Samenvatting periode 3 lp4
Kt1 en kt4
AFP
,Studenten kunnen de onderdelen van de anatomische en functionele indeling van het zenuwstelsel
benoemen.
Anatomische indeling
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. De hersenen bestaan uit de
grote hersenen, tussenhersenen, hersenstam en de kleine hersenen.
Het perifere zenuwstelsel bevind zich grotendeels buiten de schedel en de wervelkolom. Tot de
perifere zenuwstelsel behoren: de hersenzenuwen, de ruggenmergzenuwen, de grensstreng en de
zenuwen van het vegetatieve zenuwstelsel.
Perifeer zenuwstelsel
- 12 paar hersenzenuwen
- 31 paar spinale zenuwen (8+ 12+ 5 + 5 + 1)
Uit de hersenen en het ruggenmerk komen zenuwen, deze heten dan hersenzenuwen en
ruggenmergzenuwen. Deze heten samen het perifeer zenuwstelsel.
,Functionele indeling
Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit sensorische en motorische zenuwen.
De hersenen en het ruggenmerg krijgen sensorische input vanuit de zintuigen en het interne milieu.
De zintuigen zijn: zien, horen, ruiken proeven en voelen. En uit het interne milieu krijgt het centraal
zenuwstelsel informatie over bijvoorbeeld bloeddruk of temperatuur in het lichaam. Dit komt binnen
via een sensorische cel in het ruggenmerg, vervolgens zal dit seintje naar de hersenen gaan en daar
worden verwerkt. Vervolgens gaat het seintje via het ruggenmerg naar de motorische output. Dit zijn
motorische cellen die naar het doelorgaan gaat die een actie moeten uitvoeren. Dit kan zowel
willekeurig als onwillekeurig zijn.
Willekeurig: alles wat we heel bewust kunnen aansturen. ( bijvoorbeeld: ik zwaai nu even naar de
camera)
Onwillekeurig: alles waar we geen bewuste invloed op hebben. ( bijvoorbeeld: dat mijn hartslag op
dit moment 72 per minuut is)
Studenten kunnen de functies en kenmerkende verschillen tussen animale /willekeurige /somatische
en vegetatieve / onwillekeurige / autonome zenuwstelsel benoemen.
Autonome zenuwstelsel/ vegetatieve zenuwstelsel
Onwillekeurige zenuwstelsel
Parasympatisch deel= rust
Sympathisch deel= actief
, Het onwillekeurige zenuwstelsel heeft een gaspedaal en een rem, het gaspedaal noemen we het
sympathisch zenuwstelsel (fight or flight). De rem is het parasympatisch zenuwstelsel( rest and
digest).
Animale zenuwstelsel: Het animale zenuwstelsel bestaat uit 2 delen, het centrale zenuwstelsel en het
perifere zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het
ruggenmerg geleidt de signalen vanuit de hersenen naar het perifere zenuwstelsel en de signalen uit
het perifere zenuwstelsel naar de hersenen.
Studenten kennen de onderdelen en hebben inzicht in de onderlinge relaties van de functionele
indeling van het zenuwstelsel.
Functionele indeling
Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit sensorische en motorische zenuwen.
De hersenen en het ruggenmerg krijgen sensorische input vanuit de zintuigen en het interne milieu.
De zintuigen zijn: zien, horen, ruiken proeven en voelen. En uit het interne milieu krijgt het centraal
zenuwstelsel informatie over bijvoorbeeld bloeddruk of temperatuur in het lichaam. Dit komt binnen
via een sensorische cel in het ruggenmerg, vervolgens zal dit seintje naar de hersenen gaan en daar
worden verwerkt. Vervolgens gaat het seintje via het ruggenmerg naar de motorische output. Dit zijn
motorische cellen die naar het doelorgaan gaat die een actie moeten uitvoeren. Dit kan zowel
willekeurig als onwillekeurig zijn.
Willekeurig: alles wat we heel bewust kunnen aansturen. ( bijvoorbeeld: ik zwaai nu even naar de
camera)
Onwillekeurig: alles waar we geen bewuste invloed op hebben. ( bijvoorbeeld: dat mijn hartslag op
dit moment 72 per minuut is)
Het onwillekeurige zenuwstelsel heeft een gaspedaal en een rem, het gaspedaal noemen we het
sympathisch zenuwstelsel (fight or flight). De rem is het parasympatisch zenuwstelsel( rest and
digest). De zenuwstelsels zijn als het goed is in balans, soms heeft het ene zenuwstelsel de overhand
maar uiteindelijk herstelt het zich weer. ( voorbeeld: tijdens een tentamen heeft het sympathische
zenuwstelsel de overhand, met je zintuigen neem je waar dat het tentamen gaat beginnen, je ziet het
blaadje liggen en er wordt omgeroepen dat je een uur de tijd hebt en vanaf nu mag beginnen, dit
word in je hersenen verwerkt en vervolgens pak je je pen op en begin je te schrijven). Dit zijn allemaal
willekeurige bewegingen, tegelijkertijd gaat ook je sympathisch zenuwstelsel aan het werk:
(voorbeeld: je hartslag gaat omhoog, je begint wat te zweten en je concentratie gaat omhoog, aan
het einde van de toets is het tijd om je onwillekeurige zenuwstelsel weer in balans te brengen, je gaat
met z’n alle nog ergens rustig zitten met een biertje en je merkt dat je hartslag daalt en je bloeddruk
normaliseert).
