Rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid: 2:3 Bw
Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (art. 2:175 e.v. BW)
Formeel:
- Oprichtingshandeling
- Notariële akte (175 lid 2)
- Deelname in kapitaal (0,01 cent)
Materieel: aandelen, besloten, aandelen niet vrij overdraagbaar.
Vereniging (art. 2:26 BW)
Materieel: samenwerking voor bepaald doel (lid 1) en hebben geen winstoogmerk (mag niet verdeeld
worden lid 3)
Formeel:
Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
1. notariële akte (art. 27 Bw jo. 29 Bw)
2. meerzijdige rechtshandeling (lid 2) (het aangaan van een overeenkomst)
Stel je geen notariële akte op dan heb je een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid (2:30 bw),
je kan geen registergoederen verkrijgen, of erfgenaam zijn.
Coöperatie (art 2:53 BW)
Lid 1
Formeel:
1. als coöperatie opgerichte vereniging bij notariële akte art. 2:54 Bw
2. meerzijdige rechtshandeling
Onderlinge waarborgmaatschappij (art. 2:53 BW)
Lid 2
1. notariële akte
2. meerzijdige rechtshandeling
Naamloze vennootschap (art. 2:64 BW) HR de Hoop-arrest NV is een rechtspersoon
,Materieel: aandelen zijn vrij overdraagbaar
Formeel:
1. oprichtingshandeling
2. notariële akte
3. deelname in kapitaal (45.000 euro)
Stichting (art. 2:285 e.v. BW):
Materieel: mag geen winstoogmerk hebben, mag wel winst maken maar dit mag niet het doel zijn. En
heeft geen leden.
Formeel:
1. notariële akte (2:286 Bw)
2. rechtshandeling (mag eenzijdig zijn)
Het belangrijkste onderscheid tussen organisatievormen met of zonder rechtspersoonlijkheid:
Bij de oprichting van een rechtspersoon wordt een instituut gecreëerd. Dit instituut is een zelfstandig
rechtssubject = zelfstandig drager van vermogensrechtelijke rechten en plichten (art. 2:5 BW). Dit
betekent dat deze rechtspersoon een eigen vermogen. Dit eigen vermogen staat los van de
privévermogens van de bij de rechtspersoon betrokken (rechts)personen, zoals leden en
aandeelhouders.
Bij een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid is er sprake van een directe persoonlijke
vermogensrechtelijke betrokkenheid van de ondernemer bij de onderneming. Dit neemt niet weg dat
er in een aantal gevallen wel sprake kan zijn van een civielrechtelijk relevant onderscheid tussen het
privévermogen van de ondernemer en het zaakvermogen van de organisatie. Wanneer dit
onderscheid kan worden gemaakt spreekt men niet van een eigen vermogen, maar van een
afgescheiden vermogen. Een ondernemer kan in zijn privévermogen worden aangesproken voor
zaakschulden. Het afgescheiden vermogen is relevant voor de verhaalspositie van de
vennootschapsschuldeisers. Vennootschapsschuldeisers kunnen zich bovendien verhalen op de
privévermogens van de vennoten.
1. is er sprake van een maatschap? (7A:1655 Bw)
- Overeenkomst tussen 2 of meer personen (aanbod en aanvaarding)
- Om iets in gemeenschap te brengen (arbeid, geld, materiaal etc)
- Samenwerking (werkt men bijvoorbeeld samen om winst te kunnen maken)
- Stoffelijk doel = oogmerk
- Uitvoering beroep of bedrijf
2. is de maatschap stil of openbaar?
Openbaar: Komen gezamenlijk onder een naam naar buiten
,Stil: als je niet naar buiten treed als een samenwerkingsverband (bijv in hetzelfde pand maar
functioneren als losse doktoren)
Bij een stille maatschap bij de uitoefening van een bedrijf = een stille maatschap en dan wordt er
gestopt bij stap 2.
3. Bij een openbare maatschap: is er sprake van een uitoefening van een beroep op bedrijf?
Indien het een openbare maatschap is en het gaat om de uitoefening van een bedrijf dan is er sprake
van een VOF.
4. is er sprake van een stille vennoot?
Beherend vennoot: voert dagelijks beheer (aansturing etc) over de vennootschap en is hoofdelijk
aansprakelijk.
Stille vennoot: bedoeld om geld te schieten, enkel aansprakelijk voor deel van financiering.
Winst mag verdeeld worden in percentages op grond van art. 7A:1672 Bw, de winst moet
gemeenschappelijk zijn en dus aan elk der vennoten toekomen, dit hoeft geen gelijk deel te zijn.
Er kan in de overeenkomst worden vastgelegd dat één vennoot alle verliezen op zich neemt, terwijl
de andere vennoten daar niet verantwoordelijk voor zijn. Dit geldt echter alleen binnen de
vennootschap zelf. Naar de buitenwereld toe (dus tegenover derden) blijft de wettelijke regeling
gelden: Vennoten zijn of hoofdelijk aansprakelijk (volledig verantwoordelijk voor schulden) volgens
artikel 18 WvK, of aansprakelijk voor gelijke delen van de schulden volgens artikel 7A:1680 BW.
Regres nemen = als schuldeiser zich probeert te verhalen op A, dan kan A naar B toe gaan om de
schade te weerleggen
Art. 20 lid 3 WvK : Een stille vennoot kan niet aansprakelijk zijn voor schulden en kosten in een
percentage, de stille vennoot kan alleen aansprakelijk worden gehouden voor schade, welke niet
meer bedraagt dan het vermogen welke is ingebracht geworden door hem.
