Paragraaf 1: Chinees keizerrijk begin de 19e eeuw ernstig verzwakt
De keizers regeren als absolute vorsten
19e eeuw: China had keizerlijke Qing-dynastie (Mantsjoe-dynastie).
Dynastie= heersers uit 1 familie. Absolute vorsten & absolute macht. ‘Hemelse mandaat’.
Bestuur vanuit keizerlijk hof in hoofdstad; vanaf 1421 Peking.
Rijk verdeeld in:
- Provincies Prefecturen Districten
- Aan het hoofd van elk: ambtenaren gekozen door keizer. Hoogste ambtenaar =
mandarijnen.
- Ook: ambtenaren die ambtenaren controleerden.
Ambtenaar worden door: ambtenarenexamen (Kennis Chinese literatuur) voor
betrouwbare ambtenaren.
Het centrale gezag was gebaseerd op het confucianisme
Geloof in een hemelse en aardse orde. Bedacht door: Koeng Foe-tsoe (Confucius)
Kenmerken geloof:
- Nadruk juist persoonlijke gedrag. Aard van de mens = goed
- Leer van ‘5 menselijke Relaties’: Goede relatie tussen:
Heerser & onderdaan, Vader & zoon, echtgenoot & vrouw, broer & broertje,
vrienden onderling.
- Hogere plaats: vriendelijkheid, goed voorbeeld & lagere rang: gehoorzaamheid.
Keizer wil confucianistische leer? Ambtenaren & volk gehoorzamen.
- Rituelen en omgangsvormen (aan het keizerlijk hof). Aan regels houden.
Problemen voor Qing-dynastie eind 18e, begin 19e eeuw
Centrale gezag van de dynastie al sinds 1644. Verzwakte eind 18 e eeuw.
Periode crisis & neergang. Oorzaken: corrupt bestuur, politieke crisis, hongersnood.
- Corruptie
Inefficiënt bestuur: keizer Qianlong (1711-1799). + Corruptie Heshen stal
belastinggeld & verhoogde prijs rijst ontstaan hongersnoden.
- Politieke crisis
Opstand van de witte lotus. Bevolking weinig vruchtbaar land & corrupte
belasting, dus tot opstand. Voor leger gunstig om dit lang te laten duren.
Deze mensen migreerden naar gebieden zonder hongersnood ontstaan
spanningen, conflicten, opstanden.
- Hongersnoden
Veel honger, oorzaken: Natuurrampen zoals overstromingen, uitbuiting overheid,
overbevolking.
,Paragraaf 2: Eerste opiumoorlog (1839-1842) China doet concessies.
China beschouwt zich als middelpunt van de wereld
China voelde zich superieur en een voorbeeld aan de rest van de wereld.
Andere volken geen beschaving & onderschikt. Wouden weinig betrekking met
buitenland. China wou niet onderhandelen: dat is erkenning gelijkheid.
Het Westen wil de rest van de wereld veroveren en beschaven
China kreeg in 19e eeuw net als de rest van de wereld: modern imperialisme.
Politieke overheersing & economische uitbuiting. + taak om de rest van de wereld te
beschaven. China hoefde dit niet.
Engeland & China weigerden aan politieke & juridische gebruik van de ander. Engeland
desnoods geweld om te onderhandelen. Conflict over handel in opium.
De voor China schadelijke gevolgen van de opiumhandel
Britse handelaren: voerden sinds eind 18e eeuw opium vanuit Brits-Indië naar China.
Winstgevend voor het westen, schadelijk voor China.
- Opium koste China veel geld. Vanaf 1834 erger: iedereen kon handelen met China.
- Sociale verstoring, vooral aan kust, gevolg: Opiumverslaving van miljoenen Chinezen.
- Chinese regering verbood deze handel. Ambtenaren kochten illegaal.
= Illegale opiumhandel
Aanleiding (meest directe oorzaak) van de Opiumoorlog
Maatregelen Chinese regering verbod op opiumhandel hielpen niet.
Koningin Victoria negeerde verzoek om verbieden.
1839: Keizer liet vertegenwoordiger 1,5 miljoen kilo Britse opium vernietigen.
Britten boos stuurde vloot & leger.
De Britten overwinnen dankzij militaire overmacht
Britten voorsprong industriële Revolutie Qing werd verslagen van Britse leger.
China wordt gedwongen tot vernederend vredesverdrag
Chinese regering door Britten gedwongen te tekenen:
Verdrag van Nanking (1842):
- 5 havens openstellen voor Britse kooplieden (verdragshavens)
- Eiland Honkong afstaan aan Britten
- Britse kooplieden die in verdragshavens vestigden, niet onder Chinees bestuur vallen.
- 6 miljoen dollar betalen schadevergoeding opium
- Verdrag periodiek herzien
, Paragraaf 3: Nieuwe Chinese concessies na Tweede Opiumoorlog (1856-1860)
Nieuwe ongelijke verdragen
China vond Verdrag van Nanking Ongelijke verdragen: gunstiger voor het Westen dan China.
Gevolgen voor China:
- Verlies zeggenschap over grondgebied
- Verlies aan inkomsten door minder economisch buitenlands macht.
1844: de Vs & Frankrijk sloten ook Ongelijke verdragen met China.
Steeds meer invloed grote steden. Daarna ook: Nl, zweden, denemarken, spanje, portugal,
Duitsland, Oostenrijk.
Nieuwe gewapende conflicten & delen keizerrijk in handen van: Japan, Frankrijk, Rusland.
namen overheidstaken (importheffingen) over.
Na de eerste opiumoorlog:
De tweede opiumoorlog (1856-1860)
China vond Ongelijke Verdragen tijdelijk & werkte mee. Na de periode weigerde China meer
concessies. Frankrijk & UK: nieuwe oorlog om concessies te dwingen.
China verloor militair weer, dus nieuw verdrag: (met VS & Rusland)
Verdrag van Tianjin (1858)
- Engeland, Frankrijk, VS & Rusland mochten ambassades vestigen in Peking.
- 10 nieuwe verdragshavens
- Westerse mogendheden kregen soevereiniteit in China
- Opiumhandel werd weer toegestaan
- Christendom mocht in China
- Buitenlanders mochten door heel China reizen
- Importheffingen in voordeel Westerse landen
- China moest schadevergoeding betalen aan Groot-Brittannië en Frankrijk.
China moest gebied in Noord-China aan Rusland afstaan. Regering niet daarvoor bereid,
dus oorlog hervat.
Britse & Franse troepen vernietigde het zomerpaleis in Peking. Chinese regering ervaarde
het verdrag weer. (1860).
De Chinees-Japanse oorlog 1894-1895
China: zelfversterkingsbeweging Moderniseren van leger.
Japan deed dat ook & was eind 19e eeuw sterker.
Japan: gebrek aan grondstoffen & overbevolking. Wou Korea veroveren, maar Korea was
afhankelijk van China.
1894: oorlog tussen China & Japan. Japan leger volledig gemoderniseerd & beter leger
China verloor.
Verdrag van Nanking verdrag van Tianjin vrede van Shimonoseki