Psychologie, coaching en beïnvloeding
COACHING OP DE WERKVLOER
Liane Cools-Koekenbier
Studentnummer: 4865614
September 2024
Opleidingsinstituut NCOI
HBO Bachelor Toegepaste Psychologie
Specialisatie Bedrijfspsychologie
Module Psychologie, coaching en beïnvloeding Docent: Marlene van Steensel
, BEOORDELING CIJFER8 (100%)
Motivatie en verbeterpunten
De opdracht is uitgevoerd zoals beschreven in de examen-informatie. Alle verplichte onderdelen zijn
beschreven. De hoofdlijn(en) van de opdracht is (zijn) herkenbaar uitgewerkt. De samenvatting en de
leeswijzer (descriptief) zijn toegevoegd.
Deel I: Coaching op de werkvloer:
De student legt voldoende uit wat de uitgangspunten van coaching zijn en welke voordelen coaching biedt
als ontwikkelinstrument op de werkvloer. De student legt op een goede manier uit welke toegevoegde
waarde coaching voor de organisatie heeft. De student heeft er weet van hoe je coaching kan inzetten
binnen de functie of/en dagelijkse werkzaamheden. De student maakt een verbinding tussen de praktijk
en de theorie.
Deel II: Een coachgesprek op de werkvloer:
De student geeft voldoende toelichting van de organisatie in het algemeen en de specifieke context
waarin het gesprek plaatsvindt. De student schrijft concreet wat de coachvraag is en die van de coachee?
De student geeft inzicht voor welke coachmethodiek is gekozen en licht deze toe zonder de theorie. De
student is in het algemeen duidelijk over hoe het gesprek vorm en structuur heeft gekregen en wat de
voordelen zijn van deze structurering. De student benoemt twee coach-technieken vanuit de methodiek en
beschrijft in het algemeen hoe deze techniek is ingezet, waarom en met welk effect.
De student beschrijft voldoende hoe de aanpak aansluit bij de psychologische principes of theorieën die in
de module aan bod zijn gekomen De student beschrijft welke theorie werd toegepast. De student
beschrijft enkele voorbeelden van gesprekssituaties waar dat gevoeglijk uit blijkt. De student geeft
reflectief aan hoe effectief de methodiek praktisch is en gebruikt hierbij onvoldoende theoretische
onderbouwing.
Deel III: Persoonlijk reflectieverslag:
De student beschrijft voldoende competenties van een goede coach op basis van de NOBCO-
competenties van een coach. De student analyseert onvoldoende de persoonlijke competenties en
benoemt daarbij te algemeen 1 kwalitatief goede en 1 kwalitatief minder goede competentie. De student
moet meer vanuit competenties de situatie beschreven.
De student beschrijft eenvoudig 2 belangrijkste leerdoelen die niet voldoen aan de kenmerken van goede
doelstellingen en geeft voldoende aan hoe deze daar de komende twee maanden mee aan de slag gaat.
De student is voldoende duidelijk over de herkomst van de bronnen. De uitwerking van de opdracht is
helder en voldoende gestructureerd, leesbaar en begrijpelijk. Het taalgebruik helder en correct. Het aantal
pagina' zijn correct. De student verwijst op de juiste wijze naar de literatuur. De literatuurlijst is correct
volgens de APA- normering.
1
COACHING OP DE WERKVLOER
Liane Cools-Koekenbier
Studentnummer: 4865614
September 2024
Opleidingsinstituut NCOI
HBO Bachelor Toegepaste Psychologie
Specialisatie Bedrijfspsychologie
Module Psychologie, coaching en beïnvloeding Docent: Marlene van Steensel
, BEOORDELING CIJFER8 (100%)
Motivatie en verbeterpunten
De opdracht is uitgevoerd zoals beschreven in de examen-informatie. Alle verplichte onderdelen zijn
beschreven. De hoofdlijn(en) van de opdracht is (zijn) herkenbaar uitgewerkt. De samenvatting en de
leeswijzer (descriptief) zijn toegevoegd.
Deel I: Coaching op de werkvloer:
De student legt voldoende uit wat de uitgangspunten van coaching zijn en welke voordelen coaching biedt
als ontwikkelinstrument op de werkvloer. De student legt op een goede manier uit welke toegevoegde
waarde coaching voor de organisatie heeft. De student heeft er weet van hoe je coaching kan inzetten
binnen de functie of/en dagelijkse werkzaamheden. De student maakt een verbinding tussen de praktijk
en de theorie.
Deel II: Een coachgesprek op de werkvloer:
De student geeft voldoende toelichting van de organisatie in het algemeen en de specifieke context
waarin het gesprek plaatsvindt. De student schrijft concreet wat de coachvraag is en die van de coachee?
De student geeft inzicht voor welke coachmethodiek is gekozen en licht deze toe zonder de theorie. De
student is in het algemeen duidelijk over hoe het gesprek vorm en structuur heeft gekregen en wat de
voordelen zijn van deze structurering. De student benoemt twee coach-technieken vanuit de methodiek en
beschrijft in het algemeen hoe deze techniek is ingezet, waarom en met welk effect.
De student beschrijft voldoende hoe de aanpak aansluit bij de psychologische principes of theorieën die in
de module aan bod zijn gekomen De student beschrijft welke theorie werd toegepast. De student
beschrijft enkele voorbeelden van gesprekssituaties waar dat gevoeglijk uit blijkt. De student geeft
reflectief aan hoe effectief de methodiek praktisch is en gebruikt hierbij onvoldoende theoretische
onderbouwing.
Deel III: Persoonlijk reflectieverslag:
De student beschrijft voldoende competenties van een goede coach op basis van de NOBCO-
competenties van een coach. De student analyseert onvoldoende de persoonlijke competenties en
benoemt daarbij te algemeen 1 kwalitatief goede en 1 kwalitatief minder goede competentie. De student
moet meer vanuit competenties de situatie beschreven.
De student beschrijft eenvoudig 2 belangrijkste leerdoelen die niet voldoen aan de kenmerken van goede
doelstellingen en geeft voldoende aan hoe deze daar de komende twee maanden mee aan de slag gaat.
De student is voldoende duidelijk over de herkomst van de bronnen. De uitwerking van de opdracht is
helder en voldoende gestructureerd, leesbaar en begrijpelijk. Het taalgebruik helder en correct. Het aantal
pagina' zijn correct. De student verwijst op de juiste wijze naar de literatuur. De literatuurlijst is correct
volgens de APA- normering.
1