Ontstaan: middeleeuw (renaissance) – handelsrecht, samengewerkt op basis van
overeenkomst/contract. Ontstaan van geldschieters (commanditaire vennootschappen).
Kapitaal vennootschappen: vanaf de 19e eeuw
beperkte aansprakelijkheid = ze zijn niet persoonlijk aansprakelijk, maar de inleg in het bedrijf kan
wel gebruikt worden om schulden af te betalen. Dit zie je ook bij een CV.
Kapitaalvennootschappen
Wat kun je doen bij een fraudieus bedrijf?
Als er doelbewust schulden zijn gemaakt/ wanbeleid is uitgevoerd, dan kan de curator in bepaalde
gevallen de ondernemers TOCH aansprakelijk stellen:
Benadeling schuldeisers (bij uitsluiting van aansprakelijkheid)
Toch weer persoonlijke aansprakelijkheid
Voornamelijk van belang in faillissement
, Derde antimisbruikwet 1987
1. wat kan worden ingebracht in een personenvennootschap
geld, goederen, het genot van zaken, vermogensrechten of arbeid. Ook een relatienetwerk, een
klantenbestand, knowhow en goodwill zijn voor inbreng vatbaar (eerste lid van artikel 7A:1662 BW)
De inbreng moet een positieve bijdrage leveren aan het bereiken van het maatschapsdoel. Dit
betekent dat de inbreng een werkelijke bijdrage moet zijn aan de samenwerking
Er zijn verschillende manieren waarop inbreng kan plaatsvinden:
• Juridische overdracht (inbreng van eigendom):
- juridische eigendom van het goed overgedragen o.g.v. 3:84 BW aan de gezamenlijke
vennoten. De vennoten worden gezamenlijk eigenaar van het goed.
- Voor de overdracht is een levering nodig krachtens geldige titel en moeten de
leveringsformaliteiten in acht worden genomen die voor de betreffende goederen
gelden.
• Inbreng van genot:
- alleen het recht op genot van een goed ingebracht, zonder dat de eigendom wordt
overgedragen.
- De waarde van het goed behoort niet tot het vermogen van de vennootschap en
komt niet tot uitdrukking in de balans van de vennootschap.
• Economische inbreng:
- De juridische eigendom van het goed blijft bij de inbrenger, maar het risico en de
waardeveranderingen komen voor rekening van de vennootschap.
Bij inbreng van goederen die geen goederen zijn in de zin van artikel 3:1 BW, is geen sprake van een
overdracht van een goed in de zin van artikel 3:84 BW, maar van een verbintenisrechtelijke
aangelegenheid.
De inbreng in een vennootschap brengt overdracht van één of meerdere onverdeelde aandelen in het
betreffende goed mee. Op grond van artikel 3:96 BW gelden voor de levering van een aandeel in een
goed de regels die voor levering van het goed gelden.
1. Vertegenwoordiging binnen de maatschap
Hoofdregel: volmacht vereist (art. 7A:1679 BW)
o Een maat kan de maatschap alleen binden als hij een volmacht heeft gekregen van de
overige maten.
o De volmacht kan uitdrukkelijk (schriftelijk of mondeling) of stilzwijgend (op basis van
gedragingen) worden verleend (art. 3:61 lid 1 BW).
Gevolgen van handelen zonder volmacht
, o De maat bindt alleen zichzelf, tenzij er sprake is van een van de uitzonderingen (art.
7A:1681 BW).
o De overige maten kunnen ervoor kiezen om de handeling achteraf te bekrachtigen
(art. 3:69 lid 1 BW).
Uitzonderingen waarbij de maatschap tóch gebonden kan worden
1. Toerekenbare schijn van volmacht (art. 3:61 lid 2 BW)
o Als een derde op basis van gedragingen van de overige maten mocht aannemen dat
de handelende maat wél een volmacht had, kan de maatschap alsnog gebonden zijn.
o Dit wordt beoordeeld aan de hand van het vertrouwensbeginsel.
2. Bekrachtiging achteraf (art. 3:69 lid 1 BW)
o De overige maten kunnen alsnog instemmen met de handeling, waardoor deze met
terugwerkende kracht rechtsgeldig wordt.
o Let op: Bekrachtiging is eenzijdig, dus de derde heeft geen invloed op de beslissing
van de maten.
3. Baattrekking (art. 7A:1681 BW)
o Als de onbevoegde handeling uiteindelijk een voordeel oplevert voor de maatschap,
wordt aangenomen dat de maatschap de overeenkomst aanvaardt.
o De wederpartij moet bewijzen dat de maatschap baat heeft gehad bij de
overeenkomst.
4. Zaakwaarneming (art. 6:201 BW)
o Als een maat in naam van de maatschap handelde en dit noodzakelijk was om schade
te voorkomen of de belangen van de maatschap te beschermen, kan de maatschap
alsnog gebonden worden.
1. Vertegenwoordigingsbevoegdheid binnen de VOF
Hoofdregel: Elke vennoot is bevoegd de VOF te vertegenwoordigen en te binden (art. 17
WvK).
Geen volmacht vereist, in tegenstelling tot de maatschap.
