Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
(1650-1789) KA 23, 26, 27, 28
1 Wetenschappelijke revolutie
- Vanaf Renaissance (1500) waren onderzoekers niet altijd geestelijke meer, ze waren niet
meer gericht op de godsdienst maar op wereldlijke onderwerpen (verandering tov
Middeleeuwen)
Kenmerken:
- Nieuwe manier van onderzoeken (observeren, experimenteren, redeneren en conclusies
trekken)
- Grote verandering in het leven (onzekerheid, vooruitgang in medische zorg en nieuwe
energiebronnen)
- Verzet door de kerk tegen onderzoekers (tast macht aan want kerkelijke opvattingen
ondermijnd door onderzoeksresultaten)
Oorzaken:
- Ontdekkingsreizen vanaf 15de eeuw verbreedde het wereldbeeld
- Ambachtelijke technieken (ambachtslieden hadden praktische kennis over o.a. wiskunde en
meetkunde)
- Humanistische tekstanalyse (kennis van klassieke Griekse en Romeinse wetenschappers,
humanisten legden nadruk op zelfstandig denken van de mens)
- Filosoof Descartes (Fra, 1596-1650) vond dat de samenleving op een redelijke manier moest
worden onderzocht (kwam voort uit logisch nadenken, niet uit vaste ideeën of geloof)
rationalisme
- Filosoof Locke (Eng, 1632-1704) vond dat kennis gebaseerd moest zijn op waarneming en
ervaring empirisme
2 Nieuw inzichten
- Vb. Isaac Newton ontdekte de leer van de zwaartekracht, A. van Leeuwenhoek ontwierp de
microscoop en ontdekte micro-organismen
- Wonderen uit Bijbel niet verklaard met menselijk verstand
- Ontdekken van andere culturen op nieuwe continenten met andere geloven
- Humanistische tekstanalyse kritiek op leer van de kerk en leefwijze geestelijkheid
hervorming Luther en Calvijn; bijbel op eigen manier uitleggen
Wat de Kerk had aangenomen was onjuist of kon in twijfel getrokken worden
Godsdienst en geweten steeds minder verantwoordelijkheid van staat of vorst
Maar nog steeds centralisatie…
- Vorsten beschermde en stonden één geloof toe (vanuit overtuiging of om oorlog te
voorkomen)
3 Verlicht denken
- Verlichte denkers wilden wetenschappelijke methode op samenleving toepassen om
problemen (armoede, ongelijkheid etc.) op te lossen
- Gedachte ‘mens is van nature vrij, gelijk en handelt volgens natuurwetten, dus mens is
verantwoordelijk en niet God’ verspreiding via boeken en geschriften in salons en
koffiehuizen
- Toetsen op criteria van redelijkheid:
Meeste verlichters twijfelen aan het traditionele gezag van Kerk en Staat dus
bepleitten een scheiding, tegen bijgeloof en tegen martellingen/lijfstraffen
Religieuze praktijken hoefden niet bestrijd te worden, juist leren verdraagzaam te
zijn; God bestaat naast ratio en wetenschap
Bestaande gezagsverhoudingen (1) volkssoevereiniteit: degenen die de macht
uitoefenen, moeten hun macht ontlenen aan het volk en zijn daarom verantwoording
schuldig aan dat volk (2) het sociaal contract tussen vorst en volk of burgers
onderling: volk geeft regeringsrecht aan vorst, in ruil voor vrijheid en geluk
(natuurwetten)
Meer zorg besteden aan opvoeding door kinderen te behandelen als kind en hen te
laten leren door ervaring (vb. Rousseau, Émile ou de l’éducation)
Onderwijs vergrootte de kennis om samenleving te verbeteren; iedereen is bij
geboorte gelijk dus ieder kind moet gelijke kansen krijgen, leert door ervaring en
zoekt zelf naar antwoorden
Verbreiding van kennis door resultaten uit te wisselen en samen te werken