Gastheerschap = sociaal-emotionele (menselijk contact) wijze waarop gastheer de gast
benaderd probeert verwachtingen te overtreffen
Gastgerichtheid = functionele (producten, processen, omgeving en ambiance waar de dienst
wordt geleverd) en tastbare producten (standaardprocedures, protocollen en scripts)
Gastheerschap + gastgerichtheid = gastvrijheid
Gastvrijheid = een emotie, een beleving die ontstaat wanneer een klant zich als gast behandeld
voelt voelt zich welkom en wordt aangenaam verrast
Gastvrijheid veelal bepaald door mensen mensen die gastvrijheid uitdragen en actief
verbeteren zonder dat dit van hen wordt gevraagd = mood maker (15%) = sfeermaker
Moodmaker is een vaardigheid en mentaliteit belemmering om gastvrij te zijn is niet
perse bij persoon zelf maar in de cultuur en het systeem van de organisatie
Mensen tegenwoordig niet meer tevreden met traditionele dienstverlening nu behoefte
om stap verder te gaan dan klantgerichtheid, authenticiteit en beleveniseconomie:
oprechte aandacht en een menselijke schaal
Bedrijven bezig met procesoptimalisatie = niet gastvrij
Gastvrijheid in het Grieks = filoxenia = liefde voor vreemden
Kenmerken ongastvrije organisatie:
- Medewerkers ongemotiveerd;
- Gasten zijn ontevreden;
- Leidinggevenden gaan steeds meer managen;
- Financieel loopt het niet geweldig.
Loyale klanten = hoger rendement klanten vaak loyaal aan bedrijf met positief sociaal-
emotioneel contact met medewerkers.
Ontwikkeling tot gastvrijheid leidt tot:
- Tevreden gasten die;
- Loyaal zijn die;
- Meer besteden en;
- Minder klachten hebben en;
- Meer positieve mond-tot-mond reclame uiten waardoor;
- Medewerkers gemotiveerd worden te werken vanuit hun passie, talenten en kwaliteiten
waardoor er;
- Een lerende organisatie bestaat met;
- Meer taakvolwassenheid bij medewerkers en;
- Hoge werktevredenheid en;
- Een lager ziekteverzuim wat leidt tot;
- Loyale medewerkers en uiteindelijk tot;
- Financieel rendement
Niet elk bedrijf ontwikkeling tot gastvrijheid (McDonald’s)
, Gastvrijheidssector = alle beroepen die niet vallen onder landbouw, mijnbouw of industrie
dus wel zorg, onderwijs, overheid, handel en vervoer (=dienstverlenende sector)
Beleving = overal waar een consument in contact komt met een bedrijf overal waar beleving
is, is gastvrijheid
Eerste beroep = professie (het vak waarvoor je geleerd hebt)
Tweede beroep = gastheerschap
Basisbehoeften van gasten:
- Veiligheid
- Persoonlijke aandacht
- Comfort
Drie gastvrijheidsdomeinen:
- Gastvrijheid als onderdeel van een volkscultuur;
- Gastvrijheid in privesituatie;
- Gastvrijheid binnen een bedrijf.
Gastvrijheidsarrogantie = doorgaans een te positief beeld over zichzelf met betrekking tot
gastvrijheid
Nederland = ongastvrij van aard door verzuiling in 19e eeuw die zuilen zijn nu afgebroken,
maar nieuwe zuilen ontstaan door multiculturele samenleving komt ook door individualisering
en digitalisering
Filoxenia gebaseerd op drie principes, gelden tegenwoordig nog steeds:
- Eerbied van gastheer voor de gast;
- Eerbied van de gast voor de gastheer;
- Scheidingsgift: bij afscheid geeft de gast de gastheer als dank een gift die overeenkomt
met ontvangen gastvrijheid in westerse cultuur gift vaak bij ontvangst
Je komt bij een bedrijf voor primaire service toch reken je een bedrijf ook op andere dingen af
(=schaduwservices) Gastvrijheid = schaduwservice Gastheer = schaduwberoep
Uiterst positieve of negatieve belevenissen = memorabele momenten
Mood Maker- gastvrijheidsmodel
Vijf elementen gastheer, gast, bedrijf, dienstverlening en gastvrijheidsbeleving
Bekijk model
Beleving (B) = Ervaring (E) – Verwachting (V)
Vaardigheden die voor gastheerschap belangrijk zijn:
- Zelfvertrouwen;
- Ambitie;
- Eerlijkheid;
- Communicatieve, -organisatorische en -sociale eigenschappen.