Beperkingen op vertegenwoordiging gelden alleen als deze zijn vastgelegd in de
vennootschapsovereenkomst en ingeschreven in het handelsregister om derde werking te
voorkomen.
Handelingen die niet binnen het doel van de VOF vallen, kunnen niet namens de VOF
worden verricht (art. 17 lid 2 WvK).
Als een vennoot onbevoegd handelt en de VOF niet gebonden is, is alleen de handelende
vennoot aansprakelijk (art. 7A:1681 BW).
,2. Hoofdelijke aansprakelijkheid binnen de VOF
Iedere vennoot is hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de VOF (art. 18 WvK).
Dit betekent dat schuldeisers een individuele vennoot kunnen aanspreken voor de gehele
schuld.
Uitzonderingen op hoofdelijke aansprakelijkheid (art. 6:6 lid 2 BW):
o Bij ondeelbare prestaties is elke vennoot volledig aansprakelijk.
o Indien een vennoot een opdracht persoonlijk heeft aanvaard, kan hij volledig
aansprakelijk zijn (art. 7:404 BW).
o Bij gezamenlijke opdrachten kunnen maten ook hoofdelijk aansprakelijk zijn (art.
7:407 lid 2 BW).
3. Grenzen aan vertegenwoordiging
Interne beperking: Vennoten kunnen onderling afspreken wie wel of niet bevoegd is tot
vertegenwoordiging (art. 17 lid 1 WvK).
Externe beperking: Deze afspraken werken alleen tegen derden als ze correct zijn
ingeschreven in het handelsregister (art. 25 lid 1 HrgW).
Handelingen buiten het doel van de VOF: Als een vennoot handelt buiten het doel van de
VOF, kan de VOF zich beroepen op onbevoegdheid en is de handeling niet bindend (art. 17 lid
2 WvK).
4. Handelsregister en bescherming van derden
Inschrijving in het Handelsregister:
o VOF’s moeten worden ingeschreven in het Handelsregister om derden te informeren
over bevoegdheden (art. 19 HrgB).
o Niet-inschrijving kan leiden tot onduidelijkheid en verhoogde aansprakelijkheid.
Bescherming bij niet-inschrijving:
o Niet-inschrijving betekent dat derden mogen aannemen dat elke vennoot onbeperkt
bevoegd is om namens de VOF te handelen (art. 29 WvK).
o Dit geldt niet voor maatschappen; bij maatschappen kan niet worden aangenomen
dat iedere maat vertegenwoordigingsbevoegd is.
Bescherming bij onjuiste inschrijving:
o Als een feit onjuist of onvolledig is ingeschreven, kan dit niet worden tegengeworpen
aan derden die hiervan onkundig waren (art. 25 lid 3 HrgW).
, o Dit biedt bescherming aan derden die vertrouwen op de informatie uit het
Handelsregister.
5. Uitsluiting van vertegenwoordiging en gebondenheid
Een vennoot kan worden uitgesloten van vertegenwoordiging, maar blijft hoofdelijk
aansprakelijk voor de schulden van de VOF (art. 18 WvK).
Als een vennoot onbevoegd handelt en de derde wordt niet beschermd door art. 29 WvK of
art. 25 HrgW, dan kan gebondenheid van de VOF soms alsnog volgen uit de maatschapsregels
(art. 7A:1679 en 7A:1681 BW).
Samenvatting in tabelvorm
Onderwerp Regelgeving Belangrijkste punten
Vertegenwoordiging Art. 17 WvK Iedere vennoot mag de VOF
vertegenwoordigen, tenzij uitgesloten.
Hoofdelijke aansprakelijkheid Art. 18 WvK Iedere vennoot is volledig aansprakelijk
voor VOF-schulden.
Beperkingen op bevoegdheid Art. 17 lid 2 WvK Handelingen buiten het doel van de VOF
zijn niet bindend.
Bescherming derden bij Art. 25 lid 1 en 3 Derden mogen vertrouwen op het
onjuiste inschrijving HrgW Handelsregister.
Bescherming bij niet- Art. 29 WvK Niet-ingeschreven VOF’s worden als
inschrijving onbeperkt bevoegd beschouwd.
3. Vertegenwoordiging binnen de Commanditaire Vennootschap (CV)
Beherende vennoten
o Hebben dezelfde bevoegdheden als vennoten in een VOF (art. 19 WvK).
o Kunnen de CV binden en zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden.
Commanditaire (stille) vennoten
o Geen vertegenwoordigingsbevoegdheid (art. 20 lid 2 WvK).
o Als een stille vennoot tóch namens de CV handelt, wordt hij persoonlijk en
hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de CV (art. 21 WvK).
, Handelen van een stille vennoot met schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid
o Als een derde mocht aannemen dat de stille vennoot vertegenwoordigingsbevoegd
was, dan wordt hij alsnog persoonlijk aansprakelijk (art. 3:61 lid 2 BW).
o Ook hier geldt dat het vertrouwen van de wederpartij centraal staat.
4. Handelsregister en bescherming van derden
Inschrijving van vertegenwoordigingsbevoegdheid (art. 19 HrgB)
o Maatschappen, VOF’s en CV’s moeten zich inschrijven in het handelsregister.
o Dit maakt duidelijk welke vennoten bevoegd zijn om de vennootschap te
vertegenwoordigen.
