Prototyping
Ondernemerschap & retail management, 2024/2025
Hogeschool Rotterdam
Week 1:
Hypotheses formuleren en prioriteren, zodanig dat de testprincipes gewaarborgd zijn
Hypothese formuleren door:
o Meetbaar
o Duidelijk
o Relevant
Prioriteren door de vraag te stellen:
o Desirable: willen klanten dit?
o Feasible: is het haalbaar?
o Viable: is het winstgevend?
Bij het testen van hypotheses moet je de testprincipes respecteren:
Validiteit: Zorg ervoor dat de test echt meet wat je wil meten.
Betrouwbaarheid: Voer de test meerdere keren uit om consistente resultaten
te krijgen.
Objectiviteit: Voorkom vooringenomenheid en baseer conclusies op data.
Vergelijkbaarheid: Gebruik bijvoorbeeld A/B-testen om objectief twee
varianten te vergelijken.
Hypothese Type Hoofdvraag Focus
Desirable (Wenselijk) Willen klanten dit? Klantbehoeften &
waardepropositie
Feasible (Haalbaar) Kunnen we dit maken? Technologie, middelen &
uitvoering
Viable (Levensvatbaar) Kunnen we hier geld mee Inkomsten, kosten &
verdienen? winstgevendheid
1 . Desirable Hypotheses (Wenselijkheid)
Vraag: Willen klanten dit product of deze dienst echt?
Focust op: Klantbehoeften, waardepropositie en marktvraag.
Voorbeeld:
o Hebben onze klantsegmenten echt behoefte aan onze oplossing?
o Is onze waardepropositie aantrekkelijk genoeg om klanten aan te trekken en
te behouden?
Waarom belangrijk? Als er geen vraag is naar je product of dienst, maakt het niet uit hoe
goed je businessmodel verder in elkaar zit.
2. Feasible Hypotheses (Haalbaarheid)
Vraag: Kunnen we dit product of deze dienst daadwerkelijk maken en leveren?
, Focust op: Technische, operationele en organisatorische haalbaarheid.
Voorbeeld:
o Kunnen we de benodigde technologie en middelen verkrijgen?
o Kunnen we op schaal en met de juiste kwaliteit produceren en leveren?
Waarom belangrijk? Een geweldig idee heeft geen waarde als het technisch of operationeel
niet uitvoerbaar is.
3. Viable Hypotheses (Levensvatbaarheid)
Vraag: Kan dit bedrijf financieel overleven en groeien?
Focust op: Verdienmodel, kostenstructuur en winstgevendheid.
Voorbeeld:
o Zijn klanten bereid een prijs te betalen die ons winstgevend maakt?
o Kunnen we de kosten onder controle houden en meer inkomsten genereren
dan uitgaven?
Waarom belangrijk? Zelfs als je een gewenst en haalbaar product hebt, kan je bedrijf nog
steeds falen als het financieel niet rendabel is.
Hypothese: 3 vereisten
Testbaar: Je hypothese is testbaar wanneer kan worden aangetoond dat ze waar is
(gevalideerd) of niet waar (niet gevalideerd), en gebaseerd is op bewijs (en is ingegeven door
ervaring).
Nauwkeurig: je hypothese is nauwkeurig wanneer je weet wanneer ze succesvol is. In het
ideale geval beschrijft de hypothese neuwkeurig het wat, wie en wanneer van je aannames.
Discreet: je hypothese is discreet wanneer z e niet meer dan één onderscheidend, testbaar
en nauwkeurig iets beschrijft wat je verder wilt onderzoeken.
Lean Thinking
is een filosofie en methode die gericht is op efficiëntie, het elimineren van verspilling en
continu verbeteren. Het komt oorspronkelijk uit de productie-industrie (Toyota Production
System), maar wordt nu breed toegepast, vooral in business, startups en
productontwikkeling.
De 5 principes van Lean Thinking
1. Waarde definiëren – Begrijp wat écht waardevol is voor je klant.
2. Waardestroom in kaart brengen – Analyseer het proces en verwijder onnodige
stappen.
3. Flow creëren – Zorg ervoor dat werk soepel verloopt zonder vertragingen.
4. Pull-systeem implementeren – Alleen produceren of ontwikkelen wat nodig is,
wanneer het nodig is.
5. Continu verbeteren (Kaizen) – Voortdurend leren en optimaliseren op basis van
feedback.
