100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting probleem 1 - 8 Psychologie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
85
Geüpload op
06-07-2025
Geschreven in
2024/2025

Dit document bevat een samenvatting van alle leerdoelen van het vak Psychologie van jaar 2024/2025. Daarnaast zijn de aantekeningen uit werkgroepen ook hierin verwerkt. Ik had voor dit vak aan de hand van deze samenvatting een 8,4 gehaald. Alle begrippen zijn paars gekleurd.

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
6 juli 2025
Aantal pagina's
85
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Psychologie
Probleem 1
Antisociaal gedrag = moeilijk om rekening te houden met de gevoelens en
wensen van andere mensen, het inlevingsvermogen is beperkt. [weinig
empathie, minder sociaal]
1. Wat zijn neuronen en neurotransmitters en wat is de relatie tussen
neuropsychologie, neurotransmitters en antisociaal gedrag?
Neuronen (zenuwcel) = cel die gespecialiseerd is om informatie te ontvangen, te
verwerken en aan andere cellen doorgegeven. Een bundeling van een groot
aantal neuronen wordt een zenuw genoemd.
Soorten neuronen: onderscheid op basis van locatie en functie
1) Sensorische neuronen = geleiden signalen van zintuigen (sensorische
receptoren) naar de hersenen.
2) Motorische neuronen = verstuurt signalen vanuit de hersenen en
ruggenmerg naar de spieren, organen en klieren.
 Sensorische neuronen communiceren niet rechtstreeks met motorische
neuronen, ze maken gebruik van schakelcellen. (behalve bij reflexen,
dan wel rechtstreeks)
3) Schakelcellen = schakelen boodschappen door van sensorische neuronen
naar andere schakelcellen of naar motorische neuronen.
Hoe neuronen werken:
Grootste deel van signalen kommen binnen bij dendrieten, zij strekken zich uit
vanuit het cellichaam. Dendrieten geven hun berichten door aan het centrale
deel van het neuron = soma
-> bundelt de impulsen die het ontvangt van andere neuronen. De bundeling
werkt als een som waarbij exciterende (aanzetten) en inhiberende (afremmen)
prikkels worden opgeteld en afgetrokken. De som is het totale stimulatieniveau =
afhankelijk van soort + hoeveelheid binnenkomende signalen.
Als excitatie het ‘wint’ dan vuurt het neuron een signaal via het axon = lange
uitloper van een zenuwcel die de informatie vanuit het cellichaam naar de
eindknopjes vervoert. De informatie verplaatst zich in de vorm van elektrische
lading (van ionen) = actiepotentiaal.
Stap 1: Actiepotentiaal -> duplicatie van dit elektrische signaal over hele lengte
van axon
1. In rusttoestand (rustpotentiaal) geven ionen het axon aan de binnenkant een
negatieve elektrische lading en aan de buitenkant een positieve lading
(verschil: 70 mV). Als het cellichaam wordt gestimuleerd, dan veroorzaakt dit
een reeks gebeurtenissen: actiepotentiaal = de lading wordt tijdelijk
omgekeerd, waardoor een elektrisch signaal langs het axon loopt.
2. Depolarisatie: cellichaam wordt gestimuleerd, waardoor kanalen in het
axonmembraan worden geopend en een snelle instroom van positieve ionen
ontstaat -> de lading in axon wordt positief.


1

,  Alles of niets principe: als prikkeldrempel niet wordt overschreden dan
dooft depolarisatie en treedt er geen actiepotentiaal op, maar als
drempel wel overschreden wordt dan is depolarisatie niet te stoppen.
3. Als de impuls is doorgegeven sluiten de kanalen die de ionen binnenlieten en
stromen de positief geladen ionen weer naar buiten = repolarisatie -> neuron
wordt teruggebracht naar rustpotentiaal.
4. Doordat de uitstroom van positieve ionen iets trager + langer is zakt de
elektrische lading van het axon tot onder het niveau van het rustpotentiaal =
doorschieten. Op dit moment is vuren van een signaal tijdelijk niet mogelijk.
Stap 2: Informatie moet hierna door de synaptische spleet worden geleid naar
andere cel
Synaps = opening tussen zenuwcellen, werkt als elektrische isolator -> deze
synaptische spleet verhindert dat de lading direct van het axon naar de volgende
cel springt. Om een signaal over de spleet te geleiden, moet het neuron de
eindknop stimuleren. Bij synaptische transmissie zorgt het elektrische signaal van
de actiepotentiaal ervoor dat via neurotransmitters (in de eindknop) een signaal
de synaptische spleet kan oversteken.
Neurotransmitter = chemische boodschapper die berichten van de ene kant van
de synaptische spleet naar de andere kant brengt. Als neurotransmitters de juiste
vorm hebben, passen ze in receptoren van het ontvangende neuron. Hierdoor
wordt het ontvangende neuron gestimuleerd en het signaal verder geleid.
 Als ze hun werk hebben gedaan, worden ze door andere stoffen (MAO’s)
afgebroken of hergebruikt. Sommige transmitters bereiken de
receptoren echter niet, volgens heropname worden deze opnieuw
opgenomen in de blaasjes.
2 effecten van neurotransmitters:
1) Excitatie = depolariseert ontvangende neuron enigszins, zodat kans
toeneemt dat neuron drempel waarde bereikt en actiepotentiaal
plaatsvindt
2) Inhibitie = hyperpolariseert ontvangende neuron, zodat verder van de
drempelwaarde is en dus verkleinde kans op actiepotentiaal (bijvoorbeeld
ontspannen van spieren)
Gliacel = cel die structurele steun biedt aan neuronen. Tijdens de ontwikkeling
helpen gliacellen bij het samenbrengen van de juiste zenuwstellen. Ze vormen
een isolerende laag (myeline schede) voor de axonen van sommige neuronen, dit
versnelt de geleiding van impulsen langs het axon. [zonder myeline schede kan
ook, maar neuronen communicatie is niet snel of energie efficiënt, bijvoorbeeld
slak]. Insnoering van ranvier -> daar vind actiepotentiaal plaats
Plasticiteit = vermogen van het zenuwstelsel om zich aan te passen of te
veranderen -> neuronen kunnen nieuwe verbindingen maken, afbreken of
versterken als gevolg van ervaring. Als we iets nieuws leren worden dendrieten
langer / worden nieuwe synapsen gevormd waardoor nieuwe verbindingen met
andere neuronen kunnen ontstaan.
De relatie tussen neuropsychologie, neurotransmitters en antisociaal
gedrag:

2

,Neuropsychologie en antisociaal gedrag:
Neuropsychologie = bestudeert relatie tussen werking van de hersenen en
cognitie, emotie, waarneming en gedrag. Hierbij worden executieve functies
gemeten = complexe cognitieve vaardigheden die betrokken zijn bij het
beheersen en reguleren van doelgericht handelen (bv: inhibitievermogen =
tegenhouden van reacties, planningsvermogen en cognitieve flexibiliteit) -> deze
functies kunnen met neuropsychologische testen in kaart worden gebracht,
waarbij bepaalde hersengebieden worden geactiveerd.
- Bij mensen met antisociaal gedrag worden over het algemeen tekorten in
executieve functies gevonden (vooral bij individuen met crimineel gedrag
en kinderen met ernstige antisociale gedragsproblematiek).
- Kinderen met emotieloze trekken hebben vertonen nog meer problemen in
executieve functies dan kinderen met alleen ernstig antisociaal gedrag ->
minder gevoelig voor straf
- Geen duidelijk verband tussen psychopathische trekken en executieve
functies
Sociale cognitie = het begrijpen van andermans gedrag en adequaat reageren in
sociale situaties. Dit wordt gemeten door middel van gezichtsuitdrukkingen
herkennen. Link met antisociaal gedrag -> minder goed herkennen van
gezichtsuitdrukkingen.
Samengevat: antisociaal gedrag is gelinkt aan executieve-functietekorten en
gebrekkige sociale cognitie. Individuen met zeer ernstig antisociaal gedrag lijken
meer/specifiekere problemen te hebben met executieve functies en sociale
cognitie.
Neurotransmitters en antisociaal gedrag:
Neurotransmitters = stoffen die boodschappen tussen hersencellen doorgeven.
Op verschillende plaatsen in de hersenen kunnen neurotransmitters worden
afgegeven door zenuwcellen. Ze zijn betrokken bij heel veel functies en hun
werking is sterk afhankelijk van de plaats in de hersenen waar ze voorkomen.
Bekende neurotransmitters:
 Serotonine -> remmende neurotransmitter, regulatie stemming, eetlust en
slaap
 Dopamine -> remmende/stimulerende neurotransmitter, betrokken bij
beloningsgevoeligheid, motoriek en cognitie.
 GABA -> voornaamste remmende neurotransmitter, reduceert
opwinding/prikkelbaarheid
 Glutamaat -> vooral stimulerende neurotransmitter, betrokken bij leren en
geheugen.
Er zijn aanwijzingen voor een verband tussen een verlaagde
serotonineconcentratie in het lichaam en antisociaal gedrag, maar de
bevindingen op dit gebied zijn inconsistent.
 2 communicatie systemen: (perifere) zenuwstelsel (sneller) en
hormoonstelsel -> deze stelsels werken samen, die samenwerking wordt
door de hersenen aangestuurd. De twee interne signaalsystemen van het


3

, lichaam gebruiken beide chemische boodschappers om door het gehele
lichaam informatie te versturen.
2. Hoe werken hormonen en wat is de relatie tussen bepaalde
hormonen en antisociaal gedrag?
Bloed vervoert informatie in de vorm van hormonen -> endocriene stelsel =
chemische boodschap dienst van het lichaam, inclusief hypofyse, bijnieren,
(bij)schildklier, alvleesklier en geslachtsorganen. De hormoonklieren maken
hiervoor gebruik van hormonen = de chemische boodschapper.
Hormonen spelen dezelfde rol als neurotransmitters in het zenuwstelsel, maar
werken langzamer en langduriger. Als hormonen eenmaal door een klier in de
bloedbaan zijn afgescheiden, circuleren ze door het lichaam totdat ze bij hun doel
(andere klier/spier/orgaan) zijn aangekomen.




4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
merelzuidervaart Erasmus Universiteit Rotterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
8
Lid sinds
8 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
7
Laatst verkocht
1 week geleden

3,6

5 beoordelingen

5
1
4
3
3
0
2
0
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen