3.4 Affective Disorders
Thema 1 - Depression part 1
What is depression? - Overview
Literatuur 1 - Time for united action on depression: a Lancet-World Psychiatric Association
Commission (Herrman et al., 2022)
Key messages and recommendations
1) Depressie is een veel voorkomende, maar slecht herkende en begrepen gezondheidstoestand: het
veroorzaakt grote persoonlijke en maatschappelijke gevolgen, maar deze worden onvoldoende
begrepen en erkend → er is meer wetenschappelijk onderzoek en betere behandeling nodig
2) Depressie is een heterogene aandoening: het kent verschillende uitingsvormen, ernstniveaus en
verloop, en overlapt vaak met andere aandoeningen
3) Depressie is universeel, maar cultuur en context zijn van belang: hoewel kernsymptomen overal
voorkomen, verschillen de uitingen en de prevalentie per cultuur en context
4) Preventie is essentieel om de last van depressie wereldwijd te verminderen: sociale en economische
maatregelen, evenals individuele interventies, kunnen bijdragen aan preventie en de volksgezondheid
verbeteren
5) De ervaringen van depressie en herstel zijn uniek voor elk individu: depressie ontstaat door een
combinatie van genetische, sociale en omgevingsfactoren, waardoor iedereen een unieke ervaring heeft
en verschillende vormen van ondersteuning nodig heeft
6) Het dichten van de zorgkloof vereist betrokkenheid van mensen met levenservaring: veel mensen
krijgen geen adequate zorg → betrokkenheid van patiënten en hun omgeving kan helpen om
bestaande kennis beter toe te passen en zorgsystemen verantwoordelijk te houden
7) Er is een formulering nodig om zorg te personaliseren: naast symptomen moeten ook persoonlijke
voorkeuren, levensverhalen en omstandigheden meegenomen worden in de behandeling
8) Een staged approach van zorg richt zich op de heterogene aard van depressie en de impact ervan
op het individuele, familiale en maatschappelijke functioneren: dit zorgt ervoor dat de intensiteit van
de behandeling afgestemd wordt op de ernst en fase van de aandoening
● De staged approach maakt het mogelijk om vroeg in het verloop van de aandoening in te
grijpen en de intensiteit van de interventies aan te passen aan de specifieke behoeften van de
persoon en de fase van de ziekte
9) Collaborative delivery models zijn een kosteneffectieve strategie om depressie-interventies op te
schalen in de reguliere zorg: multidisciplinaire samenwerking, waarbij ook de patiënt en familie
betrokken zijn, verhoogt de kwaliteit van de zorg en de kans op herstel
● Collaborative care models: bieden een manier voor gezondheidszorgstelsels om de staged
approach van preventie en zorg te implementeren, waarbij een visie wordt gerealiseerd van
gepersonaliseerde interventies voor levering op schaal
10) Meer investeringen met betrokkenheid van de hele samenleving is een prioriteit om de huidige
kennis te vertalen naar praktijk en beleid en om de wetenschappelijke agenda te verbeteren:
hoewel er nog veel onbekend is, wordt bestaande kennis onvoldoende benut → investeren in
toepassing en beleid is nu het meest urgent
1
,What is depression?