Bescherming van derden bij onjuiste inschrijvingen (art. 25 lid 1 en 3 HrgW)
o Derden kunnen zich beroepen op de informatie in het handelsregister.
o Als een vennootschap foutief of niet is ingeschreven, kunnen derden alsnog
bescherming krijgen tegen onverwachte aansprakelijkheden.
Niet-inschrijving als economisch delict
o Niet-inschrijving van een VOF of CV in het handelsregister kan als economisch delict
worden aangemerkt.
o Dit dwingt vennoten om correcte informatie te verstrekken aan de Kamer van
Koophandel.
Rechtsvorm Vertegenwoordiging Aansprakelijkheid
Maatschap Alleen met volmacht (art. Gelijk verdeeld, tenzij anders bepaald (art.
7A:1679 BW) 7A:1680 BW)
VOF Iedere vennoot is bevoegd (art. Hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 WvK)
17 WvK)
CV (beherend Zelfde regels als VOF (art. 19 Hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 WvK)
vennoot) WvK)
CV (stille vennoot) Niet bevoegd (art. 20 lid 2 WvK) Alleen aansprakelijk bij onbevoegd
handelen (art. 21 WvK)
Vertegenwoordiging van Commanditaire Vennoten
,1. Beperkte bevoegdheid van commanditaire vennoten
Commanditaire vennoten mogen de CV niet vertegenwoordigen en zijn niet aansprakelijk
voor schulden (art. 20 lid 2 en 3 WvK).
Beherende vennoten vertegenwoordigen de CV en kunnen daarbij niet namens
commanditaire vennoten optreden.
Dit voorkomt dat commanditaire vennoten aansprakelijk worden voor schulden.
2. Problemen bij verkrijging en vervreemding van goederen
Onroerende en andere registergoederen:
o Notariële akten moeten worden ondertekend door alle vennoten (beherende en
commanditaire).
o Commanditaire vennoten kunnen een beherend vennoot volmacht geven om te
tekenen.
Niet-registergoederen:
o Ook hier kunnen commanditaire vennoten een volmacht geven aan een beherend
vennoot.
o Dit kan worden vastgelegd in de vennootschapsovereenkomst.
Geen duidelijke wettelijke regeling:
o De wet bepaalt niet expliciet wie bevoegd is om over de vennootschapsgemeenschap
te beschikken.
o Beschikkingshandelingen met betrekking tot gemeenschappelijk vermogen vereisen
instemming van alle deelgenoten (art. 3:170 lid 3 BW).
o Uitzondering: Artikel 3:189 BW sluit deze regel uit voor vennootschappen, zolang
deze niet is ontbonden.
3. Overdracht van goederen aan de vennootschap
Een goed behoort pas tot de vennootschap als het is overgedragen aan alle vennoten (art.
3:84 BW).
Dit impliceert dat de medewerking van alle vennoten vereist is voor het verkrijgen van
goederen namens de CV.
4. Vertegenwoordigingsbevoegdheid van beherende vennoten
Algemene regel: Beherende vennoten mogen de CV zonder beperking vertegenwoordigen,
tenzij sprake is van doeloverschrijding of een andere bepaling in de
vennootschapsovereenkomst (art. 7:811 BW).
Beperking: Vertegenwoordigingsbevoegdheid geldt niet voor rechtshandelingen waaruit
schulden voortvloeien.
, Interpretatieprobleem:
o In de memorie van toelichting wordt gesteld dat commanditaire vennoten nooit
vertegenwoordigd kunnen worden bij schuldverplichtingen.
o Een genuanceerdere uitleg zou zijn dat commanditaire vennoten niet
vertegenwoordigd kunnen worden voor zover er schulden ontstaan.
o Dit betekent dat bij wederkerige overeenkomsten het vorderingsrecht toebehoort
aan alle vennoten, terwijl de schuld alleen rust op de beherende vennoten.
5. Handelsregister en bescherming van derden
Inschrijving van bevoegdheden:
o Inschrijving van vertegenwoordigingsbeperkingen in het Handelsregister is verplicht
(art. 19 HrgB).
Bescherming bij onjuiste of onvolledige inschrijving:
o Derden kunnen bescherming krijgen als inschrijving niet correct is (art. 25 lid 1 en 3
HrgW).
o Niet-ingeschreven beperkingen kunnen niet aan derden worden tegengeworpen als
zij hier niet van op de hoogte waren.
6. Samenvatting in tabelvorm
Onderwerp Regelgeving Belangrijkste punten
Geen vertegenwoordiging Art. 20 lid 2 en Beherende vennoten vertegenwoordigen
commanditaire vennoten 3 WvK de CV, niet de commanditaire vennoten.
Volmachtverlening Art. 3:170 lid 3 Commanditaire vennoten kunnen een
BW volmacht geven voor handelingen.
Goederenoverdracht Art. 3:84 BW Een goed behoort pas tot de CV als het aan
alle vennoten is overgedragen.
Vertegenwoordiging beherende Art. 7:811 BW Beperkt bij rechtshandelingen waaruit
vennoten schulden voortvloeien.
Handelsregister en Art. 25 lid 1 en Onjuiste inschrijvingen kunnen niet aan
derdenbescherming 3 HrgW derden worden tegengeworpen.
