Leesstrategieën
Leesstrategie Leesdoel
Oriënterend lezen Onderwerp vaststellen & Snel bepalen of een tekst bruikbaar of interessant is.
Globaal lezen Deelonderwerpen vaststellen
Intensief lezen De tekst helemaal goed begrijpen & De hoofdzaken van de tekst vinden
Zoekend lezen Bruikbare informatie (in een tekst) vinden
Kritisch lezen De betrouwbaarheid van de informatie en de argumentatie in een tekst beoordelen
Studerend lezen De inhoud van een tekst onthouden
Schrijfdoelen
Schrijfdoel Voorbeelden
amuseren De auteur wil zijn lezers vermaken door iets te romans, verhalen, gedichten,
vertellen wat leuk, spannend, aangrijpend of strips
interessant is.
informeren De auteur wil kennis overbrengen op zijn lezers. Hij uiteenzetting, handleiding,
legt iets uit, hij beantwoordt een vraag, hij draagt gebruiksaanwijzing, instructie,
oplossingen aan voor een probleem of hij geeft een recept, studieboek, etc
historisch overzicht van iets.
opiniëren De auteur geeft lezers de gelegenheid een mening te beschouwing, essay, recensie
vormen over een onderwerp. Hij geeft bijv. de voor- (bespreking van een boek, film,
en nadelen van een verschijnsel, verschillende toneelstuk, cd, etc), verslag,
meningen van deskundigen en betrokkenen over de discussiestuk
kwestie, de oorzaken en gevolgen van het probleem,
verschillende oplossingen en de voor- en nadelen
van die oplossingen.
overtuigen De auteur wil dat de lezers zijn mening (standpunt) betoog, ingezonden brief,
over een bepaalde kwestie overnemen. Hij geeft redactioneel commentaar,
argumenten voor zijn standpunt en weerlegt soms column
tegenargumenten.
activeren De auteur wil de lezers ertoe aanzetten iets te gaan reclamefolder, brochure,
doen. advertentie, flyer, poster, etc
Tekstopbouw
Inleiding
● Eerste twee à drie alinea’s
● Onderwerp introduceren
○ één of meerdere vrage stellen, opbouw van de tekst aan te kondigen, mening
(standpunt) verkondigen, probleem formuleren
● Aandacht van de lezer trekken
○ de actualiteit, de geschiedenis, een anekdote, een voorbeeld of het belang van de
lezer
● Beschouwing: vraagstelling / probleemstelling
● Betoog: stelling (standpunt, mening) de schrijver verdedigd → hoofdgedachte
Middenstuk
Leesstrategie Leesdoel
Oriënterend lezen Onderwerp vaststellen & Snel bepalen of een tekst bruikbaar of interessant is.
Globaal lezen Deelonderwerpen vaststellen
Intensief lezen De tekst helemaal goed begrijpen & De hoofdzaken van de tekst vinden
Zoekend lezen Bruikbare informatie (in een tekst) vinden
Kritisch lezen De betrouwbaarheid van de informatie en de argumentatie in een tekst beoordelen
Studerend lezen De inhoud van een tekst onthouden
Schrijfdoelen
Schrijfdoel Voorbeelden
amuseren De auteur wil zijn lezers vermaken door iets te romans, verhalen, gedichten,
vertellen wat leuk, spannend, aangrijpend of strips
interessant is.
informeren De auteur wil kennis overbrengen op zijn lezers. Hij uiteenzetting, handleiding,
legt iets uit, hij beantwoordt een vraag, hij draagt gebruiksaanwijzing, instructie,
oplossingen aan voor een probleem of hij geeft een recept, studieboek, etc
historisch overzicht van iets.
opiniëren De auteur geeft lezers de gelegenheid een mening te beschouwing, essay, recensie
vormen over een onderwerp. Hij geeft bijv. de voor- (bespreking van een boek, film,
en nadelen van een verschijnsel, verschillende toneelstuk, cd, etc), verslag,
meningen van deskundigen en betrokkenen over de discussiestuk
kwestie, de oorzaken en gevolgen van het probleem,
verschillende oplossingen en de voor- en nadelen
van die oplossingen.
overtuigen De auteur wil dat de lezers zijn mening (standpunt) betoog, ingezonden brief,
over een bepaalde kwestie overnemen. Hij geeft redactioneel commentaar,
argumenten voor zijn standpunt en weerlegt soms column
tegenargumenten.
activeren De auteur wil de lezers ertoe aanzetten iets te gaan reclamefolder, brochure,
doen. advertentie, flyer, poster, etc
Tekstopbouw
Inleiding
● Eerste twee à drie alinea’s
● Onderwerp introduceren
○ één of meerdere vrage stellen, opbouw van de tekst aan te kondigen, mening
(standpunt) verkondigen, probleem formuleren
● Aandacht van de lezer trekken
○ de actualiteit, de geschiedenis, een anekdote, een voorbeeld of het belang van de
lezer
● Beschouwing: vraagstelling / probleemstelling
● Betoog: stelling (standpunt, mening) de schrijver verdedigd → hoofdgedachte
Middenstuk