Depressie wordt gekenmerkt door aanhoudende somberheid, verlies van interesse
of plezier, en functionele beperkingen
● Volgens de ICD-11 moeten minstens vijf symptomen, waaronder
somberheid of verlies van interesse, bijna dagelijks gedurende twee
weken aanwezig zijn
● Symptomen mogen niet worden verklaard door rouw, medische
aandoeningen of middelengebruik
● Belangrijke kenmerken zoals hopeloosheid en verminderde motivatie
blijken onderscheidend te zijn voor depressie, naast symptomen zoals
prikkelbaarheid en lichamelijke klachten, die minder specifiek zijn
Depressie wordt beter begrepen als een continuüm ipv een strikte categorie, met aandacht voor zowel het
aantal als de aard van de symptomen
Er is kritiek dat depressie in huidige diagnostische systemen te simplistisch wordt weergegeven → subjectieve
ervaring wordt niet volledig vastgelegd
● De bevindingen suggereren dat depressie mogelijk een grotere lichamelijke component heeft dan
momenteel wordt erkend
Specifieke kenmerken (specifiers)
● Melancholische kenmerken: anhedonie, gebrek aan emotionele reactie, terminale slapeloosheid,
gewichtsverlies, motorische vertraging
● Psychotische kenmerken: wanen of hallucinaties, soms subtiel of verborgen
● Atypische kenmerken: toegenomen eetlust, gewichtstoename en overmatig slapen (alleen in DSM-5)
Varianten
● Enkelvoudige depressie: één episode
● Recurrente depressie: minstens twee episodes, gescheiden door een symptoomvrije periode
● Persistente depressie: symptomen duren minstens twee jaar (ICD-11) of vallen onder de aparte
diagnose → dysthymie (DSM-5)
Leeftijdsgroepen
● Kinderen en adolescenten: hoewel zeldzaam, kan het een langdurig en negatief verloop hebben
○ Bij adolescenten wordt depressie vaak genegeerd door de perceptie dat
stemmingswisselingen en negatieve zelfbeelden "normaal" zijn in deze levensfase
○ Symptomen: prikkelbaarheid, woede-uitbarstingen, vermoeidheid en concentratieproblemen.
Zelfbeschadiging en suïcidale gedachten komen veel voor
● Ouderen: depressie bij ouderen wordt vaak onderschat of afgedaan als een normaal gevolg van
ouderdom, verlies of fysieke ziektes → MDD kan worden misdiagnosed als dementie
○ Symptomen: somatische klachten, angst, psychomotorische vertraging en cognitieve
stoornissen zoals geheugenverlies en verminderde denkvaardigheden
Geslacht
● Vaker bij vrouwen dan bij mannen, vooral vanaf de puberteit, met een piek rond 16 jaar
● Mannen: depressie uit zich vaker via woede, agressie en risicovol gedrag
● Vrouwen: depressie uit zich vaker via vermoeidheid, slaapproblemen en eetlustveranderingen
○ Vooral tijdens zwangerschap en na de bevalling
2
,Cultuur
● Hoewel kernsymptomen zoals somberheid en vermoeidheid universeel zijn, verschillen uitingsvormen
sterk per cultuur
● In veel niet-westerse culturen komen lichamelijke klachten vaker voor
● In hoge-inkomenslanden is depressie sterk gekoppeld aan suïcidale gedachten en pogingen, terwijl dit
verband in lage- en middeninkomenslanden zwakker is
Depressie en rouw
● Verschillen: rouw kenmerkt zich door gevoelens van leegte en verlies, maar zelfwaardering blijft
meestal intact + somberheid komt in golven en wordt vaak uitgelokt door herinneringen aan de
overledene, in tegenstelling tot de aanhoudende somberheid bij depressie
● Prolonged grief disorder: aanhoudende, intense rouw die langer dan 6 maanden duurt
○ Symptomen: intense emotionele pijn, schuldgevoel, ontkenning, emotionele verdoving, en
moeite met sociale activiteiten
Epidemiology and burden of depression
● Wereldwijde prevalentie: 4,7% van de wereldbevolking heeft jaarlijks een depressieve episode
● Vrouwen: hoogste prevalentie in Afrika en Amerika, laagste in de Westelijke Stille Oceaan
● Mannen: hoogste in Afrika, laagste in de Westelijke Stille Oceaan
● Levenslange prevalentie: geschat op gemiddeld 10,6%, maar kan bij prospectieve studies oplopen tot
30–40%
Verloop van depressie
● De meeste depressieve episodes herstellen binnen een jaar
● Aanhoudende depressie: 12% in gemeenschapsstudies, maar tot 61% bij behandelde patiënten in
klinische settings
● Terugkerende depressie: in klinische settings is de kans op terugkeer binnen 5 jaar 71–85%; in de
algemene bevolking ligt dit lager, tussen 27–45% over een periode van 20 jaar.
