Hoorcolleges experimenteel en
correlationeel onderzoek
Inhoud
Hoorcolleges experimenteel en correlationeel onderzoek......................................1
Hoorcollege 1: Correlaties en Maten voor Effectgrootte......................................2
Hoorcollege 2: Enkelvoudige lineaire regressie...................................................5
Hoorcollege 3: Meervoudige lineaire regressie....................................................8
Hoorcollege 4: Geavanceerde Lineaire Regressie..............................................12
Hoorcollege 5: Eenweg ANOVA..........................................................................16
Hoorcollege 6: A Priori Contrasten en Post-hoc Toetsen....................................20
Hoorcollege 7: Factoriële ANOVA.......................................................................23
,Hoorcollege 1: Correlaties en Maten voor Effectgrootte
1 Introductie: Correlatie en scatterplots
- Correlatie is geen causaliteit (oorzakelijk verband) is er een effect?
Covariantie: variabelen moeten samenhangen
Directionaliteit: eerst oorzaak dan gevolg of 3e variabelen
Interne validiteit alternatieve verklaringen uitgesloten
- Scatterplots: gelijk zijn of er sprake is van samenhang etc
Positieve + negatieve richting
Sterkte: hoe meer punten op 1 lijn liggen hoe sterker het verband
Vorm: lineair/ niet lineair, homogeen/ heterogeen
Uitbijters: punten die ver weg liggen van de andere
- Covariantie: (Sxy): de mate waarin twee variabelen samen variëren
Covariantie geeft informatie over de sterkte en de richting van de
samenhang
Nadeel: moeilijk te interpreteren want waarde is afhankelijk van
meeteenheid
Oplossing: standaardiseer
- Pearson product-moment correlatiec: pearson r is een gestandaardiseerde
maat die het lineair verband beschrijft tussen twee kwantitatieve
(numerieke) variabelen waarde altijd tussen -1 en +1
- Pas op
voor:
Niet-lineaire verbanden
Uitbijters
Heterogene subgroepen
Restriction of range: correlatie over maar beperkt deel
2 Alternatieve coëfficiënten
, - Spearman’s rho (Rs): samenhang tussen twee ordinale variabelen
Wanneer scores nog geen rangscores zijn: zet scores om in
rangnummers
Dan: gebruik Pearson correlatieformule om rs te berkenen
Rs= r op rangscores van data
Rs= robuuste variant van Pearson r bij uitbijters en of zwakke niet
lineariteit
- Punt-biseriële correlatie (rpb): numerieke en dichotome
Rpb=r
NB: teken van correlatie hangt af van wijze waarop 0 en 1
toegewezen aan groepen
- Phi coëfficiënt: samenhang twee dichotome
variabeln
Phi=r
NB: teken van correlatie hangt af welke wijze groepen zijn
toegewezen
3
Significantietoetsing van r
- Alle r zeggen iets over samenhang in steekproef wat zeggen ze over
correlatie in populatie?
-
correlationeel onderzoek
Inhoud
Hoorcolleges experimenteel en correlationeel onderzoek......................................1
Hoorcollege 1: Correlaties en Maten voor Effectgrootte......................................2
Hoorcollege 2: Enkelvoudige lineaire regressie...................................................5
Hoorcollege 3: Meervoudige lineaire regressie....................................................8
Hoorcollege 4: Geavanceerde Lineaire Regressie..............................................12
Hoorcollege 5: Eenweg ANOVA..........................................................................16
Hoorcollege 6: A Priori Contrasten en Post-hoc Toetsen....................................20
Hoorcollege 7: Factoriële ANOVA.......................................................................23
,Hoorcollege 1: Correlaties en Maten voor Effectgrootte
1 Introductie: Correlatie en scatterplots
- Correlatie is geen causaliteit (oorzakelijk verband) is er een effect?
Covariantie: variabelen moeten samenhangen
Directionaliteit: eerst oorzaak dan gevolg of 3e variabelen
Interne validiteit alternatieve verklaringen uitgesloten
- Scatterplots: gelijk zijn of er sprake is van samenhang etc
Positieve + negatieve richting
Sterkte: hoe meer punten op 1 lijn liggen hoe sterker het verband
Vorm: lineair/ niet lineair, homogeen/ heterogeen
Uitbijters: punten die ver weg liggen van de andere
- Covariantie: (Sxy): de mate waarin twee variabelen samen variëren
Covariantie geeft informatie over de sterkte en de richting van de
samenhang
Nadeel: moeilijk te interpreteren want waarde is afhankelijk van
meeteenheid
Oplossing: standaardiseer
- Pearson product-moment correlatiec: pearson r is een gestandaardiseerde
maat die het lineair verband beschrijft tussen twee kwantitatieve
(numerieke) variabelen waarde altijd tussen -1 en +1
- Pas op
voor:
Niet-lineaire verbanden
Uitbijters
Heterogene subgroepen
Restriction of range: correlatie over maar beperkt deel
2 Alternatieve coëfficiënten
, - Spearman’s rho (Rs): samenhang tussen twee ordinale variabelen
Wanneer scores nog geen rangscores zijn: zet scores om in
rangnummers
Dan: gebruik Pearson correlatieformule om rs te berkenen
Rs= r op rangscores van data
Rs= robuuste variant van Pearson r bij uitbijters en of zwakke niet
lineariteit
- Punt-biseriële correlatie (rpb): numerieke en dichotome
Rpb=r
NB: teken van correlatie hangt af van wijze waarop 0 en 1
toegewezen aan groepen
- Phi coëfficiënt: samenhang twee dichotome
variabeln
Phi=r
NB: teken van correlatie hangt af welke wijze groepen zijn
toegewezen
3
Significantietoetsing van r
- Alle r zeggen iets over samenhang in steekproef wat zeggen ze over
correlatie in populatie?
-