Wat houdt het afgescheiden vermogen van de personenvennootschappen in? (3:166 bw):
Alle goederen die door de vennoten zijn ingebracht, vormen een goederenrechtelijke gemeenschap
tussen de vennoten (art. 3:166 BW). Aangezien de personenvennootschappen geen
Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (art. 2:175 e.v. BW)
Formeel:
- Oprichtingshandeling
- Notariële akte (175 lid 2)
- Deelname in kapitaal (0,01 cent)
Materieel: aandelen, besloten, aandelen niet vrij overdraagbaar.
Vereniging (art. 2:26 BW)
Materieel: samenwerking voor bepaald doel (lid 1) en hebben geen winstoogmerk (mag niet verdeeld
worden lid 3)
Formeel:
Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
1. notariële akte (art. 27 Bw jo. 29 Bw)
2. meerzijdige rechtshandeling (lid 2) (het aangaan van een overeenkomst)
Stel je geen notariële akte op dan heb je een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid (2:30 bw),
je kan geen registergoederen verkrijgen, of erfgenaam zijn.
Coöperatie (art 2:53 BW)
Lid 1
Formeel:
1. als coöperatie opgerichte vereniging bij notariële akte art. 2:54 Bw
2. meerzijdige rechtshandeling
Onderlinge waarborgmaatschappij (art. 2:53 BW)
Lid 2
1. notariële akte
2. meerzijdige rechtshandeling
Naamloze vennootschap (art. 2:64 BW) HR de Hoop-arrest NV is een rechtspersoon
,Materieel: aandelen zijn vrij overdraagbaar
Formeel:
1. oprichtingshandeling
2. notariële akte
3. deelname in kapitaal (45.000 euro)
Stichting (art. 2:285 e.v. BW):
Materieel: mag geen winstoogmerk hebben, mag wel winst maken maar dit mag niet het doel zijn. En
heeft geen leden.
Formeel:
1. notariële akte (2:286 Bw)
2. rechtshandeling (mag eenzijdig zijn)
Het belangrijkste onderscheid tussen organisatievormen met of zonder rechtspersoonlijkheid:
Bij de oprichting van een rechtspersoon wordt een instituut gecreëerd. Dit instituut is een zelfstandig
rechtssubject = zelfstandig drager van vermogensrechtelijke rechten en plichten (art. 2:5 BW). Dit
betekent dat deze rechtspersoon een eigen vermogen. Dit eigen vermogen staat los van de
privévermogens van de bij de rechtspersoon betrokken (rechts)personen, zoals leden en
aandeelhouders.
Bij een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid is er sprake van een directe persoonlijke
vermogensrechtelijke betrokkenheid van de ondernemer bij de onderneming. Dit neemt niet weg dat
er in een aantal gevallen wel sprake kan zijn van een civielrechtelijk relevant onderscheid tussen het
privévermogen van de ondernemer en het zaakvermogen van de organisatie. Wanneer dit
onderscheid kan worden gemaakt spreekt men niet van een eigen vermogen, maar van een
afgescheiden vermogen. Een ondernemer kan in zijn privévermogen worden aangesproken voor
zaakschulden. Het afgescheiden vermogen is relevant voor de verhaalspositie van de
vennootschapsschuldeisers. Vennootschapsschuldeisers kunnen zich bovendien verhalen op de
privévermogens van de vennoten.
1. is er sprake van een maatschap? (7A:1655 Bw)
- Overeenkomst tussen 2 of meer personen (aanbod en aanvaarding)
- Om iets in gemeenschap te brengen (arbeid, geld, materiaal etc)
- Samenwerking (werkt men bijvoorbeeld samen om winst te kunnen maken)
- Stoffelijk doel = oogmerk
- Uitvoering beroep of bedrijf
2. is de maatschap stil of openbaar?
Openbaar: Komen gezamenlijk onder een naam naar buiten
,Stil: als je niet naar buiten treed als een samenwerkingsverband (bijv in hetzelfde pand maar
functioneren als losse doktoren)
Bij een stille maatschap bij de uitoefening van een bedrijf = een stille maatschap en dan wordt er
gestopt bij stap 2.
3. Bij een openbare maatschap: is er sprake van een uitoefening van een beroep op bedrijf?
Indien het een openbare maatschap is en het gaat om de uitoefening van een bedrijf dan is er sprake
van een VOF.
4. is er sprake van een stille vennoot?
Beherend vennoot: voert dagelijks beheer (aansturing etc) over de vennootschap en is hoofdelijk
aansprakelijk.
Stille vennoot: bedoeld om geld te schieten, enkel aansprakelijk voor deel van financiering.
Winst mag verdeeld worden in percentages op grond van art. 7A:1672 Bw, de winst moet
gemeenschappelijk zijn en dus aan elk der vennoten toekomen, dit hoeft geen gelijk deel te zijn.
Er kan in de overeenkomst worden vastgelegd dat één vennoot alle verliezen op zich neemt, terwijl
de andere vennoten daar niet verantwoordelijk voor zijn. Dit geldt echter alleen binnen de
vennootschap zelf. Naar de buitenwereld toe (dus tegenover derden) blijft de wettelijke regeling
gelden: Vennoten zijn of hoofdelijk aansprakelijk (volledig verantwoordelijk voor schulden) volgens
artikel 18 WvK, of aansprakelijk voor gelijke delen van de schulden volgens artikel 7A:1680 BW.
Regres nemen = als schuldeiser zich probeert te verhalen op A, dan kan A naar B toe gaan om de
schade te weerleggen
Art. 20 lid 3 WvK : Een stille vennoot kan niet aansprakelijk zijn voor schulden en kosten in een
percentage, de stille vennoot kan alleen aansprakelijk worden gehouden voor schade, welke niet
meer bedraagt dan het vermogen welke is ingebracht geworden door hem.
