter verschil in actiepotentiaal
→ zitten gaten in waardoor springende geleiding plaatsvindt wat sneller gaat
! calcium kan neurotransmitters bevorderen voor afgifte
remmend signaal gaan chloride kanaaltjes open (negatief deeltje waardoor dan ook minder
signalen de neuron verlagen)
signaaloverdracht (neurotransmitter sturen en afbreken) → zo snel, duurt
miliseconden
neurotransmitter bindt aan receptor via de synapsspleetwat second messenger
activeer→ ATP wordt omgezet in GAP waardoor processen in de cel geactiveerd
worden
steroïd hormoon
- cortisol → belangrijk bij stress (productie in bijnier en geslachtshormonen
in testes)
- vetoplosbare hormonen, kan door membraan passeren dus receptor zit dan in de cel
- acth is negatieve terugkoppeling waardoor minder cortisol wordt gemaakt en dus
minder stress ontstaat
externe secretie → naar buiten toe buiten de cellagen van het lichaam
interne secretie → binnen in het ding zelf, bloed
bijnierschors → productie steroïde hormonen
bijniermerg → zenuwen lopen daar helemaal langs door
g-eiwit wordt gtp (gdp geeft inactief vrij en vormt gtp die actief is
post synaptische → meer signalen nodig om drempelwaarde te bereiken
hormonen die diffusie gebruiken komen vaak niet via bloed.
- hypothalamus
● membraanpotentiaal
● rustpotentiaal
● actiepotentiaal
● voortgeleiding actiepotentiaal
● mechanismen van intercellulaire communicatie
● signaalstoffen: mediatoren, transmitters en receptoren
● algemene eigenschappen van klieren
● hormonale regulaties
● regelingen door de hormonen van de neurohypofyse
intracellulair is altijd negatiever dan extra cellulair (door hogere concentratie)
route signaal door neuron → dendriet - cellichaam - axonheuvel - axon - synaps →
naar andere zenuwcellen
!myelineschede(elektrische isolator) zorgt voor groter verschil in actiepotentiaal
→ zitten gaten in waardoor springende geleiding plaatsvindt wat sneller gaat
! calcium kan neurotransmitters bevorderen voor afgifte
remmend signaal gaan chloride kanaaltjes open (negatief deeltje waardoor dan ook minder
signalen de neuron verlagen)
signaaloverdracht (neurotransmitter sturen en afbreken) → zo snel, duurt
miliseconden
neurotransmitter bindt aan receptor via de synapsspleetwat second messenger
activeer→ ATP wordt omgezet in GAP waardoor processen in de cel geactiveerd
worden
steroïd hormoon
- cortisol → belangrijk bij stress (productie in bijnier en geslachtshormonen
in testes)
- vetoplosbare hormonen, kan door membraan passeren dus receptor zit dan in de cel
- acth is negatieve terugkoppeling waardoor minder cortisol wordt gemaakt en dus
minder stress ontstaat
externe secretie → naar buiten toe buiten de cellagen van het lichaam
interne secretie → binnen in het ding zelf, bloed
bijnierschors → productie steroïde hormonen
bijniermerg → zenuwen lopen daar helemaal langs door
g-eiwit wordt gtp (gdp geeft inactief vrij en vormt gtp die actief is
post synaptische → meer signalen nodig om drempelwaarde te bereiken
hormonen die diffusie gebruiken komen vaak niet via bloed.
- hypothalamus