Lean Thinking in business en prototyping
Ondernemerschap & retail management, 2024/2025
Hogeschool Rotterdam
Week 1:
Hypotheses formuleren en prioriteren, zodanig dat de testprincipes gewaarborgd zijn
Hypothese formuleren door:
o Meetbaar
o Duidelijk
o Relevant
Prioriteren door de vraag te stellen:
o Desirable: willen klanten dit?
o Feasible: is het haalbaar?
o Viable: is het winstgevend?
Bij het testen van hypotheses moet je de testprincipes respecteren:
Validiteit: Zorg ervoor dat de test echt meet wat je wil meten.
Betrouwbaarheid: Voer de test meerdere keren uit om consistente resultaten
te krijgen.
Objectiviteit: Voorkom vooringenomenheid en baseer conclusies op data.
Vergelijkbaarheid: Gebruik bijvoorbeeld A/B-testen om objectief twee
varianten te vergelijken.
Hypothese Type Hoofdvraag Focus
Desirable (Wenselijk) Willen klanten dit? Klantbehoeften &
waardepropositie
Feasible (Haalbaar) Kunnen we dit maken? Technologie, middelen &
uitvoering
Viable (Levensvatbaar) Kunnen we hier geld mee Inkomsten, kosten &
verdienen? winstgevendheid
1 . Desirable Hypotheses (Wenselijkheid)
Vraag: Willen klanten dit product of deze dienst echt?
Focust op: Klantbehoeften, waardepropositie en marktvraag.
Voorbeeld:
o Hebben onze klantsegmenten echt behoefte aan onze oplossing?
o Is onze waardepropositie aantrekkelijk genoeg om klanten aan te trekken en
te behouden?
Waarom belangrijk? Als er geen vraag is naar je product of dienst, maakt het niet uit hoe
goed je businessmodel verder in elkaar zit.
2. Feasible Hypotheses (Haalbaarheid)
Vraag: Kunnen we dit product of deze dienst daadwerkelijk maken en leveren?
, Focust op: Technische, operationele en organisatorische haalbaarheid.
Voorbeeld:
o Kunnen we de benodigde technologie en middelen verkrijgen?
o Kunnen we op schaal en met de juiste kwaliteit produceren en leveren?
Waarom belangrijk? Een geweldig idee heeft geen waarde als het technisch of operationeel
niet uitvoerbaar is.
3. Viable Hypotheses (Levensvatbaarheid)
Vraag: Kan dit bedrijf financieel overleven en groeien?
Focust op: Verdienmodel, kostenstructuur en winstgevendheid.
Voorbeeld:
o Zijn klanten bereid een prijs te betalen die ons winstgevend maakt?
o Kunnen we de kosten onder controle houden en meer inkomsten genereren
dan uitgaven?
Waarom belangrijk? Zelfs als je een gewenst en haalbaar product hebt, kan je bedrijf nog
steeds falen als het financieel niet rendabel is.
Hypothese: 3 vereisten
Testbaar: Je hypothese is testbaar wanneer kan worden aangetoond dat ze waar is
(gevalideerd) of niet waar (niet gevalideerd), en gebaseerd is op bewijs (en is ingegeven door
ervaring).
Nauwkeurig: je hypothese is nauwkeurig wanneer je weet wanneer ze succesvol is. In het
ideale geval beschrijft de hypothese neuwkeurig het wat, wie en wanneer van je aannames.
Discreet: je hypothese is discreet wanneer z e niet meer dan één onderscheidend, testbaar
en nauwkeurig iets beschrijft wat je verder wilt onderzoeken.
Lean Thinking
is een filosofie en methode die gericht is op efficiëntie, het elimineren van verspilling en
continu verbeteren. Het komt oorspronkelijk uit de productie-industrie (Toyota Production
System), maar wordt nu breed toegepast, vooral in business, startups en
productontwikkeling.
De 5 principes van Lean Thinking
1. Waarde definiëren – Begrijp wat écht waardevol is voor je klant.
2. Waardestroom in kaart brengen – Analyseer het proces en verwijder onnodige
stappen.
3. Flow creëren – Zorg ervoor dat werk soepel verloopt zonder vertragingen.
4. Pull-systeem implementeren – Alleen produceren of ontwikkelen wat nodig is,
wanneer het nodig is.
5. Continu verbeteren (Kaizen) – Voortdurend leren en optimaliseren op basis van
feedback.
Lean Thinking in business en prototyping
