Vraag 1
Chiara is 23, inwoner van Nederland, woont in Wassenaar bij haar ouders en is influencer. Met
het produceren van haar online content heeft ze inmiddels zo veel vermogen opgebouwd dat ze
besluit in 2024 een vakantiehuisje in land B te kopen. Ze heeft bij Luxuryvillas.nl een mooi
optrekje gezien van € 400.000. Permanent het ouderlijk huis verlaten ziet ze niet zitten, omdat ze
het nog erg fijn vindt dat haar vader doorgaans haar was doet en haar moeder iedere dag lekker
kookt. Haar vermogen bestaat uit de volgende bestanddelen:
- € 150.000 in bitcoins op CoinBase
- € 500.000 op haar spaarrekening bij INW Bank B.V.
- € 250.000 in beleggingen via een beleggingsrekening bij ALM AVRO Bank NV.
Chiara financiert haar huis niet enkel met haar eigen geld (ze gebruikt haar banktegoeden voor
het deel dat ze zelf bijdraagt), maar gaat voor de helft van de aankoopprijs (€ 200.000) een
lening aan bij INW Bank B.V.. [40 punten, indicatie antwoordomvang: 900 woorden]
20.0p
1 Geef aan of Chiara belasting moet betalen in zowel land B als Nederland over haar
vakantiehuis en zo ja, of (en voor welk bedrag) Nederland voorkoming van dubbele belasting zal
verlenen. Ga er bij het beantwoorden van deze vraag vanuit dat het belastingverdrag tussen
Nederland en land B gelijk is aan het OESO-modelverdrag 2017. [20 punten; indicatie
antwoordomvang: 450 woorden]
+3 points
Stap 1:
- Nederland:
o Chiara is binnenlands belastingplichtige 4 (1) AWR jo. 1.1 jo. 2.1 (1) (a) Wet IB 2001.
o Chiara wordt in NL belast over haar wereldinkomen.
- Land B: omdat het vakantiehuis in Land B is gelegen (bronstaat)
+2 points
Stap 1 (vervolg):
-NL: Onderdeel daarvan is haar bezittingen waaronder vakantiehuis als belastbaar inkomen uit
sparen en beleggen art. 2.3 jo. 5.1 jo. 5.2 jo. 5.3 (1) jo. (2) (a) jo. (3) Wet IB 2001. Rendement op
haar vakantiehuis: (art. 5.2 (2) Wet IB 2001) vakantiehuis Land B heeft een waarde van €
400.000, rendementspercentage is 6,04%. Rendement = € 24.160. Lening voor vakantiehuis is €
200.000, rendementspercentage is 2.46%. Rendement = - € 4.920.
+2 points
Stap 2: belastingverdrag?
- Verdragstoegang: art. 1 (1) jo. 3 (1) (a) jo. 4 (1): Chiara is een persoon die inwoner is van NL
voor de toepassing van het verdrag omdat zij volledig onderworpen is aan de belastingheffing in
NL.
+1 point
Toewijzingsbepalingen: mogelijke toewijzingsbepalingen tav inkomen uit onroerend goed zijn art
6 en art. 21 OESO MV 2017.
, 2 points
Art 6: het betreft inkomen van een inwoner van een verdragsluitende staat (NL) uit onroerende
zaken (art. 6 (2) OESO MV 2017, vakantiehuis is onroerende zaak) die zijn gelegen in de andere
verdragsluitende staat (LaB).
+1 point
Dat inkomen mag worden belast in land B.
+2 points
Nederland moet voorkoming verlenen ogv art. 23A/B OESO MV 2017 (verdrag NLD – LaB).
+1 point
Voorkoming dubbele belasting: voor het deel van box 3 dat toerekenbaar is aan de
vakantiewoning in Land B kan in de aangifte een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting
worden geclaimd. Nederland gebruikt voor de berekening van de vermindering het Bvdb2001.
+1 point
Voorkoming van dubbele belasting middels vrijstelling (art. 22 jo. 23 Bvdb2001):
+1 point
Het totale box 3-inkomen van Chiara is: € 46.160 (€ 48.320 (overige bezittingen) - €4.920
(schuld vakantiehuis) + 2.760 (banktegoeden))/900.000 * (900.000 – 57.000 (heffingvrij
vermogen, art. 5.5 Wet IB 2001)) = € 43.236 (naar beneden afgerond).
+1 point
Welk deel van NLse belasting hangt samen met onroerend goed Land B (= het aan Land B toe te
rekenen deel van het rendement (€ 24.160 - € 4.920) / totale rendement (€ 46.160)
vermenigvuldigd met voordeel uit sparen en beleggen, €43.236) = € 18.021
+1 point
NL belasting over box-3 inkomen: € 43.236 * 36% = € 15.564 (naar beneden afgerond)
+1 point
18..236e van de belasting hangt dus samen met het buitenlandse bestanddeel. Dat
komt uit op 6.487 EUR belasting.