Ontstaan: middeleeuw (renaissance) – handelsrecht, samengewerkt op basis van
overeenkomst/contract. Ontstaan van geldschieters (commanditaire vennootschappen).
Kapitaal vennootschappen: vanaf de 19e eeuw
beperkte aansprakelijkheid = ze zijn niet persoonlijk aansprakelijk, maar de inleg in het bedrijf kan
wel gebruikt worden om schulden af te betalen. Dit zie je ook bij een CV.
Kapitaalvennootschappen
Wat kun je doen bij een fraudieus bedrijf?
Als er doelbewust schulden zijn gemaakt/ wanbeleid is uitgevoerd, dan kan de curator in bepaalde
gevallen de ondernemers TOCH aansprakelijk stellen:
Benadeling schuldeisers (bij uitsluiting van aansprakelijkheid)
Toch weer persoonlijke aansprakelijkheid
Voornamelijk van belang in faillissement
, Derde antimisbruikwet 1987
1. wat kan worden ingebracht in een personenvennootschap
geld, goederen, het genot van zaken, vermogensrechten of arbeid. Ook een relatienetwerk, een
klantenbestand, knowhow en goodwill zijn voor inbreng vatbaar (eerste lid van artikel 7A:1662 BW)
De inbreng moet een positieve bijdrage leveren aan het bereiken van het maatschapsdoel. Dit
betekent dat de inbreng een werkelijke bijdrage moet zijn aan de samenwerking
Er zijn verschillende manieren waarop inbreng kan plaatsvinden:
• Juridische overdracht (inbreng van eigendom):
- juridische eigendom van het goed overgedragen o.g.v. 3:84 BW aan de gezamenlijke
vennoten. De vennoten worden gezamenlijk eigenaar van het goed.
- Voor de overdracht is een levering nodig krachtens geldige titel en moeten de
leveringsformaliteiten in acht worden genomen die voor de betreffende goederen
gelden.
• Inbreng van genot:
- alleen het recht op genot van een goed ingebracht, zonder dat de eigendom wordt
overgedragen.
- De waarde van het goed behoort niet tot het vermogen van de vennootschap en
komt niet tot uitdrukking in de balans van de vennootschap.
• Economische inbreng:
- De juridische eigendom van het goed blijft bij de inbrenger, maar het risico en de
waardeveranderingen komen voor rekening van de vennootschap.
Bij inbreng van goederen die geen goederen zijn in de zin van artikel 3:1 BW, is geen sprake van een
overdracht van een goed in de zin van artikel 3:84 BW, maar van een verbintenisrechtelijke
aangelegenheid.
De inbreng in een vennootschap brengt overdracht van één of meerdere onverdeelde aandelen in het
betreffende goed mee. Op grond van artikel 3:96 BW gelden voor de levering van een aandeel in een
goed de regels die voor levering van het goed gelden.
1. Vertegenwoordiging binnen de maatschap
Hoofdregel: volmacht vereist (art. 7A:1679 BW)
o Een maat kan de maatschap alleen binden als hij een volmacht heeft gekregen van de
overige maten.
o De volmacht kan uitdrukkelijk (schriftelijk of mondeling) of stilzwijgend (op basis van
gedragingen) worden verleend (art. 3:61 lid 1 BW).
Gevolgen van handelen zonder volmacht
, o De maat bindt alleen zichzelf, tenzij er sprake is van een van de uitzonderingen (art.
7A:1681 BW).
o De overige maten kunnen ervoor kiezen om de handeling achteraf te bekrachtigen
(art. 3:69 lid 1 BW).
Uitzonderingen waarbij de maatschap tóch gebonden kan worden
1. Toerekenbare schijn van volmacht (art. 3:61 lid 2 BW)
o Als een derde op basis van gedragingen van de overige maten mocht aannemen dat
de handelende maat wél een volmacht had, kan de maatschap alsnog gebonden zijn.
o Dit wordt beoordeeld aan de hand van het vertrouwensbeginsel.
2. Bekrachtiging achteraf (art. 3:69 lid 1 BW)
o De overige maten kunnen alsnog instemmen met de handeling, waardoor deze met
terugwerkende kracht rechtsgeldig wordt.
o Let op: Bekrachtiging is eenzijdig, dus de derde heeft geen invloed op de beslissing
van de maten.
3. Baattrekking (art. 7A:1681 BW)
o Als de onbevoegde handeling uiteindelijk een voordeel oplevert voor de maatschap,
wordt aangenomen dat de maatschap de overeenkomst aanvaardt.
o De wederpartij moet bewijzen dat de maatschap baat heeft gehad bij de
overeenkomst.
4. Zaakwaarneming (art. 6:201 BW)
o Als een maat in naam van de maatschap handelde en dit noodzakelijk was om schade
te voorkomen of de belangen van de maatschap te beschermen, kan de maatschap
alsnog gebonden worden.
1. Vertegenwoordigingsbevoegdheid binnen de VOF
Hoofdregel: Elke vennoot is bevoegd de VOF te vertegenwoordigen en te binden (art. 17
WvK).
Geen volmacht vereist, in tegenstelling tot de maatschap.