Kt1 en kt4
AFP
,Studenten kunnen de onderdelen van de anatomische en functionele indeling van het zenuwstelsel
benoemen.
Anatomische indeling
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. De hersenen bestaan uit de
grote hersenen, tussenhersenen, hersenstam en de kleine hersenen.
Het perifere zenuwstelsel bevind zich grotendeels buiten de schedel en de wervelkolom. Tot de
perifere zenuwstelsel behoren: de hersenzenuwen, de ruggenmergzenuwen, de grensstreng en de
zenuwen van het vegetatieve zenuwstelsel.
Perifeer zenuwstelsel
- 12 paar hersenzenuwen
- 31 paar spinale zenuwen (8+ 12+ 5 + 5 + 1)
Uit de hersenen en het ruggenmerk komen zenuwen, deze heten dan hersenzenuwen en
ruggenmergzenuwen. Deze heten samen het perifeer zenuwstelsel.
,Functionele indeling
Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit sensorische en motorische zenuwen.
De hersenen en het ruggenmerg krijgen sensorische input vanuit de zintuigen en het interne milieu.
De zintuigen zijn: zien, horen, ruiken proeven en voelen. En uit het interne milieu krijgt het centraal
zenuwstelsel informatie over bijvoorbeeld bloeddruk of temperatuur in het lichaam. Dit komt binnen
via een sensorische cel in het ruggenmerg, vervolgens zal dit seintje naar de hersenen gaan en daar
worden verwerkt. Vervolgens gaat het seintje via het ruggenmerg naar de motorische output. Dit zijn
motorische cellen die naar het doelorgaan gaat die een actie moeten uitvoeren. Dit kan zowel
willekeurig als onwillekeurig zijn.
Willekeurig: alles wat we heel bewust kunnen aansturen. ( bijvoorbeeld: ik zwaai nu even naar de
camera)
Onwillekeurig: alles waar we geen bewuste invloed op hebben. ( bijvoorbeeld: dat mijn hartslag op
dit moment 72 per minuut is)
Studenten kunnen de functies en kenmerkende verschillen tussen animale /willekeurige /somatische
en vegetatieve / onwillekeurige / autonome zenuwstelsel benoemen.
Autonome zenuwstelsel/ vegetatieve zenuwstelsel
Onwillekeurige zenuwstelsel
Parasympatisch deel= rust
Sympathisch deel= actief
, Het onwillekeurige zenuwstelsel heeft een gaspedaal en een rem, het gaspedaal noemen we het
sympathisch zenuwstelsel (fight or flight). De rem is het parasympatisch zenuwstelsel( rest and
digest).
Animale zenuwstelsel: Het animale zenuwstelsel bestaat uit 2 delen, het centrale zenuwstelsel en het
perifere zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het
ruggenmerg geleidt de signalen vanuit de hersenen naar het perifere zenuwstelsel en de signalen uit
het perifere zenuwstelsel naar de hersenen.
Studenten kennen de onderdelen en hebben inzicht in de onderlinge relaties van de functionele
indeling van het zenuwstelsel.
Functionele indeling
Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit sensorische en motorische zenuwen.
De hersenen en het ruggenmerg krijgen sensorische input vanuit de zintuigen en het interne milieu.
De zintuigen zijn: zien, horen, ruiken proeven en voelen. En uit het interne milieu krijgt het centraal
zenuwstelsel informatie over bijvoorbeeld bloeddruk of temperatuur in het lichaam. Dit komt binnen
via een sensorische cel in het ruggenmerg, vervolgens zal dit seintje naar de hersenen gaan en daar
worden verwerkt. Vervolgens gaat het seintje via het ruggenmerg naar de motorische output. Dit zijn
motorische cellen die naar het doelorgaan gaat die een actie moeten uitvoeren. Dit kan zowel
willekeurig als onwillekeurig zijn.
Willekeurig: alles wat we heel bewust kunnen aansturen. ( bijvoorbeeld: ik zwaai nu even naar de
camera)
Onwillekeurig: alles waar we geen bewuste invloed op hebben. ( bijvoorbeeld: dat mijn hartslag op
dit moment 72 per minuut is)
Het onwillekeurige zenuwstelsel heeft een gaspedaal en een rem, het gaspedaal noemen we het
sympathisch zenuwstelsel (fight or flight). De rem is het parasympatisch zenuwstelsel( rest and
digest). De zenuwstelsels zijn als het goed is in balans, soms heeft het ene zenuwstelsel de overhand
maar uiteindelijk herstelt het zich weer. ( voorbeeld: tijdens een tentamen heeft het sympathische
zenuwstelsel de overhand, met je zintuigen neem je waar dat het tentamen gaat beginnen, je ziet het
blaadje liggen en er wordt omgeroepen dat je een uur de tijd hebt en vanaf nu mag beginnen, dit
word in je hersenen verwerkt en vervolgens pak je je pen op en begin je te schrijven). Dit zijn allemaal
willekeurige bewegingen, tegelijkertijd gaat ook je sympathisch zenuwstelsel aan het werk:
(voorbeeld: je hartslag gaat omhoog, je begint wat te zweten en je concentratie gaat omhoog, aan
het einde van de toets is het tijd om je onwillekeurige zenuwstelsel weer in balans te brengen, je gaat
met z’n alle nog ergens rustig zitten met een biertje en je merkt dat je hartslag daalt en je bloeddruk
normaliseert).