Age of onset
● Hoge-inkomenslanden: 26 jaar
● Lage- en middeninkomenslanden: 24 jaar
● Er is een secundaire piek op latere leeftijd → 19,6% van de wereldbevolking krijgt tegen de leeftijd
van 75 jaar te maken met depressie
● Depressie begint gemiddeld later dan angststoornissen
Sub-threshold depressive symptoms
● Dysthymie: 1.5% van de bevolking
● Sub-threshold syndromes of depressive symptoms (shorter duration): 17% van de bevolking
○ Verhogen het risico op volledige depressieve episoden en kunnen restsymptomen zijn van een
eerdere depressieve episode
Comorbiditeit met andere psychische stoornissen
● Depressie komt vaak samen voor met angststoornissen en middelenmisbruik
● Deze stoornissen kunnen worden gegroepeerd in twee hoofddimensies
○ Internaliserende stoornissen: angst, depressie, PTSS
○ Externaliserende stoornissen: woede, risicogedrag, middelenmisbruik
● Vroeg ontstane psychische stoornissen vergroten het risico op latere stoornissen
3
, Comorbiditeit met lichamelijke aandoeningen
● Depressie is sterk geassocieerd met chronische aandoeningen zoals diabetes, hartziekten, kanker,
obesitas en dementie
● Verklaringen: ontregelde immuunfunctie, stressrespons en ongezond gedrag zoals roken, slechte
voeding en lichamelijke inactiviteit
● Depressie kan zowel een oorzaak als een gevolg zijn van lichamelijke aandoeningen en leidt vaak tot
slechtere behandelresultaten
Suicidal behaviour
● Mensen met depressie hebben een 20 keer hoger risico op zelfdoding
● Ongeveer 31% van de mensen met depressie doet ooit een suïcidepoging
● Risicofactoren: ernstige depressie, angst, hopeloosheid, comorbide middelenmisbruik, slaapproblemen
en familiegeschiedenis van psychiatrische stoornissen
Depressie heeft verstrekkende gevolgen voor individuen, relaties, gezinnen en de samenleving als geheel. Het
beïnvloedt geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, economische stabiliteit en sociale relaties op een
diepgaande manier
The roots of depression
Drie kernobservaties
1) Genetische factoren: depressie komt vaker voor in families, vaak samen met bipolaire stoornis, angst
of middelenmisbruik. Kinderen van ouders met depressie lopen een hoger risico, zelfs als ze niet
biologisch zijn opgevoed
2) Vroege psychische stoornissen: ADHD en angststoornissen in de kindertijd verhogen het risico op
depressie op latere leeftijd
3) Stressvolle gebeurtenissen: depressie wordt vaak voorafgegaan door ingrijpende gebeurtenissen
zoals verlies, teleurstelling of trauma, vooral bij mensen met vroege ervaringen van verwaarlozing of
mishandeling
Vatbaarheid
● Kindertijd: ADHD, angststoornissen en vroeg trauma vergroten het risico op depressie
● Genetische invloed: kleine effecten van duizenden genetische varianten beïnvloeden
hersenontwikkeling, ontsteking en signaaloverdracht
● Persoonlijkheidskenmerken: neuroticisme en negatieve denkpatronen verhogen de kwetsbaarheid
● Levensstijl: weinig lichaamsbeweging, ongezond dieet, roken en middelenmisbruik vergroten het risico
● Sociale factoren: armoede, inkomensongelijkheid, huiselijk geweld en gedwongen migratie zijn
belangrijke risicofactoren
Beschermende factoren: veilige hechting, goede zelfregulatie, positieve sociale ondersteuning en veerkracht
Uitlokkende en onderhoudende factoren
● Stressvolle gebeurtenissen: verlies, scheiding, geweld, medische aandoeningen en pesten kunnen
depressie uitlokken
● Gedrags- en cognitieve patronen: sociale terugtrekking, middelengebruik, negatieve denkpatronen en
piekeren houden depressieve symptomen in stand
● Stressgeneratie: mensen met depressie ervaren vaker nieuwe stressvolle gebeurtenissen, vooral in
interpersoonlijke relaties
4
Thema 1 - Depression part 1
What is depression? - Overview
Literatuur 1 - Time for united action on depression: a Lancet-World Psychiatric Association
Commission (Herrman et al., 2022)
Key messages and recommendations
1) Depressie is een veel voorkomende, maar slecht herkende en begrepen gezondheidstoestand: het
veroorzaakt grote persoonlijke en maatschappelijke gevolgen, maar deze worden onvoldoende
begrepen en erkend → er is meer wetenschappelijk onderzoek en betere behandeling nodig
2) Depressie is een heterogene aandoening: het kent verschillende uitingsvormen, ernstniveaus en
verloop, en overlapt vaak met andere aandoeningen
3) Depressie is universeel, maar cultuur en context zijn van belang: hoewel kernsymptomen overal
voorkomen, verschillen de uitingen en de prevalentie per cultuur en context
4) Preventie is essentieel om de last van depressie wereldwijd te verminderen: sociale en economische
maatregelen, evenals individuele interventies, kunnen bijdragen aan preventie en de volksgezondheid
verbeteren
5) De ervaringen van depressie en herstel zijn uniek voor elk individu: depressie ontstaat door een
combinatie van genetische, sociale en omgevingsfactoren, waardoor iedereen een unieke ervaring heeft
en verschillende vormen van ondersteuning nodig heeft
6) Het dichten van de zorgkloof vereist betrokkenheid van mensen met levenservaring: veel mensen
krijgen geen adequate zorg → betrokkenheid van patiënten en hun omgeving kan helpen om
bestaande kennis beter toe te passen en zorgsystemen verantwoordelijk te houden
7) Er is een formulering nodig om zorg te personaliseren: naast symptomen moeten ook persoonlijke
voorkeuren, levensverhalen en omstandigheden meegenomen worden in de behandeling
8) Een staged approach van zorg richt zich op de heterogene aard van depressie en de impact ervan
op het individuele, familiale en maatschappelijke functioneren: dit zorgt ervoor dat de intensiteit van
de behandeling afgestemd wordt op de ernst en fase van de aandoening
● De staged approach maakt het mogelijk om vroeg in het verloop van de aandoening in te
grijpen en de intensiteit van de interventies aan te passen aan de specifieke behoeften van de
persoon en de fase van de ziekte
9) Collaborative delivery models zijn een kosteneffectieve strategie om depressie-interventies op te
schalen in de reguliere zorg: multidisciplinaire samenwerking, waarbij ook de patiënt en familie
betrokken zijn, verhoogt de kwaliteit van de zorg en de kans op herstel
● Collaborative care models: bieden een manier voor gezondheidszorgstelsels om de staged
approach van preventie en zorg te implementeren, waarbij een visie wordt gerealiseerd van
gepersonaliseerde interventies voor levering op schaal
10) Meer investeringen met betrokkenheid van de hele samenleving is een prioriteit om de huidige
kennis te vertalen naar praktijk en beleid en om de wetenschappelijke agenda te verbeteren:
hoewel er nog veel onbekend is, wordt bestaande kennis onvoldoende benut → investeren in
toepassing en beleid is nu het meest urgent
1
,What is depression?
