Samenvatting materieel strafrecht incl. stappenplan

Stappenplanen Materieel Strafrecht
Week 1
Art. 350 Sv (let op art. 352 Sv) HR zwarte ruiter met het oog op het terugkomen in de
maatschappij, werd hier zwaarder gestraft.
 Strafbaar feit is een (1) gedraging van een natuurlijk persoon of rechtspersoon die (2) een
wettelijke delictsomschrijving vervult, (3) wederrechtelijk is en (4) aan schuld te wijten ofwel
verwijtbaar is
1. Gedraging - Bewijs TLL
2. Wettelijke delictsomschrijving - Kwalificatie
3. Wederrechtelijkheid - Feit strafbaar (rechtvaardigingsgrond)
4. Verwijtbaarheid - Verdachte strafbaar
(schulduitsluitingsgrond)
De normadressaat: Diegene op die de wettelijke verplichting ligt om de norm na te leven.
(HR laadbak)

Week 2: Causaliteit en wederrechtelijkheid
HR Melk en Water = verwijtbaarheid als element : geen straf zonder schuld!
HR Huizense veearts = wederrechtelijkheid als element
Causaliteit: Oorzakelijk verband tussen een gedraging en een bepaald gevolg. Wordt
aangenomen indien het gevolg in redelijkheid aan de gedraging van de dader kan worden
toegebracht.
Hoe meer tijd tussen de gevolgen, hoe grotere kans dat de keten wordt verbroken.
Allereerst uiteenzetten oude theorieën
1. Conditio sine qua non verband
2. Causa proxima
3. Relevantietheorie
4. Adequatietheorie
Vervolgens heersende leer van de redelijke toerekening
 Redelijke toerekenen hangt af van de relevante concrete omstandigheden van het geval
1. Aard van de gedraging van de verdachte (adequatietheorie = gevolg ontstaan) HR
bloedvergiftiging
2. Aard en strekking van delict (niet gevolg)
3. Ernst en letsel en persoon van het slachtoffer (Eierschedel)
4. Subjectieve zijde delict: opzet
5. Tijdsverloop/complexiteit keten
 (i) Een tussenkomende (of: interveniërende) factor doorbreekt de keten en die zorgt ervoor dat het
gevolg intreed Die tussenkomende factor kan zelfs worden gevormd door (ii) handelen van het
slachtoffer zelf. Ten slotte kan het ingetreden gevolg zijn bewerkstelligd door een heel andere oorzaak,
(iii) een alternatief scenario

, Benoemen relevante arrestpunten (zie arresten!)
- Groningse HIV-zaak: HR stelt dat causaal verband nog steeds kan worden
vastgesteld bij onzekerheid antwoord op vraag of gedraging noodzakelijk factor was
 Gedraging verdachte kan onmisbare schakel zijn geweest (CSQN)
 Alternatieve oorzaak hoogst onwaarschijnlijk  punt (iii)
- Dwarslaesie: Verdachte heeft omstandigheden in het leven geroepen die slachtoffer
tot iets hebben gebracht  was nooit gebeurd zonder verdachte  punt (ii)
- Koolstofmonoxidevergiftiging: Toerekening van causale verband

Week 3: Opzet en culpa
Voorwaardelijk opzet HR HiV1
Bewust de aanmerkelijke kans op het gevolg aanvaard.
1. Aanmerkelijke kans (risico component) HR schieten op Bovenwoning
 Omstandigheden geval
 Aard en verschijningsvorm gedrag (niet gevolg)
 Algemene ervaringsregels HR Aanmerkelijke kans
2. Wetenschap (kennis)
 Wetenschap die feitelijk bestaat
 Of bekend moet worden geacht
3. Aanvaarding (wil)
 Verklaring verdachte
 Verklaringen getuigen
 Omstandigheden geval en gedraging
 Uiterlijke verschijningsvorm gedraging / Let op contra indicaties HR Vrijspraak
voormalige neuroloog

Culpa
 Verwijtbare, aanmerkelijke onvoorzichtigheid
Stappenschema Culpa Benoem ook de schulduitsluitingsgrond!!!
1. Aanmerkelijke onvoorzichtigheid (objectieve!! Normatief / zorgvuldigheidnormen!!

 Anders had behoren te handelen
 Grove discrepantie tussen gedraging en geldende zorgplicht
 Geheel van gedragingen, aard en ernst, overige omstandigheden (HR Blackout)
 Gevolg moet voorzienbaar zijn naar algemene menselijke maatstaven (HR
Kampvuur in Castricum )
 Garantenstellung (HR Apothekersassistent in opleiding)
2. Verwijtbaarheid (subjectieve)
 Anders kunnen handelen
 Verwijtbaarheid uit vermijdbaarheid
 Verwijtbaarheid vloeit voort uit onvoorzichtigheid
HR Roekeloos rijden = roekeloosheid is de ergste vorm van schuld.