Kerntaak 2.1 Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg
Ik ondersteun de cliënt bij de persoonlijke verzorging:
De ondersteuning van de toiletgang pas ik toe bij cliënt N. Zij heeft nogal moeite met het denken om
naar het toilet te gang. Om haar te herinneren hieraan, ondersteun ik haar hierbij. Verder heb ik
meegeholpen met cliënt J. om met de tillift hem een schone luier te geven.
De ondersteuning van bij het wassen pas ik toe wanneer ik cliënt L of M help met douchen. Ik was hun
haren en ik ondersteun bij de volgorde waarop ze zich wassen.
Ik ondersteun bij de mobiliteit, door cliënt D die in een rolstoel zit, te helpen met zijn jas aan en uit te
trekken. Ook help ik verscheidene cliënten in een rolstoel wanneer ik ze voortduw.
Wanneer cliënt N. zich niet zo lekker voelt na een drukke dag op school, ga ik samen met haar even op
bed zitten en neem ik de tijd om te vragen of zich er misschien nog wat anders afspeelt. En knuffel even
met haar. Hieruit bleek dat er de dag ervoor zich wel iets anders had afgespeeld, misschien had dat nog
een beetje impact op haar.
Ik ondersteun bij de doelen van de cliënten die ze hebben tijdens het trainen. Hierin probeer ik ze te
stimuleren om zich optimaal te ontwikkelen.
De vertrouwensband is onderhand opgebouwd met verschillende cliënten, ik mag een aantal douchen
en ze willen alleen met mij boodschappen doen of een spel. Hierbij vertellen ze hoe ze zich voelen en
waar ze mee zitten. Hieraan merk ik dat ik hun vertrouwen heb gekregen.
Wij werken vanuit het team met een HACCP-Lijst. Hierdoor werken wij hygiënisch. Ook was ik tijdens het
werk vaak mijn handen met zeep en stimuleer de cliënten om dit ook te doen; als we terugkomen van
een activiteit, voor iedere maaltijd, na het toiletbezoek.
De ouders halen hun kinderen meestal zondag op, wanneer ze een weekend hebben gelogeerd. Ik vertel
de ouders dan wel eens wat we hebben gedaan, hoe het ging met de cliënt. Zo probeer ik om de ouders
altijd goed te betrekken bij de Heege. Tevens bel ik ouders op wanneer ik toestemming voor een
bepaalde activiteit of handeling wil vragen.
Tijdens vergaderingen worden verschillende cliënten besproken. Hierin vertellen collega’s hoe we het
beste met de cliënten om kunnen gaan om ze te stimuleren bij nieuwe ontwikkelingen. Dit probeer ik
dan zo goed mogelijk na te streven.
Competenties:
C. Begeleiden F. Ethisch en integer handelen
D. Aandacht en begrip tonen K. Vakdeskundigheid toepassen
Ik ondersteun de cliënt bij de persoonlijke verzorging:
De ondersteuning van de toiletgang pas ik toe bij cliënt N. Zij heeft nogal moeite met het denken om
naar het toilet te gang. Om haar te herinneren hieraan, ondersteun ik haar hierbij. Verder heb ik
meegeholpen met cliënt J. om met de tillift hem een schone luier te geven.
De ondersteuning van bij het wassen pas ik toe wanneer ik cliënt L of M help met douchen. Ik was hun
haren en ik ondersteun bij de volgorde waarop ze zich wassen.
Ik ondersteun bij de mobiliteit, door cliënt D die in een rolstoel zit, te helpen met zijn jas aan en uit te
trekken. Ook help ik verscheidene cliënten in een rolstoel wanneer ik ze voortduw.
Wanneer cliënt N. zich niet zo lekker voelt na een drukke dag op school, ga ik samen met haar even op
bed zitten en neem ik de tijd om te vragen of zich er misschien nog wat anders afspeelt. En knuffel even
met haar. Hieruit bleek dat er de dag ervoor zich wel iets anders had afgespeeld, misschien had dat nog
een beetje impact op haar.
Ik ondersteun bij de doelen van de cliënten die ze hebben tijdens het trainen. Hierin probeer ik ze te
stimuleren om zich optimaal te ontwikkelen.
De vertrouwensband is onderhand opgebouwd met verschillende cliënten, ik mag een aantal douchen
en ze willen alleen met mij boodschappen doen of een spel. Hierbij vertellen ze hoe ze zich voelen en
waar ze mee zitten. Hieraan merk ik dat ik hun vertrouwen heb gekregen.
Wij werken vanuit het team met een HACCP-Lijst. Hierdoor werken wij hygiënisch. Ook was ik tijdens het
werk vaak mijn handen met zeep en stimuleer de cliënten om dit ook te doen; als we terugkomen van
een activiteit, voor iedere maaltijd, na het toiletbezoek.
De ouders halen hun kinderen meestal zondag op, wanneer ze een weekend hebben gelogeerd. Ik vertel
de ouders dan wel eens wat we hebben gedaan, hoe het ging met de cliënt. Zo probeer ik om de ouders
altijd goed te betrekken bij de Heege. Tevens bel ik ouders op wanneer ik toestemming voor een
bepaalde activiteit of handeling wil vragen.
Tijdens vergaderingen worden verschillende cliënten besproken. Hierin vertellen collega’s hoe we het
beste met de cliënten om kunnen gaan om ze te stimuleren bij nieuwe ontwikkelingen. Dit probeer ik
dan zo goed mogelijk na te streven.
Competenties:
C. Begeleiden F. Ethisch en integer handelen
D. Aandacht en begrip tonen K. Vakdeskundigheid toepassen