Beperkingen op vertegenwoordiging gelden alleen als deze zijn vastgelegd in de
vennootschapsovereenkomst en ingeschreven in het handelsregister om derde werking te
voorkomen.
Handelingen die niet binnen het doel van de VOF vallen, kunnen niet namens de VOF
worden verricht (art. 17 lid 2 WvK).
Als een vennoot onbevoegd handelt en de VOF niet gebonden is, is alleen de handelende
vennoot aansprakelijk (art. 7A:1681 BW).
,2. Hoofdelijke aansprakelijkheid binnen de VOF
Iedere vennoot is hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de VOF (art. 18 WvK).
Dit betekent dat schuldeisers een individuele vennoot kunnen aanspreken voor de gehele
schuld.
Uitzonderingen op hoofdelijke aansprakelijkheid (art. 6:6 lid 2 BW):
o Bij ondeelbare prestaties is elke vennoot volledig aansprakelijk.
o Indien een vennoot een opdracht persoonlijk heeft aanvaard, kan hij volledig
aansprakelijk zijn (art. 7:404 BW).
o Bij gezamenlijke opdrachten kunnen maten ook hoofdelijk aansprakelijk zijn (art.
7:407 lid 2 BW).
3. Grenzen aan vertegenwoordiging
Interne beperking: Vennoten kunnen onderling afspreken wie wel of niet bevoegd is tot
vertegenwoordiging (art. 17 lid 1 WvK).
Externe beperking: Deze afspraken werken alleen tegen derden als ze correct zijn
ingeschreven in het handelsregister (art. 25 lid 1 HrgW).
Handelingen buiten het doel van de VOF: Als een vennoot handelt buiten het doel van de
VOF, kan de VOF zich beroepen op onbevoegdheid en is de handeling niet bindend (art. 17 lid
2 WvK).
4. Handelsregister en bescherming van derden
Inschrijving in het Handelsregister:
o VOF’s moeten worden ingeschreven in het Handelsregister om derden te informeren
over bevoegdheden (art. 19 HrgB).
o Niet-inschrijving kan leiden tot onduidelijkheid en verhoogde aansprakelijkheid.
Bescherming bij niet-inschrijving:
o Niet-inschrijving betekent dat derden mogen aannemen dat elke vennoot onbeperkt
bevoegd is om namens de VOF te handelen (art. 29 WvK).
o Dit geldt niet voor maatschappen; bij maatschappen kan niet worden aangenomen
dat iedere maat vertegenwoordigingsbevoegd is.
Bescherming bij onjuiste inschrijving:
o Als een feit onjuist of onvolledig is ingeschreven, kan dit niet worden tegengeworpen
aan derden die hiervan onkundig waren (art. 25 lid 3 HrgW).
, o Dit biedt bescherming aan derden die vertrouwen op de informatie uit het
Handelsregister.
5. Uitsluiting van vertegenwoordiging en gebondenheid
Een vennoot kan worden uitgesloten van vertegenwoordiging, maar blijft hoofdelijk
aansprakelijk voor de schulden van de VOF (art. 18 WvK).
Als een vennoot onbevoegd handelt en de derde wordt niet beschermd door art. 29 WvK of
art. 25 HrgW, dan kan gebondenheid van de VOF soms alsnog volgen uit de maatschapsregels
(art. 7A:1679 en 7A:1681 BW).
Samenvatting in tabelvorm
Onderwerp Regelgeving Belangrijkste punten
Vertegenwoordiging Art. 17 WvK Iedere vennoot mag de VOF
vertegenwoordigen, tenzij uitgesloten.
Hoofdelijke aansprakelijkheid Art. 18 WvK Iedere vennoot is volledig aansprakelijk
voor VOF-schulden.
Beperkingen op bevoegdheid Art. 17 lid 2 WvK Handelingen buiten het doel van de VOF
zijn niet bindend.
Bescherming derden bij Art. 25 lid 1 en 3 Derden mogen vertrouwen op het
onjuiste inschrijving HrgW Handelsregister.
Bescherming bij niet- Art. 29 WvK Niet-ingeschreven VOF’s worden als
inschrijving onbeperkt bevoegd beschouwd.
3. Vertegenwoordiging binnen de Commanditaire Vennootschap (CV)
Beherende vennoten
o Hebben dezelfde bevoegdheden als vennoten in een VOF (art. 19 WvK).
o Kunnen de CV binden en zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden.
Commanditaire (stille) vennoten
o Geen vertegenwoordigingsbevoegdheid (art. 20 lid 2 WvK).
o Als een stille vennoot tóch namens de CV handelt, wordt hij persoonlijk en
hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de CV (art. 21 WvK).
, Handelen van een stille vennoot met schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid
o Als een derde mocht aannemen dat de stille vennoot vertegenwoordigingsbevoegd
was, dan wordt hij alsnog persoonlijk aansprakelijk (art. 3:61 lid 2 BW).
o Ook hier geldt dat het vertrouwen van de wederpartij centraal staat.
4. Handelsregister en bescherming van derden
Inschrijving van vertegenwoordigingsbevoegdheid (art. 19 HrgB)
o Maatschappen, VOF’s en CV’s moeten zich inschrijven in het handelsregister.
o Dit maakt duidelijk welke vennoten bevoegd zijn om de vennootschap te
vertegenwoordigen.
