Week 2: Dinsdag 28 augustus ’18 - Integratieve persoonsgerichte
dementiezorg:
Belevingsperspectief: Het bijstaan van mensen met dementie en hun omgeving bij
het omgaan met de gevolgen van dementie met als doel: verbetering van hun
kwaliteit van leven en voorkoming van ontregeling in het dagelijks leven.
SBD: Sociale Benadering Dementie
- Medisch domein: er verandert iets bij mij
- Psychologisch domein: hoe ga ik daarmee om?
- Sociaal domein: hoe vormt dit mijn sociale relatie?
Aanpassingsterreinen (adaptieve taken) – adaptatie = aanpassing:
- Omgaan met eigen beperkingen
- Handhaven van emotioneel evenwicht
- Behoud positief zelfbeeld en eigenwaarde
- Omgaan met onzekere toekomst
- Ontwikkelen en onderhouden van sociale relaties en participatie
- Ontwikkelen van adequate zorgrelatie met zorgverleners
- Omgaan met nieuwe of aanpassingen in woonomgeving
Copingstrategieën – coping = omgaan met stress (emotioneel in evenwicht blijven):
- Ontkennen
- Vermijden van sociale contacten
- Confabuleren: (verhalen) mooier maken dan het is, fabels, het is niet waar
- Façade ophouden: bedrieglijk voorkomen, uiterlijke schijn
- Externe attributie (toeschrijven) van problemen: het ligt niet aan jezelf, maar
aan een ander
- Gebruik van humor
Gedragsverandering = coping reactie – niet (alleen) hersenstoornis:
Adaptatie (aanpassing) – coping (omgaan met stress) theorie: Acceptatie en
aanpassing aan de gevolgen van de ziekte verloopt moeizaam.
De beleving en behoeften zijn belangrijk! Nadruk op psychosociale interventies ipv
medicatie. Verdiepen in:
- Levensgeschiedenis
- Sociale omgeving
- Omgevingsfactoren
Week 2: Dinsdag 4 september ’18 - voorbereiding:
Hoofdstuk 1: Diagnostiek en classificatie van dementie
ZIEKTE VAN ALZHEIMER:
Kenmerk Alzheimer:
- Problemen met opslaan van nieuwe informatie
- Items uit gesprek steeds herhalen (na enkele minuten)
1
, - Afspraken vergeten
- Voorwerpen op ongebruikelijke plaatsen leggen kwijtraken
- Weg kwijt raken (voornamelijk niet vertrouwde omgeving)
- Niet herkennen van objecten onderscheidt alzheimerpatienten met
andere vormen dementie/depressie
Taalstoornis:
Eerste signalen taalstoornis:
- Onjuist benoemen voorwerpen
- Zoeken naar de juiste woorden
- Niet begrijpen van complexe vragen/verbale opdracht
- Parafasieën: verwisseling van woorden
- Agrammatisme: foute zinsopbouw
- Echolalie: dwangmatig herhalen van eigen woorden
Stoornissen in de praktsche vaardigheid:
Apraxie: geen gecoördineerde motorische handelingen uitvoeren.
- Stoornis: dominante partiele kwab beeldvorming en uitvoeringspatroon van
een handeling is aangetast/verdwenen..
Stoornissen in de visuele herkenning:
Agnosie: voorwerpen niet meer herkennen (primair zintuigelijke stoornis) komt
het meest voor.
- Somatoagnosie: niet meer herkennen van de eigen lichaamsdelen.
Executeve functestoornis:
Stoornissen in de uitvoerende functies; verlies van overzicht, plannen en uitvoeren
van complexe taken en handelingen onvermogen om 2 dingen tegelijk te doen.
Neuro psychiatrische verschijnselen:
- Visuele hallucinaties
- Waandenkbeelden
- Paranoid
- Stereotype van inhoud
Visuele hallucinaties & paranoide gedachten bij Alzheimer: voorspellen snellere
cognitieve en functionele achteruitgang van dementie.
Diagnostek:
- Geleidelijk ontstaan en progressie
- Presentatie met geheugenstoornissen of non-amnestische verschijnselen
- Niet optredend tijdens delier of verklaarbaarheid door een andere ziekte
Alzheimer verhoogt door biomarkers.
2
,Behandeling:
3 Cholinesteraseremmers, memantine en Souvenaid.
Zorg en begeleiding is verschillend tussen patienten zorg op maat. Afhankelijk
van:
- Leeftijd
- Ernst van aandoening
- Steunsysteem
- Bereidheid/mogelijkheid
FRONTO-TEMPORALE DEMENTIE (FTD):
Kenmerken FTD:
- Focale frontale en/of temporale degeneratie
- 40% erfelijk
- Mutatie tau-gen = progranuline-gen = C9orf-gen
3 Prototypische neurologische gedragssyndromen:
- De gedragsvariant van frontotemporale dementie
- Progressieve niet vloeiende afasie
- Semantische dementie (SD)
B EHAVIOURAL VARIANT FTD (BVFTD):
Kenmerken BVFTD:
- Geleidelijke ontstane gedrags- en persoonlijkheidsverandering
- Stoornissen in de uitvoerende functies
- Later in het beloop geheugenstoornis
- Visuospatiële functies blijven tot in een laat stadium intact.
Vroeg in het proces:
- Verlies empathie
- Verlies emotionele betrokkenheid
- Geen/weinig inzicht in eigen toestand.
Diagnose:
- Frontale/anterior temporale atrofie (hypometabolisme)
- FDG-PET-onderzoek
P ROGRESSIEVE NIET - VLOEIENDE AFASIE (PA):
Kenmerken PA:
- Moeizame, niet-vloeiende spraak met grammaticale en fonologische fouten
o Patient is bewust van taalstoornis
- Definitie: geen dementie.
Klinische beeld PA: geassocieerd met pathologie van linkerfrontale en temporale
cortex rondom fissura Sylvii.
3
, 4