+1 point
Vermindering: (€ 18.021 / € 43.236) * € 15.564 = 6.487
Chiara is 23, inwoner van Nederland, woont in Wassenaar bij haar ouders en is influencer. Met
het produceren van haar online content heeft ze inmiddels zo veel vermogen opgebouwd dat ze
besluit in 2024 een vakantiehuisje in land B te kopen. Ze heeft bij Luxuryvillas.nl een mooi
optrekje gezien van € 400.000. Permanent het ouderlijk huis verlaten ziet ze niet zitten, omdat ze
het nog erg fijn vindt dat haar vader doorgaans haar was doet en haar moeder iedere dag lekker
kookt. Haar vermogen bestaat uit de volgende bestanddelen:
- € 150.000 in bitcoins op CoinBase
- € 500.000 op haar spaarrekening bij INW Bank B.V.
- € 250.000 in beleggingen via een beleggingsrekening bij ALM AVRO Bank NV.
Chiara financiert haar huis niet enkel met haar eigen geld (ze gebruikt haar banktegoeden voor
het deel dat ze zelf bijdraagt), maar gaat voor de helft van de aankoopprijs (€ 200.000) een
lening aan bij INW Bank B.V.. [40 punten, indicatie antwoordomvang: 900 woorden]
20.0p
1 Geef aan of Chiara belasting moet betalen in zowel land B als Nederland over haar
vakantiehuis en zo ja, of (en voor welk bedrag) Nederland voorkoming van dubbele belasting zal
verlenen. Ga er bij het beantwoorden van deze vraag vanuit dat het belastingverdrag tussen
Nederland en land B gelijk is aan het OESO-modelverdrag 2017. [20 punten; indicatie
antwoordomvang: 450 woorden]
+3 points
Stap 1:
- Nederland:
o Chiara is binnenlands belastingplichtige 4 (1) AWR jo. 1.1 jo. 2.1 (1) (a) Wet IB 2001.
o Chiara wordt in NL belast over haar wereldinkomen.
- Land B: omdat het vakantiehuis in Land B is gelegen (bronstaat)
+2 points
Stap 1 (vervolg):
-NL: Onderdeel daarvan is haar bezittingen waaronder vakantiehuis als belastbaar inkomen uit
sparen en beleggen art. 2.3 jo. 5.1 jo. 5.2 jo. 5.3 (1) jo. (2) (a) jo. (3) Wet IB 2001. Rendement op
haar vakantiehuis: (art. 5.2 (2) Wet IB 2001) vakantiehuis Land B heeft een waarde van €
400.000, rendementspercentage is 6,04%. Rendement = € 24.160. Lening voor vakantiehuis is €
200.000, rendementspercentage is 2.46%. Rendement = - € 4.920.
+2 points
Stap 2: belastingverdrag?
- Verdragstoegang: art. 1 (1) jo. 3 (1) (a) jo. 4 (1): Chiara is een persoon die inwoner is van NL
voor de toepassing van het verdrag omdat zij volledig onderworpen is aan de belastingheffing in
NL.
+1 point
Toewijzingsbepalingen: mogelijke toewijzingsbepalingen tav inkomen uit onroerend goed zijn art
6 en art. 21 OESO MV 2017.
, 2 points
Art 6: het betreft inkomen van een inwoner van een verdragsluitende staat (NL) uit onroerende
zaken (art. 6 (2) OESO MV 2017, vakantiehuis is onroerende zaak) die zijn gelegen in de andere
verdragsluitende staat (LaB).
+1 point
Dat inkomen mag worden belast in land B.
+2 points
Nederland moet voorkoming verlenen ogv art. 23A/B OESO MV 2017 (verdrag NLD – LaB).
+1 point
Voorkoming dubbele belasting: voor het deel van box 3 dat toerekenbaar is aan de
vakantiewoning in Land B kan in de aangifte een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting
worden geclaimd. Nederland gebruikt voor de berekening van de vermindering het Bvdb2001.
+1 point
Voorkoming van dubbele belasting middels vrijstelling (art. 22 jo. 23 Bvdb2001):
+1 point
Het totale box 3-inkomen van Chiara is: € 46.160 (€ 48.320 (overige bezittingen) - €4.920
(schuld vakantiehuis) + 2.760 (banktegoeden))/900.000 * (900.000 – 57.000 (heffingvrij
vermogen, art. 5.5 Wet IB 2001)) = € 43.236 (naar beneden afgerond).
+1 point
Welk deel van NLse belasting hangt samen met onroerend goed Land B (= het aan Land B toe te
rekenen deel van het rendement (€ 24.160 - € 4.920) / totale rendement (€ 46.160)
vermenigvuldigd met voordeel uit sparen en beleggen, €43.236) = € 18.021
+1 point
NL belasting over box-3 inkomen: € 43.236 * 36% = € 15.564 (naar beneden afgerond)
+1 point
18..236e van de belasting hangt dus samen met het buitenlandse bestanddeel. Dat
komt uit op 6.487 EUR belasting.
+1 point
Vermindering: (€ 18.021 / € 43.236) * € 15.564 = 6.487