Depressie wordt gekenmerkt door aanhoudende somberheid, verlies van interesse
of plezier, en functionele beperkingen
● Volgens de ICD-11 moeten minstens vijf symptomen, waaronder
somberheid of verlies van interesse, bijna dagelijks gedurende twee
weken aanwezig zijn
● Symptomen mogen niet worden verklaard door rouw, medische
aandoeningen of middelengebruik
● Belangrijke kenmerken zoals hopeloosheid en verminderde motivatie
blijken onderscheidend te zijn voor depressie, naast symptomen zoals
prikkelbaarheid en lichamelijke klachten, die minder specifiek zijn
Depressie wordt beter begrepen als een continuüm ipv een strikte categorie, met aandacht voor zowel het
aantal als de aard van de symptomen
Er is kritiek dat depressie in huidige diagnostische systemen te simplistisch wordt weergegeven → subjectieve
ervaring wordt niet volledig vastgelegd
● De bevindingen suggereren dat depressie mogelijk een grotere lichamelijke component heeft dan
momenteel wordt erkend
Specifieke kenmerken (specifiers)
● Melancholische kenmerken: anhedonie, gebrek aan emotionele reactie, terminale slapeloosheid,
gewichtsverlies, motorische vertraging
● Psychotische kenmerken: wanen of hallucinaties, soms subtiel of verborgen
● Atypische kenmerken: toegenomen eetlust, gewichtstoename en overmatig slapen (alleen in DSM-5)
Varianten
● Enkelvoudige depressie: één episode
● Recurrente depressie: minstens twee episodes, gescheiden door een symptoomvrije periode
● Persistente depressie: symptomen duren minstens twee jaar (ICD-11) of vallen onder de aparte
diagnose → dysthymie (DSM-5)
Leeftijdsgroepen
● Kinderen en adolescenten: hoewel zeldzaam, kan het een langdurig en negatief verloop hebben
○ Bij adolescenten wordt depressie vaak genegeerd door de perceptie dat
stemmingswisselingen en negatieve zelfbeelden "normaal" zijn in deze levensfase
○ Symptomen: prikkelbaarheid, woede-uitbarstingen, vermoeidheid en concentratieproblemen.
Zelfbeschadiging en suïcidale gedachten komen veel voor
● Ouderen: depressie bij ouderen wordt vaak onderschat of afgedaan als een normaal gevolg van
ouderdom, verlies of fysieke ziektes → MDD kan worden misdiagnosed als dementie
○ Symptomen: somatische klachten, angst, psychomotorische vertraging en cognitieve
stoornissen zoals geheugenverlies en verminderde denkvaardigheden
Geslacht
● Vaker bij vrouwen dan bij mannen, vooral vanaf de puberteit, met een piek rond 16 jaar
● Mannen: depressie uit zich vaker via woede, agressie en risicovol gedrag
● Vrouwen: depressie uit zich vaker via vermoeidheid, slaapproblemen en eetlustveranderingen
○ Vooral tijdens zwangerschap en na de bevalling
2
,Cultuur
● Hoewel kernsymptomen zoals somberheid en vermoeidheid universeel zijn, verschillen uitingsvormen
sterk per cultuur
● In veel niet-westerse culturen komen lichamelijke klachten vaker voor
● In hoge-inkomenslanden is depressie sterk gekoppeld aan suïcidale gedachten en pogingen, terwijl dit
verband in lage- en middeninkomenslanden zwakker is
Depressie en rouw
● Verschillen: rouw kenmerkt zich door gevoelens van leegte en verlies, maar zelfwaardering blijft
meestal intact + somberheid komt in golven en wordt vaak uitgelokt door herinneringen aan de
overledene, in tegenstelling tot de aanhoudende somberheid bij depressie
● Prolonged grief disorder: aanhoudende, intense rouw die langer dan 6 maanden duurt
○ Symptomen: intense emotionele pijn, schuldgevoel, ontkenning, emotionele verdoving, en
moeite met sociale activiteiten
Epidemiology and burden of depression
● Wereldwijde prevalentie: 4,7% van de wereldbevolking heeft jaarlijks een depressieve episode
● Vrouwen: hoogste prevalentie in Afrika en Amerika, laagste in de Westelijke Stille Oceaan
● Mannen: hoogste in Afrika, laagste in de Westelijke Stille Oceaan
● Levenslange prevalentie: geschat op gemiddeld 10,6%, maar kan bij prospectieve studies oplopen tot
30–40%
Verloop van depressie
● De meeste depressieve episodes herstellen binnen een jaar
● Aanhoudende depressie: 12% in gemeenschapsstudies, maar tot 61% bij behandelde patiënten in
klinische settings
● Terugkerende depressie: in klinische settings is de kans op terugkeer binnen 5 jaar 71–85%; in de
algemene bevolking ligt dit lager, tussen 27–45% over een periode van 20 jaar.
Age of onset
● Hoge-inkomenslanden: 26 jaar
● Lage- en middeninkomenslanden: 24 jaar
● Er is een secundaire piek op latere leeftijd → 19,6% van de wereldbevolking krijgt tegen de leeftijd
van 75 jaar te maken met depressie
● Depressie begint gemiddeld later dan angststoornissen
Sub-threshold depressive symptoms
● Dysthymie: 1.5% van de bevolking
● Sub-threshold syndromes of depressive symptoms (shorter duration): 17% van de bevolking
○ Verhogen het risico op volledige depressieve episoden en kunnen restsymptomen zijn van een
eerdere depressieve episode
Comorbiditeit met andere psychische stoornissen
● Depressie komt vaak samen voor met angststoornissen en middelenmisbruik
● Deze stoornissen kunnen worden gegroepeerd in twee hoofddimensies
○ Internaliserende stoornissen: angst, depressie, PTSS
○ Externaliserende stoornissen: woede, risicogedrag, middelenmisbruik
● Vroeg ontstane psychische stoornissen vergroten het risico op latere stoornissen
3
, Comorbiditeit met lichamelijke aandoeningen
● Depressie is sterk geassocieerd met chronische aandoeningen zoals diabetes, hartziekten, kanker,
obesitas en dementie
● Verklaringen: ontregelde immuunfunctie, stressrespons en ongezond gedrag zoals roken, slechte
voeding en lichamelijke inactiviteit
● Depressie kan zowel een oorzaak als een gevolg zijn van lichamelijke aandoeningen en leidt vaak tot
slechtere behandelresultaten
Suicidal behaviour
● Mensen met depressie hebben een 20 keer hoger risico op zelfdoding
● Ongeveer 31% van de mensen met depressie doet ooit een suïcidepoging
● Risicofactoren: ernstige depressie, angst, hopeloosheid, comorbide middelenmisbruik, slaapproblemen
en familiegeschiedenis van psychiatrische stoornissen
Depressie heeft verstrekkende gevolgen voor individuen, relaties, gezinnen en de samenleving als geheel. Het
beïnvloedt geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, economische stabiliteit en sociale relaties op een
diepgaande manier
The roots of depression
Drie kernobservaties
1) Genetische factoren: depressie komt vaker voor in families, vaak samen met bipolaire stoornis, angst
of middelenmisbruik. Kinderen van ouders met depressie lopen een hoger risico, zelfs als ze niet
biologisch zijn opgevoed
2) Vroege psychische stoornissen: ADHD en angststoornissen in de kindertijd verhogen het risico op
depressie op latere leeftijd
3) Stressvolle gebeurtenissen: depressie wordt vaak voorafgegaan door ingrijpende gebeurtenissen
zoals verlies, teleurstelling of trauma, vooral bij mensen met vroege ervaringen van verwaarlozing of
mishandeling
Vatbaarheid
● Kindertijd: ADHD, angststoornissen en vroeg trauma vergroten het risico op depressie
● Genetische invloed: kleine effecten van duizenden genetische varianten beïnvloeden
hersenontwikkeling, ontsteking en signaaloverdracht
● Persoonlijkheidskenmerken: neuroticisme en negatieve denkpatronen verhogen de kwetsbaarheid
● Levensstijl: weinig lichaamsbeweging, ongezond dieet, roken en middelenmisbruik vergroten het risico
● Sociale factoren: armoede, inkomensongelijkheid, huiselijk geweld en gedwongen migratie zijn
belangrijke risicofactoren
Beschermende factoren: veilige hechting, goede zelfregulatie, positieve sociale ondersteuning en veerkracht
Uitlokkende en onderhoudende factoren
● Stressvolle gebeurtenissen: verlies, scheiding, geweld, medische aandoeningen en pesten kunnen
depressie uitlokken
● Gedrags- en cognitieve patronen: sociale terugtrekking, middelengebruik, negatieve denkpatronen en
piekeren houden depressieve symptomen in stand
● Stressgeneratie: mensen met depressie ervaren vaker nieuwe stressvolle gebeurtenissen, vooral in
interpersoonlijke relaties
4