,
,Omgeving En Strategieformulering
1. Betekenissen en kenmerken van management en organisatie
benoemen (6)
Rode draad theorie
Het begrip management heeft drie betekenissen:
• Bepaalde groep functionarissen in organisaties (zo spreekt men wel van
topmanagement, middenmanagement en uitvoerend of
eerstelijnsmanagement. Een manager is iemand die in een organisatie het
handelen van andere mensen stuit, tegenwoordig wordt hiervoor de term
leidinggevende gebruikt).
• Activiteiten van managers (als de resultaten van die activiteiten
goed zijn, spreekt men van excellent management. In het
omgekeerde geval is er sprake van mismanagement).
• Vakgebied (verwijst naar alle kennis en kunde die op dat gebied in de loop der
tijd is ontstaan).
Als een manager hoog in de organisatie zit, ligt het zwaartepunt bij het
plannen en organiseren. Dat zijn de zogenaamde constituerende taken van
het management. Manager op lagere niveaus houden zich vooral bezig met
het geven van opdrachten en de controle op de uitvoering ervan. Dit worden
dirigerende taken genoemd. In vrijwel alle gevallen vervult een manager een
mix van constituerende en dirigerende taken.
Onderscheid drie groepen van activiteiten of rollen van de manager:
• Interpersoonlijke rollen (de manager treedt als boegbeeld van de
organisatie naar buiten, als leider die zijn mensen motiveert en
aanstuurt en als onderdeel van een netwerk).
• Informationele rollen (de manager houdt goed in de gaten wat er
allemaal in en buiten de organisatie gebeurt, verspreidt informatie
intern en informeert hij de buitenwereld over wat de organisatie doet).
• Besluitvormende rollen (de manager is ondernemer, hij lost
problemen op, wijst middelen toe en onderhandeld intern en extern).
Betekenissen organisatie:
• Eenheid (waarin mensen, middelen en methoden (werkwijzen) zijn
samengebracht om vooraf geformuleerde resultaten te bereiken).
• Inrichting (hoe is de structuur en waar zijn de vestigingen gelegen?).
• Activiteit (van het organiseren zelf, bijvoorbeeld spreekt men
van de organisatie van een wereldkampioenschap).
, Iedere organisatie heeft Input Throughput Output
Bedenk een examenvraag met bijbehorend antwoord.
Wat is één van de rollen van een manager?
A. Persoonlijke rol.
B. Informationele rol.
C. Oplossende rol.
2. Uitleggen hoe een beslissingsproces in organisaties plaatsvindt (6)
Rode draad theorie
Het proces van besluitvorming verloopt in een aantal fasen, die allemaal moeten worden doorlopen.
Fasen van besluitvorming:
1. Uitwerken probleemstelling
2. Opstellen en uitwerken van oplossingsrichtingen
3. Kiezen van een oplossingsrichting
Fase 1: uitwerken probleemstelling
Om zicht te krijgen op de oorzaak van het probleem is het soms nuttig om een
krachtenveldanalyse te maken. Daarbij maken de betrokkenen een inventarisatie van de krachten
die belemmerend zijn en die de situatie kunnen verbeteren. Stel dat in een fabriek blijkt dat de
medewerkers veel fouten maken. Het doel is het aantal te verminderen of zelfs geheel weg te
werken.
4