Bescherming van derden bij onjuiste inschrijvingen (art. 25 lid 1 en 3 HrgW)
o Derden kunnen zich beroepen op de informatie in het handelsregister.
o Als een vennootschap foutief of niet is ingeschreven, kunnen derden alsnog
bescherming krijgen tegen onverwachte aansprakelijkheden.
Niet-inschrijving als economisch delict
o Niet-inschrijving van een VOF of CV in het handelsregister kan als economisch delict
worden aangemerkt.
o Dit dwingt vennoten om correcte informatie te verstrekken aan de Kamer van
Koophandel.
Rechtsvorm Vertegenwoordiging Aansprakelijkheid
Maatschap Alleen met volmacht (art. Gelijk verdeeld, tenzij anders bepaald (art.
7A:1679 BW) 7A:1680 BW)
VOF Iedere vennoot is bevoegd (art. Hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 WvK)
17 WvK)
CV (beherend Zelfde regels als VOF (art. 19 Hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 WvK)
vennoot) WvK)
CV (stille vennoot) Niet bevoegd (art. 20 lid 2 WvK) Alleen aansprakelijk bij onbevoegd
handelen (art. 21 WvK)
Vertegenwoordiging van Commanditaire Vennoten
,1. Beperkte bevoegdheid van commanditaire vennoten
Commanditaire vennoten mogen de CV niet vertegenwoordigen en zijn niet aansprakelijk
voor schulden (art. 20 lid 2 en 3 WvK).
Beherende vennoten vertegenwoordigen de CV en kunnen daarbij niet namens
commanditaire vennoten optreden.
Dit voorkomt dat commanditaire vennoten aansprakelijk worden voor schulden.
2. Problemen bij verkrijging en vervreemding van goederen
Onroerende en andere registergoederen:
o Notariële akten moeten worden ondertekend door alle vennoten (beherende en
commanditaire).
o Commanditaire vennoten kunnen een beherend vennoot volmacht geven om te
tekenen.
Niet-registergoederen:
o Ook hier kunnen commanditaire vennoten een volmacht geven aan een beherend
vennoot.
o Dit kan worden vastgelegd in de vennootschapsovereenkomst.
Geen duidelijke wettelijke regeling:
o De wet bepaalt niet expliciet wie bevoegd is om over de vennootschapsgemeenschap
te beschikken.
o Beschikkingshandelingen met betrekking tot gemeenschappelijk vermogen vereisen
instemming van alle deelgenoten (art. 3:170 lid 3 BW).
o Uitzondering: Artikel 3:189 BW sluit deze regel uit voor vennootschappen, zolang
deze niet is ontbonden.
3. Overdracht van goederen aan de vennootschap
Een goed behoort pas tot de vennootschap als het is overgedragen aan alle vennoten (art.
3:84 BW).
Dit impliceert dat de medewerking van alle vennoten vereist is voor het verkrijgen van
goederen namens de CV.
4. Vertegenwoordigingsbevoegdheid van beherende vennoten
Algemene regel: Beherende vennoten mogen de CV zonder beperking vertegenwoordigen,
tenzij sprake is van doeloverschrijding of een andere bepaling in de
vennootschapsovereenkomst (art. 7:811 BW).
Beperking: Vertegenwoordigingsbevoegdheid geldt niet voor rechtshandelingen waaruit
schulden voortvloeien.
, Interpretatieprobleem:
o In de memorie van toelichting wordt gesteld dat commanditaire vennoten nooit
vertegenwoordigd kunnen worden bij schuldverplichtingen.
o Een genuanceerdere uitleg zou zijn dat commanditaire vennoten niet
vertegenwoordigd kunnen worden voor zover er schulden ontstaan.
o Dit betekent dat bij wederkerige overeenkomsten het vorderingsrecht toebehoort
aan alle vennoten, terwijl de schuld alleen rust op de beherende vennoten.
5. Handelsregister en bescherming van derden
Inschrijving van bevoegdheden:
o Inschrijving van vertegenwoordigingsbeperkingen in het Handelsregister is verplicht
(art. 19 HrgB).
Bescherming bij onjuiste of onvolledige inschrijving:
o Derden kunnen bescherming krijgen als inschrijving niet correct is (art. 25 lid 1 en 3
HrgW).
o Niet-ingeschreven beperkingen kunnen niet aan derden worden tegengeworpen als
zij hier niet van op de hoogte waren.
6. Samenvatting in tabelvorm
Onderwerp Regelgeving Belangrijkste punten
Geen vertegenwoordiging Art. 20 lid 2 en Beherende vennoten vertegenwoordigen
commanditaire vennoten 3 WvK de CV, niet de commanditaire vennoten.
Volmachtverlening Art. 3:170 lid 3 Commanditaire vennoten kunnen een
BW volmacht geven voor handelingen.
Goederenoverdracht Art. 3:84 BW Een goed behoort pas tot de CV als het aan
alle vennoten is overgedragen.
Vertegenwoordiging beherende Art. 7:811 BW Beperkt bij rechtshandelingen waaruit
vennoten schulden voortvloeien.
Handelsregister en Art. 25 lid 1 en Onjuiste inschrijvingen kunnen niet aan
derdenbescherming 3 HrgW derden worden tegengeworpen.
Wat houdt het afgescheiden vermogen van de personenvennootschappen in? (3:166 bw):
Alle goederen die door de vennoten zijn ingebracht, vormen een goederenrechtelijke gemeenschap
tussen de vennoten (art. 3:166 BW). Aangezien de personenvennootschappen geen