Hoofdstuk 4 De inwendige bestanddelen. Opzet en schuld
Blz. 100-122
4.1 Gradaties van opzet en schuld
Indeling juridische categorieën:
o Zekerheids- of noodzakelijkheidsbewustzijn
De gedraging is op een ander motief gebaseerd dan het uiteindelijke gevolg, doch
stond van tevoren onomstotelijk vast, dat dit gevolg er noodzakelijk uit moest
voortvloeien.
o Mogelijkheidsbewustzijn
Niet de zekerheid van het gevolg, maar slechts de mogelijkheid van het gevolg is
aanwezig.
Het mogelijkheidsbewustzijn kan op twee manieren gekleurd zijn:
1. ‘Als het misgaat, dan neem ik de gevolgen voor lief, ik aanvaard de aanmerkelijk
kans daarop want ik wil per se iemand inhalen met de auto’.
Deze vorm van mogelijkheidsbewustzijn wordt nog onder opzet gerekend =
voorwaardelijk opzet.
2. ‘Ondanks het door mij onderkende risico haal ik het vast nog wel’. De
eventuele gevolgen neemt men hierbij niet bewust voor lief. Deze vorm wordt
bewuste schuld genoemd.
Grove onoplettendheid, nonchalance, onachtzaamheid (culpa).
o De zuivere culpa
= minst erge vorm van schuld.
Hierbij heeft iemand niet nagedacht waar hij wél had moeten denken. In de
afwezigheid van bepaalde gedachten is in dit geval het verwijt gelegen = onbewuste
schuld.
Opzet-en schuldgradaties:
Dolus = willens en wetens; zekerheids- of noodzakelijkheidsbewustzijn;
mogelijkheidsbewustzijn met voorwaardelijke opzet
Culpa = Mogelijkheidsbewustzijn met bewuste schuld; onbewuste schuld (zuivere
culpa)
4.2 Voorwaardelijk opzet
4.2.1 De betekenis van voorwaardelijk opzet
De eerste keer dat de HR de constructie van het voorwaardelijk opzet in wezen toepaste,
was in het Hoornse-taart-arrest.
Cicero-arrest: de bestuursleden van de toneelvereniging ‘Cicero’ hadden een toneelstuk
laten opvoeren zonder dat de voor die opvoering verschuldigde rechten aan het
auteursrechtenbureau waren voldaan. Bewust de aanmerkelijk kans aanvaarden en voor
lief nemen.